Ethiek

Synodeverslagen

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

GS Ede – Impressie 05

 

D.J. Bolt

04-06-14

 

We willen enige aandacht geven aan de twee dagen discussie die de synode te Ede wijdde aan de vrouw in het ambt. Morgen, donderdag 5 juni, wil de synode besluiten nemen op basis van voorstellen van een synodecommissie. Het is duidelijk dat deze besluiten grote consequenties zullen hebben, hoe ze ook uitvallen.

 

De discussies op de synode waren boeiend. Wat een verscheidenheid van gedachten en opvattingen! Hoe kan deze chaos uitmonden in weloverwogen besluiten waarvan met overtuiging beleden kan worden dat ze naar de Schrift zijn  en genomen onder de leiding van de Heilige Geest? En dat ze daarom voor vast en bondig gehouden moeten worden?

We geven wat indrukken.

 

Invloed van de deputaten

 

Ongetwijfeld is de invloed van deputaten en adviseurs groot op de synode bij dit onderwerp. Het is moeilijk om de zelfstandige positie van de synode te respecteren, lijkt het wel. Steeds maar weer krijgen en nemen deputaten het woord om hun visie te geven en de meningsvorming te beïnvloeden. Het sterkste staaltje daarvan zagen we bij de bespreking van het nieuwe Liedboek eerder, zie GS Ede Verslag 12-421. Ds. W. van der Schee als deputaat Liturgie & Kerkmuziek greep in toen de discussie in de synodevergadering een volgens hem onwelgevallige en oneerlijke dynamiek kreeg. Hij riep de synodeleden op tot zelfreflectie en niet in het eigen kringetje te blijven denken. En de synode leek het te accepteren. Niemand die zei: Terug naar je deputatenhok.

 

Tegelijk missen we tussen synode en deputaten, we hebben het eerder gezegd, de echte inhoudelijke discussie, het aan de tand voelen van de deputaten, doorvragen, eventueel doorzagen. Het blijft allemaal wat op een afstand. Ook de antwoorden op de 144 vragen die synodeleden aan de deputaten hebben gesteld, zie de GKv-site, blijven toch regelmatig onder mondjemaat, zoals verschillende synodeleden klagen.

 

Toch is er ook veel lof voor de inzet van de deputaten. Het zal ook niet mee zijn gevallen om hun opdracht uit te voeren, temeer omdat er geen algehele eenstemmigheid onder hen was. Ondertussen werd er door de synodeleden weinig heel gelaten van hun rapport. Onder de 23 sprekers van de eerste dag waren er maar een paar dat zich er vierkant achter stelde. Vrij algemeen was de conclusie dat het rapport onder de maat was en niet kon dienen als basis voor de voorgestelde besluiten. We gingen dan ook tevreden naar huis om de rustdag te gaan vieren.

 

Evenwel bleek het klimaat de volgende dinsdag veranderd te zijn. Heel opmerkelijk. Een symptoom was de openingstoespraak van br. Kruse waarin hij min of meer excuses maakte voor de sterke bewoordingen die hij de zaterdag ervoor had gebruikt. Dat wilde hij ook publiek doen. En andere afgevaardigden vroegen de synode hierover het een en ander transparant te maken.

Wat is er gebeurd? We weten het niet maar het was onmiskenbaar dat er achter de schermen druk was uitgeoefend om de toon te matigen, zoals ook bleek uit de woorden van de preses.

Toch begrijpen we deze 'vermaning' niet. De broeders kregen gelegenheid om nu eindelijk hun overtuiging uit te spreken over de MV-zaak en kregen daar alle gelegenheid voor. En dat het daarbij wel eens 'knetterde' (Vreugdenhil), zonder dat er overigens lelijke woorden werden gebruikt of persoonlijke verdachtmakingen geuit, is vanzelfsprekend. De vrouw in het ambt is een zeer gevoelige zaak die voor niet weinigen alles te maken heeft met de inhoud van hun bijbelgeloof en het schriftgezag. Natuurlijk gaat ieder uit van integere bedoelingen. Maar daarom kunnen doelstellingen nog wel helemaal verkeerd zijn en stevig bestreden moeten worden. En soms moet er met wat meer nadruk worden gesproken om door een korst van onbegrip heen te breken. Je kunt, zoals een afgevaardigd zei, elkaar ook serieus nemen door neen te zeggen.

 

Afgelopen week hoorden we een preek over Efeze 6: 10-14. De predikant liet zien hoe er een strijd woedt in deze wereld. Strijd tussen de boze machten, de wereldbeheersers van de duisternis, en ons. Die strijd hebben we te voeren of we het willen of niet. Het is een strijd tussen God en satan, tussen kerk en wereld. In de kerk.

Daar hebben we mee te maken, in ons persoonlijke leven, het leven in de gemeente en op kerkelijke vergaderingen. Want satan en zijn medestanders blijven niet buitenstaan als we vergaderdeuren achter ons dichttrekken.

Het was ook een verkondiging met veel bemoediging. Want het tekstgedeelte begint met 'wees krachtig in de Here en in de sterkte van zijn macht'. Dáár vinden we in onze zwakheid kracht en putten we moed. We staan er niet alleen voor, Christus gaat voorop in de strijd.

Ja, strijd. Het is vaak onaangenaam voor 'het vlees', mat af, geeft niet zelden boze gezichten en zorgt voor verwijdering. Maar dit is ons wel op het hart gebonden: Strijd om in te gaan.

 

Dat willen we graag zien op onze synode. Niet om het gevecht als zodanig maar wel om te blijven bij het Woord. Laat het maar knetteren, dan weten we tenminste dat er strijd wordt gestreden om bij de Here en zijn Woord te blijven en het goede voor Jeruzalem te zoeken.

 

Richtingen

 

Degenen die de moeite hebben genomen onze verslagen te lezen met al die meningen en stellingnames zal het misschien duizelen. Wat wordt in verschillende richtingen gedacht. We bieden een collage en geven daar enige beschouwing bij.

 

Deputatenvisie

 

De deputaten hebben bij meerdere gelegenheden gezegd dat ze niet voorstellen om vrouwen tot de ambten toe te laten. Verbazingwekkend, wat dan wel?

Het enige dat ze (meerderheid) vragen is dat de synode beslist "dat de visie dat naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen, zoals deze in dit rapport verwoord is [cursief, djb], past binnen de bandbreedte van wat als schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld". En dan nog eens laten kijken hoe het praktisch kan worden uitgewerkt in de KO en zo.

Anders niet. De cursieve verwijzing naar hun rapport mag uit de conceptvoorstellen, zie het spreken van deputaat Schaeffer.

 

Dat lijkt nogal bescheiden. We hoeven alleen maar hun visie goed te keuren. Zelfs hoeft de synode het rapport er niet voor als basis aan te nemen…

Maar dan blijft er toch niets meer over? Een besluit zonder deugdelijke onderbouwing kan toch niet in gereformeerde kerken? Bovendien, prof. De Bruijne zegt dat zo'n besluit eigenlijk niets toevoegt aan de al bestaande tolerantie. Ieder mag toch over deze zaak denken zoals hij of zij wil? Leene en Dorland werden toch niet onmiddellijk als ketters aangeklaagd en veroordeeld?

 

We denken dat zo te denken tamelijk naïef is. Want o.i. gaan de deputaten voor goud. Met hun schijnbare bescheiden voorstel doen ze twee dingen: ze reduceren de kwestie tot een kerkordelijke zaak en tot een vrije keuze van de kerken. Het is niet minder dan het principieel ontsluiten van de kerkenraadbank voor vrouwen. Heeft iemand dan nog de illusie dat een kerk tegengehouden kan worden om op basis daarvan de ambten open te stellen? Nee, de wens van de MV deputaten is een Adonia-verzoek. Het is te hopen dat Salomo in Ede dat ook doorziet.

 

Scheppingsopdracht

 

Enige tijd geleden meldde dr. P.L. Voorberg, preses van de synode, in een interview dat hij in principe ook voor de vrouw in het ambt is geworden. Maar dat om geheel andere reden dan de deputaten motiveren in hun meerderheidsrapport. Daar heeft hij grondige bezwaren tegen en steekt dat ook op de synode niet onder stoelen of banken.

Voorberg wil vasthouden aan de onderschikking van de vrouw aan de man. Tegelijk ziet hij dat in Genesis 2 de man een vrouw wordt gegeven, een hulp die bij hem past. Adam mist iets en daartoe ontvangt hij zijn gelijkwaardige hulp. Voortaan mogen zij samen in het huwelijk en gezin, en in de samenleving de door God gegeven taak samen uitvoeren.

Als nu voor elke taak de vrouw een hulp is tegenover de man, waarom zou dat dan niet het geval kunnen zijn in het ambt?, is zijn vraag. Waarom zou het in de kerkenraad wél zonder die vrouwelijke inbreng moeten (kunnen)? Dat strijdt toch met de structuur die al in Genesis is aangegeven en waarbinnen man en vrouw samen God zullen dienen 'op alle terreinen van het leven'?
En dus is Voorberg voor. Maar voorzichtig, hij wil eerst de komende jaren hierop nog studeren. En dus niets nu al geforceerd invoeren zodat, mocht de uitkomst van de studie daartoe aanleiding geven, deze stellingname zonder brokken weer kan worden verlaten.

 

De gedachte van Voorberg is interessant en goed te begrijpen. Het is ook een fundamentele gedachte die veel frutselen met teksten overstijgt. Maar een kernvraag blijft natuurlijk wel waarom in de heilhistorie dit nooit gestalte heeft gekregen in de bijbelse kerkregering. En dat er ook met Voorbergs opvatting nog steeds op een verantwoorde manier een 'oplossing' moet worden gevonden voor 'de zwijgteksten'. Want inmiddels staat de betekenis daarvan nog fier overeind, zeker nu de deputaten hun conceptbesluiten niet meer baseren op de hermeneutiek van hun rapport.

Bovendien, is die vrouwelijke hulp al niet gerealiseerd in het kerkelijk leven zoals we dat kennen? De vrouw is daar toch al een onmisbare steun en toeverlaat in vele niveaus? Haar lof werd bij meerdere gelegenheden gezongen op de synode, zelfs Spreuken 31 kwam voorbij.

 

Het is ook zeer de vraag of de voorstanders van de vrouw in het ambt ondergeschiktheid als de laatste herinnering aan haar 'onderdrukking' zullen tolereren. Voortdurend zien we een streven waarbij een volkomen egalitaire, gelijke positie en taak van man en vrouw wordt bepleit. Met minder zal men op de weg van 'bevrijding' niet willen weten. Dat dit niet een typisch ongerust geluid is bleek op deze synode toen het nieuwe huwelijksformulier aan de orde kwam. Men wil geheel gelijkluidende huwelijksbeloften en formules over en weer. Genderneutraal.

Als dit emancipatoire streven niet bij de wortel vanuit Gods Woord wordt bestreden en gewonnen zal niet worden gerust voordat volkomen gelijkheid is bereikt.

 

Studeren op de ambten

 

Door nogal wat synodeleden wordt bepleit eerst maar eens een grondige studie van de ambten te maken. Is daar niet heel veel aangekoekt aan taken in de loop van de eeuwen? In hoeverre komen onze ambten uit de Schrift? Kunnen misschien door een andere structurering en inhoud daar ook vrouwen toegang toe krijgen?

 

Het aantrekkelijke van zo'n voorstel is dat in elk geval voorlopig, de druk van de ketel is. Wellicht kan door een gezamenlijk inspanning op dit punt meer eensgezindheid ontstaan zodat een volgende synode wel op een groot draagvlak kan rekenen.

Maar terecht wezen verschillende sprekers er op dat hoe je ook dat eventueel nieuwe ambt construeert, de hamvraag blijft: wat is de taak en positie van vrouwen in het ambt. Kortom, met alleen een studie naar de ambten red je het niet. Ook zal de weg naar voortgaande studie door velen worden gevoeld als een escape, het inslaan van een vluchtroute. Daar komt bij dat er al meters boeken en studies zijn. Wat willen we daar nog aan toevoegen?

  

Klein college van wijze oudsten

 

Een vernuftige oplossing van het MV probleem werd door sommige adviseurs geopperd: een tweelagen kerkregering. Een klein college van wijze oudsten staat boven een brede kerkenraad MV. De raad is verantwoording verschuldigd aan het college dat uit alleen mannen bestaat. Zo vang je twee vliegen in één klap: het gezag en de uiteindelijke verantwoordelijkheid blijft bij het mannencollege en vrouwen kunnen alle taken in de gemeente uitvoeren, inclusief preken en huisbezoeken.

 

We hoeven hier niet onze eigen bedenkingen bij te noemen. Want helaas voor de bedenkers, het idee werd links en rechts afgeschoten. Ook deputatenbreed kon het geen genade vinden. Het gevaar van hiërarchie werd gesignaleerd, concentratie van macht, afstand tot de gemeente. In evangelische kringen liggen al de nodige wrakken op het strand.
En bovenal, het geniepige vraagje blijft zeuren: waarom mogen er geen vrouwen in het college?

Het idee zal het dus wel niet halen. Hoewel, deputaten en enkele adviseurs vinden het eventueel OK als tussenstap naar volledige openstelling. Niet meer en niet minder.

 

Vrouwelijke diakenen

 

Soms kreeg je de indruk dat synodeleden in de wanhoop van 'we moeten toch iets doen' maar weer het belegen idee vrouwelijke diakenen van stal haalden. Daar kan toch niet zoveel mis mee zijn sinds prof. Van Bruggen daar al een lans voor heeft gebroken in zijn Ambten in de apostolische kerk? Opnieuw, dat zou de druk van de ketel kunnen halen en laten zien dat we heus wel verder komen op de weg van kerkelijke vrouwenemancipatie. Clara Wichmann kan dan gematigd tevreden over onze progressie zijn, bij wijze van spreken.

 

Het zal duidelijk zijn dat de deputaten hier op zich geen moeite mee hebben. Alleen, ze zeggen nu al dat dit niet het antwoord op de centrale vraag kan zijn. Het is hooguit (alweer) een tussenstap naar de volledige openstelling van de ambten. En dat wijst ook de praktijk uit in andere kerken. Nooit blijft alleen het diakenambt opengesteld voor vrouwen. Het valt te verwachten dat men deze move als een zoethoudertje ziet. Op de volgende synode zal de MV vraag verhevigd terugkomen met als extra argument, we hebben toch ook vrouwelijke diakenenambtsdragers. Zie maar hoe bijzonder hoog dit soort consequentie-denken scoort in de synode discussies. Het eilandje 'niet-voor-vrouwen' is dan alweer kleiner geworden.  

 

Maar er is meer van te zeggen.

In de eerste plaats, dit kan toch ook niet zomaar? Hier hoort toch een deugdelijke grond voor te  worden aangedragen? Het deputatenrapport ligt al in de synodeprullenbak, er konden inhoudelijk te weinig goede woorden aan worden gewijd. Dus daar valt geen goede grond uit te peuren.

Hier wreekt zich overigens dat de deputaten zich niet hebben gehouden aan de opdracht van Harderwijk die juist wel een separate opdracht voor onderzoek naar het diakenambt had gegeven. Nu ligt er dus eigenlijk niks meer op de synodetafel. Dus kan nu niet ad hoc het diakenambt worden opengesteld.

 

We hebben nog wel wat meer principiële bezwaren. Want is de redenering eigenlijk wel juist dat het ambt van de diaken geen gezag- en regeeraspect kent? Is in de klassieke gereformeerde ambtsleer dát het specifieke verschil tussen de ambten van diaken en oudste? Zeker, bij het ambt van oudste is sprake van regeren, gezag, bediening van de sleutels van het koninkrijk. Maar het diakenambt kent toch ook gezag, 'leidinggeven aan', 'gesteld zijn over'? En dan gaat het ook niet alleen om wat collecten onder armen verdelen maar om stimuleren, activeren, bemoedigen en vertroosten van Christus' schapen. De ambten zijn wat dat betreft toch aan elkaar gelijk, zij het dat ze een verschillende invalshoek, een ander werkterrein hebben?

Ds. S.W. de Boer vergeleek de hoeveelheid werk van oudsten en diakenen en concludeerde dat het meeste werk in de gemeente door diakenen gebeurt. Zou daar dan ineens geen sprake meer van leidinggeven, gezag uitoefenen zijn? Zij komen toch ook namens Christus in de gezinnen en spreken de broeders en zusters met gezag aan? Over inzet van gaven, tijdsbesteding, christelijk onderwijs, geldbesteding, etc.. Hoe kan dat zonder dienend gezag?  

 

Kortom, wat ons betreft staat openstelling van het diakenambt gelijk aan dat van ouderling en dat is niet naar 1Tim. 2 (en 3).

 

Wat blijf over?

 

Adviseur prof. De Bruijne zegt: niet doen. Houdt rekening met de zwakken. Wat de Geest nog niet geeft moet je niet alvast nemen. Is dit niet een Salomo's oordeel in deze synodale wirwar?!

Maar De Bruijne voegt er iets aan toe. Hij zegt: openstelling van de ambten gebeurt toch wel. Je kunt tegenspartelen wat je wilt maar het gáát gebeuren! Kijk maar naar jongeren. Bovendien, het kan op twee manieren: door afval van de Schrift, of in trouw aan de Schrift. En met dat laatste zijn wij bezig, vindt hij…

 

Het klinkt wat cynisch, naar ons gevoel. Je kunt met elkaar van alles uit de Schrift halen en overwegen maar het zet geen zoden aan de dijk. Moeten we dan ook maar niet eerlijk concluderen dat er inderdaad een fundamenteel gebrek is aan het gezag van de Schrift over ons (kerkelijk) leven? Daar lijkt het tenminste wel op. Het zal zo'n machteloos kerkzijn opleveren als we niet verder komen dan dit.

 

Ook adviseur prof. Te Velde zegt: 'niet doen', en geen studiedeputaatschap instellen. Maar hij heeft een wat andere invalshoek namelijk iets als een faciliterende pragmatische benadering. Net als bij de Herziene KO, het gebruik van liederen in de eredienst en kerkelijke eenheid moet je registreren en faciliteren wat uit de kerken zélf komt. Vrouwen kunnen gewoon in het ambt, daar moet je nu nog niets voor regelen. Het groeit vanzelf uit tot we op een volgende synode constateren dat er voldoende draagvlak is ontstaan. Niet studeren dus, maar doen!, adviseert prof. Te Velde. En ja, wie houdt dan nog iets tegen als ook onze visie daarop – zelfs zonder synodebesluit -  geheel bandbreed-gereformeerd wordt geacht?

Dat proces blijkt trouwens al in gang. Ds. Van der Schee zei op de synode dat in zijn gemeente al vrouwelijke ambtsdragers functioneren en naar verluidt, zouden enige weken geleden ook in GKv Mijdrecht vrouwelijke ambtsdragers zijn bevestigd.
Maar zijn dit niet symptomen van een verziekt kerkverbandelijk leven?

 

Overigens verdedigde juist prof. Te Velde de denklijnen van het deputatenrapport! Hij kan nog preken laten zien uit de zeventiger jaren, betoogde hij, met dezelfde redenering die het rapport gebruikt heeft. Hij paste die vroeger toe op het vervallen van de hoofdbedekking van de vrouw (1Kor. 11). En, maande hij de synodeleden, als u nog net als Hamilton denkt over Genesisdagen van 24 uur dan zit u morgen in een hoedjeskerk.

 

Het lijkt ons een wat laag-bij-grondse redenering van deze hooggeleerde broeder. Een redenering die trouwens voortdurend wordt gebezigd. Ook in Hamilton maakten onze hoogleraren zich er sterk mee.

Maar het is toch niet erg sterk om vanuit dit consequentie-denken te argumenteren? We moeten ons immers minstens twee vragen stellen: was ons denken toen misschien ook al niet jofel', en waar is het teken van die hoofdbedekking nu gebleven? Vervangen of verdwenen? Het blijft dus een zwak argument waarmee voorstanders zich profileren.

 

Al eens eerder hebben we er voor gepleit om aan de 'hoedjes' weer eens inhoudelijke aandacht te geven. In dit kader misschien een aardig piekerpuntje. Iemand zei vorige week dat de sluier in de Bijbel typisch iets van mode, van cultuur is. Immers in Genesis 38 is de sluier een hoofdbedekking van een hoer, in 1Kor.11 een teken van een eerzame vrouw. Mode dus. Mag de conclusie zijn dat in onze cultuur het teken van trouw weer iets anders mag zijn? Een trouwring bijvoorbeeld?

Iets om even over te peinzen.  

 

Adviezen

 

We hebben hierboven al enige ideeën van adviseurs voor het voetlicht gehaald. Is het allemaal kommer en kwel?

Nee. We hebben met veel interesse en instemming geluisterd naar de toespraak die ds. W. van 't Spijker die zaterdag heeft gehouden. Op een voor een christelijke gereformeerde afgevaardigde ongekend directe manier sprak hij over de MV kwestie. We gaan die hier niet samenvatten en verwijzen naar het verslag waarin zijn toespraak in extenso is opgenomen. Een van de schokkende uitspraken van de predikant was dat het MV deputaten rapport op 'de rand van de afgrond van de schriftkritiek bewoog en er misschien wel net overheen'. Dat heeft de vergadering nogal geraakt. Steeds kwam dat later in de bespreking, m.n. ook op dinsdag terug. Het werd met klem ontkend, er zou geen sprake van schriftkritiek zijn in deze zaak. En ongetwijfeld zijn de intenties van de broeders goed, men wil het ook niet. Maar daarmee is niet alles gezegd. Het moet ook blijken in de werkelijke omgang met de Schrift. Als je blijft houden aan jouw onhoudbare visie tegen vele waarschuwingen in is dat een veeg teken.

 

Ook emeritus hoogleraar dr. J. van Bruggen gaf een advies. We hebben er met veel instemming kennis van genomen. Naar onze overtuiging werden hier weer op een typisch Vanbruggiaanse wijze spijkers op de kop geslagen. We zijn blij dat we dit geluid horen.

Het werd hem overigens niet in dank afgenomen door het deputaatschap. M.n. prof. Van Houwelingen maakte zich er boos over. Maar hij heeft voor ons niet duidelijk kunnen maken waarin Van Bruggen dan de plank inhoudelijk missloeg.

 

Waar staan wij?

 

Het zal duidelijk zijn dat we graag blijven bij de ambten zoals die (behoren te) functioneren in de gereformeerde kerken. Openstelling van de ambten levert onoverkomelijke bezwaren op. En dat is niet omdat we neerzien op vrouwen, integendeel. Zij zijn voor ons het mooiste en beste wat God heeft geschapen. Hoe heeft Hij het kunnen verzinnen, met eerbied gesproken.

Maar de Here heeft ook structuren in de schepping gelegd. Onderscheiden taken gegeven, grenzen gesteld. Daar heeft de wereld na de zondeval niets meer mee, die laat zich daardoor niet gezeggen. Zeker in onze seculariserende wereld niet. Het kost strijd om ons daar tegen teweer te blijven stellen. Het gaat om de boze machten in de lucht.

Maar ons geloof is en blijft dat wat de Here eens heeft ingesteld goed is, ook voor de dag van vandaag. Dat doorzien we zeker niet in alle opzichten, maar we eerbiedigen het wel.

 

Er is op de synode nogal een keer gezegd dat onze maatschappij onder invloed van het evangelie vrouwvriendelijker is geworden. Op een aantal aspecten zijn we het daarmee eens. Maar tegelijk zouden we de stelling aandurven dat in zeker opzicht onze samenleving asociaal is geworden voor vrouwen. En dan denken met name aan de bijna onontwijkbare druk om als ouders, vader en moeder een 'normaal' gezinsleven te leiden. In hoeveel gezinnen moeten niet beide ouders werken om de financiële eindjes aan elkaar te knopen. De kinderen moeten 's morgens al vroeg naar de crèche of kinderopvang. De hele dag is het rennen. 's Avonds kan dan nog even een kwaliteitsuurtje worden besteed aan het kroost.

We gaan er nu niet over uitweiden, maar hoeveel van Gods scheppingsstructuren wordt er in onze maatschappij niet vernield? Is het enigszins te schatten hoeveel schade dit aan (kinder)levens en toekomstige generaties veroorzaakt?

 

We maken deze opmerking natuurlijk in het kader van MV. De existentiële vraag is willen we echt dat de vrouwen en moeders ook 's avonds nog weer op pad gaan om net als de mannen allerlei taken in de kerk te vervullen? Zodat nadat vader verdween uit het gezin, het nu de beurt is aan moeder? Zou het niet zo kunnen zijn dat God in zijn schepping met de relaties waarover we nu al zolang spreken en een wijze bedoeling heeft gehad? Zodat de vrouw en moeder werkelijk tot haar 'scheppingsrecht' komt?

 

En er ook (weer) echte mannen zijn. Ds. Zomer sprak erover in een korte meditatie op de synode. "Want die zijn nodig. Wees sterk en moedig, zei Mozes tegen Jozua. Wees standvastig en laat je door niets weerhouden. Heeft de kerk misschien mannen nodig? Want we staan aan het front, er vallen slachtoffers."

 

Nog een laatste opmerking. Er wordt gepleit voor genderstudies. Kort gezegd, wat is nu precies eigen aan de man en de vrouw m.b.t. allerlei taken. Zou het niet verstandig zijn, voorzichtig gezegd, ook aandacht te schenken aan de gevaren die gezamenlijk pastoraat met zich meebrengt in de onderlinge verhouding van de seksen?

Er is hier veel meer over te zeggen maar we laten het hierbij. En zien met grote belangstelling uit naar de besprekingen morgen op de synode te Ede.