Weg van eenheid (2)
D.J. Bolt
17-09-11
Eind januari van dit jaar werd er in Zwolle een beraad belegd van verontruste GKv-ers. Hiervoor waren ook verschillende broeders en zusters uit van de GKv afgescheiden kerken uitgenodigd. Het beraad was georganiseerd door de noordelijke verontrustengroepen in de GKv.
Het doel was, kort gezegd, een open gesprek over de huidige kerkelijke situatie aan te gaan. Daarnaast wilden we graag met elkaar spreken over de brandende vraag hoe we verder moeten. Voor velen is het kerkelijke water tot aan de lippen gestegen. Verschillende broeders en zusters kerken niet meer in hun eigen gemeente of vieren (daar) geen avondmaal. Wat wil de Here van ons in deze situatie? Wat is de weg die Hij wijst? Zijn er verantwoorde perspectieven?
Ook wilden we nadenken hoe we elkaar kunnen steunen en vasthouden in de moeiten.
Als aanloop op de discussie werd een inleiding gehouden met een korte schets van de problemen in de GKv als ook in de afgescheiden kerken.
Vandaag het tweede deel.
---------------------------------------------------------------------------------------------
Versplintering
Ik wil nu me als het ware omdraaien en kijken naar het kerkelijk landschap van broeders en zusters die bovenstaande vragen inmiddels hebben beantwoord door zich van de GKv af te scheiden of zich vrij te maken. Als een verontruste GKv-er tot het besluit zou komen afscheid te nemen wat zou er meer voor de hand liggen dan aansluiting bij hen te zoeken? Maar de vraag die niet kan worden ontweken is: Bij welke kerkgemeenschap moeten we ons dan aansluiten?
Kunnen we ons misschien aansluiten bij De Gereformeerde Kerken (DGK) waaraan de predikanten De Marie en Van Gurp zijn verbonden, de zgn. nieuwe vrijgemaakten?
De vraag is wel op welke basis er bij deze kerken kan worden aangesloten. Is er ruimte, u kent ongetwijfeld de belangrijke vraag, om anders te denken over de vrijmaking van 2003 dan zoals daar in de DGK over wordt gesproken als "een machtig werk van de Here"? Mag er bevraagd worden over tuchthandelingen en buitenverband plaatsingen? Zonder dat dat onmiddellijk verwijdering geeft en tot moeilijkheden leidt?
Laten we naar een andere kant kijken. Moeten we ons misschien aansluiten bij de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) oftewel de kerken in het zgn. voorlopig kerkverband, met de predikanten Hoogendoorn en Van der Wolf?
Wat betekent precies voorlopig? Welke van de GKv-synodebesluiten worden daar 'voor vast en bondig' houden? En welke besluiten die van de DGK afgesplitste gemeenten vanaf 2003 hebben aanvaard? Houdt men ook dáár nog steeds vast aan 2003 als 'werk van de Here'? Mogen daar ook vragen worden gesteld over de manier waarop verschillende gemeenten afscheid genomen hebben van DGK? Zonder dat dat onmiddellijk verwijdering geeft en tot moeilijkheden leidt?
En dan is er nog de dolerende gereformeerde kerk te Dalfsen, in februari vorig jaar afgescheiden van de GKv. Aan deze gemeente is ds. Heres verbonden. Van daaruit werden initiatieven ontplooid om toenadering te bewerken tussen broeders en zusters die bij elkaar horen.
Helaas, dit streven werd doorkruist door broeders die een onmiddellijke aansluiting bij het voorlopige kerkverband wensten en waardoor een scheuring in de gemeente is ontstaan. Verontruste vrijgemaakten zullen nu dus moeten kiezen tussen Emmastraat en Hof van Dalfsen.
Zo rondkijkend is het beeld verwarrend. Rechtstreekse samensprekingen tussen de kerkverbanden DGK en GKN kwamen niet van de grond. Integendeel, de verhoudingen lijken hoe langer hoe meer te vertroebelen. Er worden wederzijds voorwaarden gesteld waardoor gesprekken bij voorbaat mislukken. Bovenal lijkt het voor de buitenstaander dat de echte wil ontbreekt om aan eenheid te werken.
HHK
Maar rondkijkend is er meer te signaleren.
In deze situatie van moeite en verwarring neem ik ook een steeds sterker wordende roep waar om in de richting van de Hersteld Hervormde Kerk te kijken. Iemand die dat voorstaat, is b.v. dr. Arntzen. Ook binnen DGK en GKN krijgt de HHK aandacht. Verschillende predikanten, waaronder van de GKN, bezoeken al jaren de Haamstedeconferentie die voor een behoorlijk deel bestaat uit voorgangers van de HHK. De vraag wordt openlijk gesteld: als het ex-GKv-ers niet lukt om elkaar in eenheid en liefde te vinden rondom het Woord, zouden we dan niet maar eens moeten onderzoeken of de Here kennelijk een andere weg met ons wil? Onderzoeken of Hij misschien in deze oude kerk van de Reformatie nieuw leven heeft gewekt? Nu deze kerken de dominerende vrijzinnigheid hebben afgeschud en de gereformeerde belijdenis de exclusieve basis vormt voor haar kerkzijn?
Ik heb nog eens weer de acte van Afscheiding of Wederkeer gelezen die in 1834 door ds. Hendrik de Cock werd opgesteld. Daarin beloofden de Afgescheiden opnieuw eenheid te zoeken met hun dwalende broeders als zij weerkeerden naar Gods Woord zoals we dat samengevat belijden in de gereformeerde confessie. Zou het niet goed, meer nog, zijn we niet verplicht om in een eerlijk 'oecumenisch willen' dit "zorgvuldig te onderzoeken"?
Tegelijk moet ook nuchter worden vastgesteld dat het voor veel vrijgemaakten nog zeker een brug te ver is. Het is werkelijk een cultuurschok om een dienst bij te wonen in een HHK-gemeente als Hardegarijp in het Noorden van Friesland. Om de oude Statenvertaling te lezen, de berijming van 1773 te zingen op hele noten in tempo dat minstens drie keer lager ligt dan we gewend zijn. Maar ook, en dat is belangrijker, waar de vraag rijst: Wordt daar de zekerheid van het geloof gebouwd op Gods vaste beloften? Of wordt er gezocht in de staten en standen van het eigen bevindelijke leven?
Weer anderen zoeken het in de Christelijke Gereformeerde Kerken, zo zie ik om me heen. Nu is de stelling te verdedigen dat in deze kerken nog meer gereformeerde belijndheid te vinden is dan in onze kerken. Het officiële blad De Wekker ademt een orthodoxer geest dan het gemoderniseerde blad De Reformatie van de GKv. Tegelijk is aansluiting bij deze kerken m.i. 'komen van de regen in de drup'. Want dezelfde tendensen in onze kerken nemen we ook waar bij de christelijke gereformeerden, zij het misschien in een wat lager tempo. Ik kan dat nu hier niet verder uitwerken maar volsta met het feit dat een van de docenten aan onze universiteit de christelijke gereformeerde dr. S. Paas is die Schriftkritiek wordt verweten. Deze docent ging veertien dagen geleden zelfs voor in een baptistengemeente te Amersfoort. Een andere voorman, prof. Peels was een van de voortrekkers van de zgn. Nationale Synode. Het illustreert dat we met een eenvoudige keuze voor de CGK ook niet de moeiten achter ons gelaten hebben.
Tot zover de rondblik over het kerkelijk erf. Het beeld is niet opwekkend, broeders en zusters. De conclusie kan niet anders zijn dan dat er veel verwarring en moeite is. Wat wil de Here dat wij doen? Of moeten we niets doen? Maar hoe kunnen we het verantwoorden om ons en onze kinderen week in week uit te laten beïnvloeden door erediensten die die naam níet verdienen? Laten we niet denken dat wij wél immuun zijn voor de doorwerking van het Schriftkritisch denken waaraan wij en onze kinderen in allerlei vormen blootstaan.
Antwoord
Ik zou u graag een helder antwoord willen geven. Een duidelijke richting wijzen. Een maand geleden dacht ik dat ook te kunnen doen. Mijn visioen was tweeledig.
Daarin zag ik verontruste broeders en zusters in de GKv elkaar steeds meer opzoeken, proberen samen tot een beslissing te komen. Tegelijk werd er intensief gewerkt aan eenheid tussen de broeders en zusters ex-GKv-ers. Er kwamen signalen van toenadering, van toekomstige eenheid. Die lijnen, zeg maar verzamelen binnen de GKv en toenadering onder ex-GKv-ers zouden elkaar gaan raken als een Vereniging in 1892.
Wat concreter gemaakt: Als definitief zou blijken uit het handelen van de synode van Harderwijk, die vandaag start, dat de GKv niet wil terugkeren naar het Woord dan zouden wij zouden gezamenlijk afscheid moeten nemen en ons aansluiten bij de broeders die eerder zich afscheidden en die er op zijn minst blijk van geven op weg naar elkaar te zijn. Helaas is door m.n. de scheuring in Dalfsen mijn visioen, in elk geval voorlopig, aan diggelen. De weg naar eenheid van onze ex-vrijgemaakte broeders en zusters lijkt verder weg dan ooit.
Hoe nu verder?
In elk geval zou ik toch graag het gesprek met de GKN en de DGK voortzetten. Een gesprek over het gemeenschappelijk fundament van Schrift en belijdenis. Waarin we elkaar leren herkennen. En waarin veel oud zeer kan worden vergeten. Ik hoop van harte dat men daartoe bereid is.
Maar dat kost wel de nodige tijd. Terwijl de nood groot is.
Is daarom misschien een andere weg tussentijds begaanbaar? Namelijk voorlopig lid worden van een gemeente binnen het GKv-verband waar nog wél het Woord geëerbiedigd wordt? Ik weet dat daar al op behoorlijke schaal sprake van is in bepaalde gemeenten waar een, laat me zeggen "orthodoxe" predikant staat. Is perforatie van gemeentegrenzen, die we vroeger zo hartgrondig bij christelijke gereformeerden hebben verfoeid, een voorlopige oplossing in de nood van deze tijd? Zijn predikanten en hun kerkenraden bereid in deze situatie hulp te bieden? Misschien zelfs tegen de kerkenraad van de oorspronkelijke gemeente in?
Graag wil ik tot slot iets doorgeven van wat dr. W.G. de Vries in 1990 in een cahier van Woord en Wereld schreef. Hij zegt daar:
Er bestaat wellicht geen moeilijker zaak dan het verenigen van kerken en kerkengroepen die tientallen jaren afzonderlijk hebben geleefd. Niet alleen principiële, maar ook zakelijke en emotionele factoren spelen een grote rol.
De Vries heeft meer dan gelijk. Zelfs met breuken nog maar enkele jaren oud zijn blijkt het al zeer moeilijk om elkaar weer te vinden. We struikelen over eisen die we aan elkaar stellen, voorwaarden die vervuld moeten worden, richten menselijke, emotionele barrières en maken ruzies waardoor we elkaar niet meer willen zien of spreken. Soms heb je de neiging om de handen in de lucht te steken, het bijltje er bij neer te gooien. Maar laten we er eerlijk aan toevoegen, hoe snel ben je ook zélf niet geïrriteerd als broeders je tegenkomen met naar je gevoel onredelijk, onzakelijke of onberedeneerde mistaxaties of vooroordelen? Hoe vaak vorm je zelf je ook een vooroordeel? Hoe gemakkelijk lijdt het werk in Gods koninkrijk schade door ons eigen ongeestelijk handelen! Wat is het ook nodig om aan persoonlijk zelfonderzoek te doen!
Hoe moet onze houding dan wel zijn? Laten we eens luisteren naar wat De Vries aanhaalde van prof. Schilder in 1939 over de wapens in de strijd om geestelijke eenheid:
'Wapen in die strijd kan nimmer zijn het halsstarrig alleen maar wijzen op fouten van een voorgeslacht, of van een kring van tijdgenoten, die, zeg 15 jaar geleden, zich misgrepen hebben, naar onze mening. Want hoezeer het napluizen van zulke fouten soms onvermijdelijk, en, àls 't heus uitpluizen is, ook leerzaam moge zijn, het kan toch niet volstaan voor wie de Pinkstergeest in zijn opmars naar de eenheid der kerkelijke samenleving zoveel mogelijk bijhouden wil en Hem daarin dienstbaar wezen wil.'
Schilder maakt dit concreet met betrekking tot de Hervormde Kerk:
'Indien, om maar bij Nederland te blijven, morgen aan den dag de Ned. Herv. Kerk, ook al zou haar synode geen (wetenschappelijk ingedacht) oordeel willen geven over 1834 en 1886 voor de toekomst zich zou willen vastleggen op de gereformeerde belijdenis (en dus ook kerkregering), dan zouden we dadelijke móeten samenleven.'
Schilder motiveert dit zo:
'Niet de handelingen van eertijds, doch de houding van heden beslist. Dagelijks rust op ónze schouders de roeping om te doen wat in ons vermogen ligt tot het onder één dak samenbrengen van wat op goeden grond daaronder hóórt.'
Het mag volgens Schilder niet aan ons liggen, indien mensen, die God naar zijn Woord willen dienen en belijden, met ons niet kerkelijk samenleven. Ziet hij dan geen hoge drempels?
Schilder:
Ja maar, zal men zeggen, hoe moet het dan met bepaalde schorsingen die zijn uitgesproken in het verleden?
Zijn antwoord: Onze Afgescheiden voorouders hebben met dit vraagstuk ook te maken gekregen. Zware beschuldigingen werden wederzijds geuit. Schorsingen werden voltrokken. Zo waren er Kruiskerken ontstaan die alle orde en regel verwierpen. Een Provinciale Vergadering had in 1838 zelfs besloten de ambtsdragers van Zwolle, Kampen en Zalk te schorsen. Deze geschorsten zouden door een commissie van vermaning nog worden bezocht en bij volharding in hun kwaad van hun ambt vervallen worden verklaard. Toch vond er in 1869 een bijna totale hereniging tussen de Afgescheidenen en Kruisgemeenten plaats.
Ik weet niet of en hoe over allerlei schorsingen is gesproken. Zou men die niet voor de Here hebben neergelegd en het oordeel aan Hem hebben overgelaten? De nadruk viel erop dat men elkaar over en weer als gereformeerde belijders herkende en erkende.
De synode van Middelburg van 1869 sprak over een vereniging
'... zonder voorwaarden, zonder oude feiten of vroegere geschiedenissen op te halen, vergeten en vergeven hetgeen achter ons ligt en zich strekken naar hetgeen voor ons ligt.'
Op de vrijgemaakte synode van Groningen 1946 werd met grote dankbaarheid op een andere uitlating van prof. dr. K. Schilder gewezen:
'Indien het komt tot gedachtewisseling, zullen we 't heel weinig hebben over de geschorsten, en evenmin over de schorsingen, maar heel veel over de kerkrechtelijke theorieën, die achter deze schorsingen liggen.'
Ja, dat zei hij, twee jaar na de vrijmaking, terwijl deze hooggeleerde broeder zich op het hart getrapt voelde door zijn schorsing en afzetting. Maar hij wilde bij een nieuwe eenheid in geloof en belijdenis veel vergeven en vergeten.
Gouden woorden, wat meer is voluit Schriftuurlijke gedachtegangen.
Want dat is toch wat de Here Jezus wil: eenheid van zijn kinderen zoals we daarvan lezen in het ontroerende hogepriesterlijk gebed in Joh. 17. Daar bidt Hij voor ons: "… de heerlijkheid die Gij Mij gegeven hebt, heb ik hun gegeven, opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn. Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt."
Als dat diepe Woord ons beheerst wat kan er dán wat gebeuren tussen al de gereformeerden, verontrusten en al afgescheidenen, die dicht bij het Woord willen leven en hunkeren naar eenheid.
Soms kan wanhoop je bevangen. Wat is er een onderling onbegrip, liefdeloosheid, zonde. Maar toch dwars door alle verdeeldheid en onmacht heen belijden we dat Christus zijn kerk in leven houdt. Hij zal ons de weg wijzen die we gaan moeten. We zingen dat immers ook zo graag:
God houdt zijn kerk in leven,
hoe ook bespot, verdrukt,
door dwalingen omgeven,
verscheurd, uiteengerukt.
Het is mijn diepste wens dat broeders en zusters die tot voor kort nog samen het Heilig Avondmaal vierden weer samen mogen vergaderen in de eenheid van het ware geloof, samen met hen die, als God het niet een wonder geeft, afscheid zullen moeten nemen van hun huidige gemeenschap. Als de Here dit nieuwe jaar dát zou willen geven wat zou er dan een reden zijn tot grote dankbaarheid en lof voor zijn heilige naam.
Ik dank u.