Ethiek

In de pers

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Vrouwen op vrijgemaakte kansels 10

 

D.J. Bolt
08-02-14

 

We vervolgen deze serie met informatie n.a.v. het deputatenrapport Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie en samenvattingen van reacties daarop.  
 


 

Ds. P. Niemeijer, GKv Rijnsburg

 

RD 30/01/14, Interview

 

Het dagblad heeft een interview met ds. P. Niemeijer, de preses van de vorige synode te Harderwijk (en van die te Amersfoort-Centrum 2005).
In het interview komt ook het onderwerp Vrouw in het ambt aan de orde.

Het is "een gevoelig thema", denkt de predikant, evenals andere onderwerpen. "Er is een groep in de kerken die zich grote zorgen maakt. Onder de ingekomen stukken bevindt zich een appel, ondertekend door ruim 1500 leden. Vanuit binnen- en buitenland zijn er brieven en vermaningen gestuurd. Daar kun je niet omheen".


Op de vraag of het rapport vrouwelijke ambtsdragers van tafel moet, antwoordt Niemeijer:
 

"Het sterke van onze kerken is dat ze niet om vragen heen lopen. Zelf vind ik dat je bij belangrijke beleidsbeslissingen moet aangeven hoe je je stelt in de lijn van de Reformatie. Ongeacht je positie is het daarbij van belang dat je het gezag van de Schrift erkent, maar voorzichtig bent in het een-op-een vertalen van Bijbelse voorschriften naar deze tijd. Dat speelt ook bij de discussie over de plaats van de man en de vrouw in de gemeente. Dat is volgens mij meer een kerkordelijke kwestie dan een heilsnoodzakelijke. Ik vind het een mooie Bijbelse lijn dat de vrouw ons moet leren ontzag te hebben voor anderen en de man ons moet leren anderen lief te hebben."

 

De journalist vraagt door en wil weten wat met "een-op-een vertalen van de Schrift wordt bedoeld. Niemeijer:

 

"De huidige praktijk zet me aan het denken. Vrouwen uit onze gemeenten geven leiding in de maatschappij. Ze mogen als volwaardig lid het woord voeren in gemeentevergaderingen, roepen kerkenraden ter verantwoording: ze doen overal aan mee. We benadrukken de Bijbelse gelijkwaardigheid. Het lijkt weleens als of bepaalde teksten alleen maar en dan ook nog een rechttoe, rechtaan betekenis hebben als antwoord op de vraag of de vrouw mag dienen in een kerkelijk ambt. Ik denk dat hier nog veel meer vragen op een antwoord wachten"

 

Maar, zo wil de journalist weten, dreigt er toch niet een afstand nemen van de gereformeerde belijdenis. Ds. Niemeijer ziet dat niet zo:

 

"Daarvoor moeten we altijd op onze hoede zijn. Als de beeldvervorming is dat de synode en de Theologisch Universiteit Kampen afscheid nemen van de belijdenis, dan ben ik het daarmee oneens. De discussie zou heel anders verlopen als er op de punten waarover het gaat expliciete confessionele uitspraken zouden bestaan. Het is juist een kwestie van het zoeken naar Bijbels en confessioneel verantwoord optreden."

 

Niemeijer hoopt "dat de Heere onze kerken wil beschermen bij het zoeken naar antwoorden. Ik hoop dat dat zoeken gezamenlijk en constructief gebeurt."

 


 

 Dr. P.L. Voorberg, GKv Emmeloord

 

ND 01/02/14, Interview

Het dagblad interviewt ds. Voorberg die net tot preses van de synode is verkozen. Daarin komt ook even 'de vrouw in het ambt' voorbij. De journalist vraagt wat het lastigste dossier is. Ds. Voorberg antwoordt:


‘Man, vrouw en ambt; er wordt in de kerken nergens anders over gepraat. Maar misschien kunnen we met deze discussie onze winst doen, dat sluit ik niet uit. Winst, omdat we nu dieper moeten nadenken over de positie van vrouwen in de kerk. En dieper nadenken over de ambten in de kerk. Dit dossier dwingt ons tot dieper nadenken.’

 


 

Prof. dr. G.H. Visscher, Canadian Theological Reformed Seminary

 

ND 25/01/14, Interview

 

Het dagblad houdt een telefonisch interview met prof. Visscher, rector van het Canadian Theological Reformed Semenary in Canada en voorzitter van de Hermeneutiek-conferentie te Hamilton. In het interview met als kop ‘Vrouw in ambt brug te ver voor Canadese kerk’, komt ook kort het punt vrouw in het ambt aan de orde. Op de vraag hoe bezorgd de hoogleraar, het seminary en zijn kerken zijn over de kerkelijke ontwikkelingen in Nederland, antwoordt hij:

 

‘Als de synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) groen licht geeft voor de vrouwelijke predikanten, ouderlingen en diakenen, weet ik zeker dat onze synode van de Canadian Reformed Churches de zusterkerkrelatie beëindigt. Dat zal dan ook leiden tot minder contact tussen ons en Kampen, want we zijn een seminarie van de kerken.’

 

Door de contacten op deze conferentie is er overigens wel iets veranderd:

 

‘We begrijpen elkaar beter. En ik hoop dat zij beter ons verzet tegen vrouwelijke ambtsdragers begrijpen.’
 


 

Ds. S. van der Lugt, GKv Delft

 

ND 20/01/14, Ingezonden

 

De vrijgemaakte predikant neemt waar dat men zich afvraagt of het op grond van de Schrift geoorloofd is dat ook vrouwen het ambt bekleden. En hoe lezen we de Bijbel? Terwijl een van de deputaten ook nog de vraag stelt hoe het kan dat eerdere deputaten en synodes er niet in slaagden tot een duidelijke conclusie te komen.
Van der Lugt vindt deze vragen "onvruchtbaar" en "de kerk van de Heer onwaardig". We moeten ons "niet uitleveren aan de beste en scherpzinnigste Bijbeluitlegger." Want de ene keer kon het niet en nu weer wel. Zo "creëert de theologie haar eigen geloofwaardigheidsprobleem", volgens de Delftse dominee. En bovendien als je ertoe besluit, "hoe houd je de mensen vast die blijven bij de traditionele Bijbeluitleg en structuur? Zij moeten zich schikken naar de nieuwe situatie, of vertrekken."

 

Ds. Van der Lugt ziet de oplossing doordat we ons allemaal richten op de wederkomst. Dan leer je de goede vragen stellen:

 

"Wat vinden wij samen, in onze Nederlandse context, wijs met betrekking tot het dienen van mannen en vrouwen in het ambt, met het oog op de naderende terugkeer van de Heer?’ Dát is volgens mij de vraag die ertoe doet." () "Hoe willen wij dat de Heer ons aantreft als Hij binnenkort arriveren zou? Hoe kunnen wij laten zien dat de eindbestemming die voor ons ligt bij God, nu al de verhoudingen gaat bepalen? Of: is er in de bestaande ordening iets van zonde die wij als ballast moeten afwerpen ten einde onze Heer zo goed mogelijk tegemoet te treden bij zijn komst?

Op deze wijze ben je bezig de waarden van een gemeenschap te mobiliseren. En ik geloof dat we op deze wijze de sfeer en de mogelijkheid creëren van een dringend appel op elkaar, om je te schikken naar een structuur die niet je voorkeur heeft. Of je nu voor bent of tegen."

 


 

De Bouwsteen, kerkbode Assen-Peelo

 

08/12/13

De kerkenraad van GKv Assen-Peelo meldt dat hij een vrouwelijke student van de Evangelische Theologische Academie toestaat een jaar lang (2014) stage te lopen in de gemeente. De stagiaire, lid van de Moluks Evangelische Kerk te Assen, heeft daar verschillende functies vervuld als diaken, ouderling en scriba van de classis. Ze had er ook preekconsent. Haar stage zal bestaan uit het voeren van vele pastorale gesprekken in de gemeente in allerlei situaties. De kerkenraad heeft geen overwegende bezwaren dat zij met een andere kerkelijke achtergrond in de gemeente werkzaam zal zijn. Ze hebben haar leren kennen "als een gelovige vrouw met veel levenservaring".

 


 

T.R. Tjerkstra, huisarts Amsterdam

 

ND 02/02/14, Ingezonden

 

Paulus schrijft aan Timoteüs dat de redding van de vrouw ligt in het moederschap als ze volhardt in geloof, liefde en een heilig leven en daarbij bescheiden blijft. Maar wat betekent hier ‘redding’ en wat zegt dat over vrouw en ambt?
Het Griekse werkwoord sozein (redden, behouden) gaat in het Nieuwe Testament in 56 gevallen over de eeuwige zaligheid; in 37 gevallen doelt het op een lichamelijke genezing of uitredding en in dertien teksten om beide. Voor het zelfstandig naamwoord soteria (behoud) zijn die getallen 37, 3 en 5 (totaal 35 maal).
De arts vermoedt dat het in het vers niet zozeer gaat om het eeuwig behoud als wel om lichamelijke gezondheid. Hij vertaalt: de vrouw zal door het proces van de baring heen haar gezondheid behouden. De vloek uit Genesis 3 – ‘met verzwaarde moeite zult u kinderen baren’ – is in principe door Jezus opgeheven.


De tekst staat in de contekst van een machtstrijd. Vrouwen, rap van tong, willen Timotheus uit de positie die hij van Paulus kreeg, verdrijven. Daarbij gaat het over een  publiek uitspreken van een gebed: de mannen moeten dit doen zonder toorn of twist, de vrouwen bescheiden (NBG: zedig) en ingetogen. Paulus wil dat de vrouwen op gepaste wijze van hun voorrechten in de gemeente gebruik maken. Ze moeten niet in het openbaar hun eigen mannen kritiseren (1 Korintiërs 14:35) of in verlegenheid brengen.

Maar ook mannen zijn nog niet gewend aan de volkomen gelijkwaardigheid van seksen. Het bleek dat ze op ‘onmatige’ wijze hun machtspositie in kerk en maatschappij verdedigden en uitbreidden, ten koste van de vrouwen. Vrouwen waren in die tijd dikwijls onderontwikkeld in de kennis van Mozes en de profeten. Daarom moeten ze eerste in alle rust worden onderwezen. Dat is de context van waaruit Paulus dit alles schreef.

 

In het paradijs ging het ook al fout door gebrek aan onderricht want Adam die het proefgebod heeft gekregen had Eva beter moeten onderrichten. Daardoor kon zij misleid worden terwijl Adam niet ingreep.
Na de verwijzing naar Adam en Eva in het paradijs maakt Paulus ineens een enorme gedachtesprong. Hun overtreding had voor het hele menselijke geslacht geweldige gevolgen, speciaal voor de vrouw: de lasten van het moederschap en lijden onder de heerszucht van de mannen. Maar ze zal in het proces van kinderen baren de kracht van de verlossing in Jezus’ bloed mogen ondervinden.

Een vrouw die onderricht wil ontvangen, dient dit eerst aan haar man te vragen. Pas als ze onderwezen is in Mozes en de profeten, kan ze meedoen in de discussie. Zie bijvoorbeeld Lydia die na onderricht van Paulus optreedt een zelfstandige vrouw die van wanten weet.

 


 

Jan Werkman, Zutphen

 

ND 31/01/14, Ingezonden

 

Een synode is een bestuursorgaan dat zich vooral kerkpolitiek moet afvragen, hoe houden we de kerken zo goed mogelijk bij elkaar? Die taak leent zich maar moeilijk voor het beslechten van theologische geschillen – wie die verwachting heeft, raakt onherroepelijk teleurgesteld. Deze zaak moet dus langs bestuurlijke worden behandeld. Het deputatenvoorstel steekt daar ook op in. Er moet een vervolgopdracht komen om afspraken en regelingen te maken die plaatselijke kerken nodig hebben om al dan niet te kiezen voor vrouwelijke ambtsdragers zonder dat er wrijving ontstaat. Echter juist de bestuurlijk ervaren deputaat Dick Slump neemt een tegenstandpunt in.

 

Volgens een enquête in 2007 was driekwart van de 2500 ondervraagde kerkleden tegen de vrouw als ouderling of predikant. Met vrouwelijke diakenen had de helft geen moeite. De discussie nu is zwaar geladen omdat tegenstanders het gezag van de Bijbel in het geding brengen. Als de synode een positieve principe uitspraak doet heeft dat niet gelijk gevolgen maar wel invloed natuurlijk: op de leiderschapteams met vrouwen er in en op vrouwelijke theologiestudenten.
 

In de NGK is destijds ook ruimte geboden maar niets opgelegd. In 2011 bleek dat 20 gemeenten hun beleid niet veranderden, 16 stonden alleen vrouwelijke diakenen toe, 13 vrouwelijke diakenen en ouderlingen, en 31 gemeenten in alle ambten. Het leidde in geen enkele regio tot spanningen of conflicten. Maar bij de vrijgemaakten bestaat er gerede vrees dat groepen verontruste kerkleden vertrekken wanneer de synode een wissel neemt. Bovendien komt de verhouding met de christelijk-gereformeerden en veel buitenlandse kerken onder druk. Dat is pijnlijk voor een kerkverband dat juist vele jaren naam maakte als gangmaker van de wereldwijde gereformeerde ­oecumene. Een afwijzend besluit zal andere kerken en leden soms (flink) teleurstellen en bijvoorbeeld die vrouwen die predikant willen worden doen uitwijken naar een ander kerkverband. Er is dan nazorg nodig.

 

Eerst maar eens vrouwelijke diakenen invoeren zou een alternatieve route kunnen zijn. Maar hier biedt het deputatenvoorstel geen handreiking voor. Of misschien langer doorspreken over hoe je de Bijbel anno nu leest? Op dit punt is er beweging tussen vrijgemaakt- en Nederlands-gereformeerden. Ze hebben nu naar elkaar uitgesproken elkaar te vertrouwen in hun omgang met de Bijbel, ook wanneer dat tot verschillende uitkomsten leidt. Zoals bij de vrouw in het ambt. Wie weet zien de afgevaardigden er een vingerwijzing in.

 


 

Ds. D(avid) de Jong, GKv Den Ham 

 

ND 28/01/14, Column

 

De dominee wijdt zijn column aan een vorm van versluierend theologisch taalgebruik waaraan hij ook zichzelf schuldig maakt. Als voorbeeld geeft hij uit een eerdere publicatie de zin: ‘Misschien wordt er in vrijgemaakte kring zo oorverdovend gezwegen bij het overlijden van ds. Hoorn omdat zijn naam herinneringen oproept aan een bekrompenheid waar men zelf ook niet vies van geweest is’. 'men' verwees naar niemand expliciet maar is wel beschuldigend. Naar Spr. 26:19 heeft hij daar nu spijt van.

De Jong ziet het woordje 'men' zo ook gebruiken in het rapport voor de vrijgemaakt-gereformeerde synode over 'de vrouw in het ambt:

Naar aanleiding van Paulus’ woorden in 1 Timoteüs 2 – ‘Want Adam werd als eerste geschapen, pas daarna Eva’ – zeggen de opstellers van het rapport: ‘De vraag rijst of men niet achteraf aan het argument van de scheppingsorde een bepaalde meerwaarde heeft toegekend, waarbij het begrip ‘scheppingsorde’ een vrijwel tijdloos theologisch concept geworden is’.

 

Volgens De Jong verraadt hun gebruik van het woordje ‘men’ dat de deputaten het niet openlijk hebben aangedurfd met Paulus van mening te verschillen. Dat begrijpt hij omdat daarmee een grens overschreden zou worden.
Maar: "Op dit moment kan ik het niet anders zien dan dat de schoonheid van de verhouding tussen man en vrouw, zoals God die voor ogen stond toen Hij het huwelijk instelde, te groot is om haar binnen het huwelijk op te sluiten. Zo sprak Paulus in 1 Korintiërs 11 en Efeziërs 5, toen hij het geheimenis van het huwelijk toepaste op de kerk. Echter in onze tijd kunnen we niet maar, als Paulus in 1Tim. 2, simpelweg naar Genesis 2 en 3 verwijzen. Dat is "niet alleen te kort door de bocht (‘Want Adam werd als eerste geschapen, pas daarna Eva. En niet Adam werd misleid, maar de vrouw; zij overtrad Gods gebod’), maar ook onnodig kwetsend (‘Ze zal worden gered doordat ze kinderen baart’)."

Daarom moeten in de kerk mannen en vrouwen in dienst van het evangelie elkaar niet verdringen, maar aanvullen zoals Paulus zegt: ‘Echter, in hun verbondenheid met de Heer is de vrouw niets zonder de man, en ook de man niets zonder de vrouw’.

 


 

Ds. H. Folkers, GKv

 

ND 25/01/14, Ingezonden

 

De dominee vindt het appel dat 1500 broeders en zusters op de synode deden verkeerd. In zijn betoog besteedt hij ook aandacht aan de vrouw in het ambt.

Folkers raakt er steeds meer van overtuigd dat de vragen rondom vrouw en ambt een andere aanpak vragen. Exegese van de teksten die hier in geding zijn – en ook de omweg via de hermeneutiek – helpen ons niet wezenlijk verder, meent hij. De standpunten liggen vast: we overtuigen elkaar niet.
Daarom zou het beter zijn vragen te stellen bij het functioneren van de ambten in het licht van de Schrift. En bovendien, als kerken theologische studenten laten onderrichten door vrouwelijke doctores, waarom zouden zij dan moeten zwijgen in de samenkomst van de gemeente? Wat verbiedt Paulus nu eigenlijk?, zo vraagt Folkers zich af.

 

Net als slaven zijn nu vrouwen geëmancipeerd. Die ontwikkeling is niet tegen te houden, alle beroep op de Bijbel ten spijt. In elk geval zouden we elkaar vast moeten houden.