Synodeverslag week 1237 – Werkorde 3/C D
D.J. Bolt
06-10-12
In de tweede week van september 2012 kwam de generale synode van de GKv samen voor de bespreking van concept kerkorde WO3. Vier volle vergaderdagen waren in het conferentieoord Mennorode te Elspeet gepland om dit laatste onderdeel van de synodeagenda af te werken. De synode bleek echter voldoende te hebben aan drie dagen: donderdag 13 september kon de Kerkorde in eerste lezing worden vastgesteld en werd vervolgens de synode gesloten.
Voor de werkwijze op de vergadering zie Synodeverslag week 1237 – Werkorde 3/A B in de rubriek Synodeverslagen.
Voor het gemak geven we hier weer de links naar de teksten. Click op het gewenste onderdeel:
- Werkorde 3 (WO3)
- WO1+WO2+WO3 met Memorie van Toelichting 3
- Kerkorde in eerste lezing
De nieuwe kerkorde kent de volgende hoofdstukken:
A. de kerken
B. de ambten en overige diensten
C. het leven van de gemeente
D. de kerkelijke tucht
E. kerkelijk samenleven
F. besluitvorming en rechtsmiddelen
G. materiële aangelegenheden
H. slotbepaling
De besprekingen van de vetgedrukte onderdelen worden in deze publicatie weergegeven.
Herziening Kerkorde
HOOFDSTUK C – het leven van de gemeente
(woensdag 12-09-12)
BESPREKING RONDE 1
Ds. Bijzet
1 – Geeft C11.4 geen rechtsongelijkheid door verschillend handelen van kerkenraden? In de toelichting bij punt 6 wordt hierdaan door de verbinding met de universele kerk wel een sterke lading gegeven.
2 - C12.2: In vorige formuleringen werd nog iets gehoord als waar dat mogelijk is te komen tot schoolstichting. Dat wil ik bewaren in de KO. Door formuleren als 'ouders inzetten voor het onderwijs dat…'.
3 - C14.4: 'De kerk is met Woord en gebed bij begrafenis aanwezig' is zo diffuus geformuleerd. Spreek daarom maar liever over 'sterven' i.p.v. begrafenis. Soms wordt een predikant geweigerd door de kinderen.
Br. Van Dixhoorn
Waarom is in C3 het formuliergebruik weggelaten? Bij andere zaken wordt dat wel vermeld.
In C15 mis ik iets over gemeentestichting. Denk aan discussie over Stroom. Kan hier niet iets worden opgenomen over criteria?
Br. Ziedses des Plantes
C5 spreekt van de doop aan pasgeboren kinderen. Dat is smaller dan KO art. 56. Vaak betreft het wel pasgeborenen maar het is hier toch teveel versmald. Ook moet 'zo spoedig mogelijk' worden toegevoegd.
C14.3: Deze tekst moet nog worden aangepast.
In C14.4 moet 'begrafenis' door 'overlijden' worden vervangen.
Ds. Van Dijk
C2 stelt 'als regel tweemaal per zondag'. Er is een uitgebreide toelichting door deputaten. Maar 'als regel' is niet onderbouwd. Zonder deze bepaling moeten meer kerkenraden zich verantwoorden als ze afwijken van twee diensten op zondag.
C3.2 noemt het vastgestelde kerkboek. Maar wat staat daar in?
In C4 is het lidwoord bij christelijke feestdagen is weggevallen. Later wordt wel gesproken over de grote heilsfeiten. Dus een discrepantie.
Aanwezigheid van de kerk moet niet alleen bij de begrafenis worden gedefinieerd.
Br. Feenstra
Eens met Ziedses des Plantes m.b.t. C5. Als het om oudere kinderen gaat moet dat dan maar in generale regelingen, maar hier gaat toch om een zo fundamenteel recht?
C8.3 raakt het fenomeen perforatie kerkelijke grenzen. Dat hoort bij onze huidige tijd, bijvoorbeeld met het argument ‘dat ik veel beter tot mijn recht kan komen'.
Maar de eis van overeenstemming van kerkenraden jaagt mensen de kerk uit. Een vertrekkende kerkenraad kan allerlei eventueel slechte argumenten hebben, bijvoorbeeld dat men VVB kwijtraakt. Het artikel is veel te zwaar geformuleerd. Ik kom wellicht met een amendement: 'overeenstemming' zou 'overleg' moeten zijn.
In C11 wordt weer van huwelijksbevestiging gesproken. Dat vinden we heel normaal. Maar waar hebben we het dan over? Het burgerlijke huwelijk is compleet. Wat is dan nog een bevestiging? Wat bevestig je dan?
Ds. Feijen
Over het kerkboek hoeven we niet lang te praten, echte beslissingen komen in generale regelingen. Inmiddels zijn er 6 soorten generale regelingen. We moeten nu hier niets over vaststellen en het diversiteitprobleem doorschuiven.
'De kerk is met Woord en gebed bij een begrafenis aanwezig'. Beter is 'kan aanwezig zijn'. Zoals nu geformuleerd is het te stringent. Indien de nabestaanden het niet willen zouden ze tegen de KO ingaan.
Ds. Tigelaar
Als je in C5.1 ‘pasgeboren’ laten vallen raak je 'zo spoedig mogelijk' ook kwijt. Is deze term in generale regelingen mogelijk?
C6 spreekt van het 'heilig avondmaal als door Christus is ingesteld'. Dat is ongelijksoortig in vergelijking met de doop. Moeten we die typering als van het avondmaal ook daar niet toevoegen?
Br. De Groot
C5.1: I.p.v. doop aan kinderen 'van gelovigen' beter 'van belijdende leden'.
C15.6 raakt ook interkerkelijke evangelisatie. MvT pag. 111 punt 5 laat de kerken vrijheid met wie ze samenwerken. Dat leidt tot wildgroei.
Ds. Dreschler
In C2.1 kan 'als regel' beter vervangen worden door 'in principe'. Dan moet een afwijking worden verantwoord.
C3.3 'als regel aan de hand van de …' invoegen. Is ergens vastgelegd dat niet buiten de catechismus zou mogen worden gepreekt?
Ds. Janssen
In C6 gaat het over twee ongelijksoortige vieringen. Meevieren thuis is vanzelfsprekend. C6.2 kan worden vereenvoudigd.
Aanwezigheid bij begrafenis moet uit C14. Vanzelfsprekend ben je er bij. C4.2 geeft voldoende ruimte aan de kerkenraad te doen wat hij verantwoord acht. Dus schrappen.
Br. Mollema
Sluit me bij Janssen aan.
De titel van C14 is niet eenduidig. Het artikel is een holle frase, voegt niets toe.
Br. Judels
Zo voor argumentatie van deputaten m.b.t. 'zo spoedig mogelijk' zie onder 2. Met deze bepaling kunnen kerkenraden waarschuwen tegen uitstellen van de doop. Maar zo zijn er veel zaken. Hoe valide is dit argument?
Deputaten – Prof. Te Velde
Het gaat om beginselen en de praktijk rechtdoen.
We handhaven de tekst in C2 t.a.v. kerkdiensten op zondag. We zijn door sommigen uitgedaagd ‘twee’ te laten vervallen. Anderen willen expliciet ‘twee’ genoemd hebben. Met 'als regel' moeten we op een geestelijke, weloverwogen en afgewogen manier omgaan. Dat in de tweede kerkdienst minder mensen komen en dan de tweede kerkdienst wordt afgeschaft, is illegitiem. Tegelijk moeten we wel iets van de huidige ontwikkelingen willen vinden. Daarom dekt deze formulering de situatie het best. Bijvoorbeeld als de morgendienst langer duurt en op de middag of avond in kleine groepen wordt samengekomen. Wij kunnen dat hier niet sturen.
In C3 zijn de formulieren vervallen terwijl bij de bevestiging van de ambtsdrager in B ze wel worden genoemd. Dat komt omdat daar het kerkboek nog niet in beeld is. T.a.v. de liturgische discussie geldt: niet alles moet worden geregeld in KO en generale regelingen. In het kerkboek zijn psalmen, liederen, formulieren, gebeden opgenomen. Met vaststelling daarvan mag je formulieren kiezen, heb je rechten. Het kerkboek is niet een wetboek en dat is het dan. De 200 liederen van het Liedboek voor de Kerken behoren eigenlijk ook tot ons kerkboek. In generale regelingen moet nog gedefinieerd worden wat er precies bij hoort.
Kan de catechismus niet worden genoemd? Niet alleen de catechismus, er mag ook meer zijn. In onze tijd hebben we leerdiensten aan de hand van de belijdenis. Die termen zeggen iets. Er zitten sturende elementen in.
Vallen de beslissingen pas bij de generale regelingen? Ja, maar wat we hier vaststellen doet er wel toe. Er staat al een aantal elementen al in, de essentie staat er in.
Over 'de' christelijke feestdagen in C4 liepen de reacties van de kerken uiteen. Gevraagd is om ze met naam en toenaam te vermelden maar dat is nogal abundant. En dan ook nog de tweede feestdagen. Weglaten van 'de' geeft vrijheid.
Dopen van kinderen van 'belijdende leden'? 'Belijdende leden' is te formeel, te bestuurlijk. Wij kiezen voor een inhoudelijke formulering.
Wij houden het bij 'pasgeboren kinderen', de KO geeft hoofdregels en niet allerlei uitzonderingen. Natuurlijk wordt ook een zesjarig kind van toetreders gedoopt.
C6: Wat de typering van het heilig avondmaal betreft, eigenlijk zou de huidige tekst voldoende moeten zijn.
In de traditie was viering van het avondmaal aan huis fout. Daarom is een aanknopingspunt in de KO wel belangrijk. En voor vieringen elders als in de gezondheidszorg, defensie en justitie is goed deze kortheidshalve hier samen te brengen.
C8.3 gaat over perforatie van gemeentegrenzen. Een paar achterliggende gedachten is belangrijk. De motieven van de mensen moeten worden gewogen. Volgens H. Bouma weegt het geestelijk heil van mensen zwaarder dan kerkgrenzen. Kan een kerklid niet uit de voeten in een bepaalde gemeente dan moet daar een oplossing voor worden gevonden.
Het staat nu dus in de KO. Er moet wel overeenstemming tussen de kerkenraden zijn. De ontvangende kerkenraad moet het lid ook aanvaarden, want hij zal pastoraat op afstand moeten bieden. Het is niet vanzelfsprekend dat deze dat goed vindt. Beide kerkenraden moeten dus akkoord gaan. Beide hebben een verplichting. Er moet goed worden nagedacht of er bijvoorbeeld geen onverzoende dingen spelen. De ontvangende kerkenraad moet de zaak wel serieus nemen en dus bereid zijn om bijvoorbeeld 20km te rijden. Bij verkeerde motieven kan een beroep op de classis worden gedaan.
C11: Het is purisme om van de term huwelijksbevestiging af te willen. We bedoelen niet dat het huwelijk nog niet volledig gesloten is. In de dienst wordt beloofd om samen overeenkomstig het evangelie te leven. Zo is ook in 2005 geaccordeerd dat de term wordt gebruikt.
Kan C11.4 tot rechtsongelijkheid leiden? We moeten oppassen met die term. Een niet-lid van de kerk heeft so wie so geen recht. Als in een gemeente het huwelijk van niet-belijdend leden niet mag worden bevestigd, dan kunnen we dat hier niet oplossen. Maar voor de huidige situatie is het de juiste regel. En die regel geldt al. Synodes in de 20ste eeuw hebben hier al uitspraken over gedaan. Laat het verder aan de kerkenraden over.
C12: Wij instemmen niet in met een aansporing tot schoolstichting. We vinden dat de huidige formulering meer afgewogen is. De ontwikkeling is trouwens andersom. Er is al een dicht net van scholen in Nederland. Laat de ouders daar gebruik van maken.
C14: We zijn gevoelig voor de gemaakte opmerkingen van Mollema voor het onderling pastoraat. Voorlopig stellen we voor als opschrift te kiezen: Samenleving in de gemeente. We willen in C14.3 niet 'leden' door 'mensen' vervangen.
C14.4: 'begrafenis' wordt vervangen door 'rond het sterven' en 'is' door 'kan'. Er zit ook nog ruimte in door het woord 'rond'.
C15: Moet iets van interkerkelijk evangelisatie gezegd worden om wildgroei tegen te gaan? Dit is zo plaatselijk gekleurd dat we dat niet moeten sturen in de KO. Het maakt een groot verschil of het gebeurd met een confessionele gemeente van de bijvoorbeeld de PKN of een kerk die niet dezelfde leer heeft. We moeten wel goed opletten. Het moet op een gereformeerde manier. Maar dat is een open deur.
Gemeentestichting: nog wat aanvulling op Pel. Het conceptartikel is aan betrokken mensen toegezonden. Maar die reageren: doe het niet, je schiet er niets mee op, het zijn alleen maar open deuren.
Een ander punt is dat bij gemeentestichting rekening gehouden moet worden met allerlei situaties die al in de KO voorkomen: lidmaatschap, belijdenis, etc. Dus dit artikel niet veranderen.
Deputaten – Ds. Harmannij
C3.2: 'Generale' toevoeging. Ook elders.
C6.1: Eigenlijk is de mooiste typering al gegeven: het heilig avondmaal is zelf gevierd door Christus. 'Ingesteld door Christus' is sterker dan de voorgestelde wijziging.
AMENDEMENTEN
Br. Ziedses des Plantes
C5.1: Het zal niet vaak gebeuren, maar het kan met een paar woorden worden opgelost. Het staat bovendien in huidige KO.
Amendement: schrappen 'pasgeboren', toevoegen ' zo spoedig mogelijk bediend aan de kinderen …'.
Br. Judels
C5.1: Amendement: 'De bediening geschiedt aan de kinderen van de gelovigen en wel zo spoedig mogelijk, en aan volwassen …'.
Ds. Van Dijk
C2: De deputaten handhaven 'als regel' omdat ze er van uit gaan dat er in de praktijk goede argumenten zullen zijn voor afwijking. Maar 'als regel' komt over als lichte voorkeur voor twee diensten. Amendement: schrappen 'als regel'.
Br. Feenstra
Ik ga in C8.2 en C8.3 geheel mee met deputaten. Toch stel ik een wijziging voor in de laatste zin.
Amendement: 'na onderleg' in plaats van 'instemming'. De ontvangende kerkenraad kan nagaan of zorgvuldig is gehandeld. Zal men tegen een blokkerende kerkenraad zich beroepen op de classis? Dat is moeilijk, dan gaat men eerder weg.
Ds. Tigelaar
C6.1: Amendement: 'zoals door …' vervangen door 'als gedachtenis aan Christus'.
Ds. Janssen
C6.2: avondmaal aan huis en andere vieringen uit elkaar trekken.
Amendement: 'De kerkenraad kan meevieren van het avondmaal aan huis mogelijk maken'.
C6.3: 'De kerkenraad kan zijn medewerking geven aan de viering van het avondmaal in …'.
Ds Feijen
C5.1: Amendement: ' pas' van pasgeboren schuiven tussen 'verbond' en 'bediend'.
Ds. Wesseling
Ik steun Feijen maar het gaat wat te ver. Amendement: 'pasgeboren' wijzigen in 'wedergeboren'. We moeten iets van onze Kuyperiaanse erfenis overhouden.
Br. Wezeman
Ik merk enige balorigheid in de vergadering.
STEUN
Geen voor de amendementen van Judels, Tigelaar, Feijen en Wesseling.
BESPREKING RONDE 2
Ds. Van Dijk
In het amendement van Ziedses des Plantes zou in C5.1 'zo spoedig mogelijk' slaan op volwassenen. Is dat effect beoogd?
Ds. Dreschler
Ik steun 'als regel' in C2.1 weghalen. Twee diensten staat ook in de huidige KO. Dat is de regel.
Ds. Moedt
C6.2: amendement Janssen lijkt niet nodig. Viering van het avondmaal aan huis betekent automatisch dat het tegelijk gevierd wordt in de kerk.
C8.3: In 'na overleg' komt niet tot uitdrukking dat de ontvangende kerkenraad het lid accepteert.
Het argument van beroep op de classis helpt vaak niet: men zoekt z'n heil dan wel ergens anders.
Br. Mollema
C8.3 gaat heel veel problemen geven. Tenminste als een kerk alles accepteert wat zich aandient. Het argument 'weglopen' is niet goed. Als we geen toestanden willen als bij de CGK en de PKN dan is instemming nodig. Anders geeft dat onbedoelde effecten.
Ds. Ophoff
Ik wil br. Feenstra steunen. Er komen emoties boven maar er is wel nuchterheid nodig. Als iemand lid van een andere gemeente wil worden dan is dit verlangen er al langer. Dan moet er tussen kerkenraden worden overlegd om dit te doen. Bij instemming moeten ze het eens worden. Dan vraag je iets teveel t.o.v. de werkelijkheid en koester je een te hoog ideaal. Het zou niet moeten volgens onze geschiedenis. En we moeten er naar streven om het eens te worden. Maar we moeten het niet in de KO vastleggen.
C6.1: Ik begrijp de wens om hier iets meer inhoudelijk te maken. Tegelijk zou ik voorzichtig willen formuleren. De doop is een zegel van Gods verbond bij doop maar het amendement geeft van het avondmaal maar een aspect. Deputaten komen dichter bij een goede definitie door brede termen.
Het amendement van Janssen is een mooie oplossing van C8. Maar het is niet geweldig mooi verwoord. Er zijn nu twee belangrijke opties. Janssens motief voor meevieren aan huis is van te geringe waarde om afwijken van de mooie tekst te rechtvaardigen. Er komen van de huidige tekst geen misverstanden.
C2.1: Ik kan mij goed vinden in zorgvuldige verantwoording van deputaten in MvT van het 'tweemaal'. Dit moet gelezen worden als uitgangspunt. Soms is er in de kerken een wat andere invulling van de dienst i.o.m. de classis. 'Als regel' eruit levert veel spanningen op. Daarom volg deputaten.
Ds. Bruijn
Sluit me aan bij Moedt. Het amendement van Janssen moet zo niet.
Ds. Niemeijer
C2.1: Ik ben geen voorstander van' in de regel'. Voor de vrede in de gemeente moeten we niet de deputaten volgen. Als men een afwijking van 'tweemaal' wil dan eerst naar de classis en daar instemming vragen.
C6.1: 'ter gedachtenis' is veel te beperkt. Is meer Zwingliaans.
C8.3: Wat het amendement van br. Feenstra betreft sluit ik me aan bij Mollema. Ik ken classes waar dit ook zo aan wordt gemeld. Wat deputaten voorstellen is al een stapje terug. Ik ben bereid dat te maken maar niet verder.
Deputaten – Prof. Te Velde
C14: Opschrift wordt: Samenleven in de gemeente
C2.1: Dit is de meest adequate formulering in de huidige situatie. Algemeen uitgangspunt voor de KO is niet spreken over 'in de regel'. Maar voor dit punt kunnen niet dichter bij de werkelijkheid van de kerken komen. Elke artikel moet loyaal worden uitgelegd. Soms doet uitleg geen recht aan de bedoeling. Dat kan gebeuren, maar voor 90% van het publiek is dit artikel zonder meer duidelijk. We bedoelen niet de deur open te zetten om maar geen twee kerkdiensten te houden. ‘Tweemaal’ is de stelregel. Onze formulering zorgt voor een betere invulling dan die te beperken tot 'twee keer'. Anders krijgen veel discussies in de kerken weer een impuls.
C5: We ontraden het amendement Ziedses des Plantes. Als je ook andere kinderen dan zuigelingen doopt moet je iets uitleggen. Maar bij zijn amendement moeten er twee dingen worden uitgelegd.
C6.1: We ontraden het amendement Tigelaar. Het is niet een adequate passende formulering.
C6.2: Het amendement Janssen trekt het artikel uit het lood. Door de uitvoering er bij te halen ontstaat er onbalans.
C8.3 amendement Feenstra. Als mensen naar een andere gemeente gaan dan moeten ook dit punt kerkenraden elkaar in de ogen kunnen zien: dus instemming, los van wat de mensen ervan vinden. We moeten het niet willen dat bepaalde kerkenraden steeds mopperen dat leden van hen elders worden aangenomen.. Overleg is niet voldoende. De huidige tekst vraagt van beide kerkenraden dat zij OK zijn, dus kerkrechtelijk in overeenstemming zijn. Lidmaatschap en kerkadres moet wel in overeenstemming blijven.
Ds. Van Dijk
Ik handhaaf mijn amendement op C2.1. Het artikel zegt niet wat het zeggen moet.
Br. Ziedses de Plantes
Ik trek mijn amendement in.
Preses
Maar het amendement blijft want het werd gesteund.
Ds. Tigelaar
Trek mijn amendement ook in, want ben overtuigd door de argumenten.
Preses
Daar geldt dus hetzelfde voor.
Ds. Janssen
Kan ik mijn amendement nog wijzigen?
Preses
Ja, dat kan maar dan in de derde ronde.
Ds. Janssen
Ik voel de onbalans. Laat daarom 6.2 vervallen en voeg de inhoud 'bijvoorbeeld … defensie' toe aan het meevieren van het avondmaal aan huis in 6.1.
Preses
Het eerste amendement van Janssen wordt niet meer gesteund, het tweede wel.
BESPREKING RONDE 3
Br. De Groot
Het tweede woord 'avondmaal' in amendement Janssen kan weg.
Preses
Dat kan nu niet meer veranderen.
Ds. Van Dijk
Ik heb moeite met dit artikel 6. Wie belegt in de zorg etc. het avondmaal?
Ds. Moedt
De volgorde is onlogisch. Het gaat toch eerst om het avondmaal aan huis?
Deputaten – Prof. Te Velde
Het gaat om meevieren, dus het punt van Janssen betreft geen losse viering. Wat is meevieren? We moeten niet alles proberen te dekken. We handhaven dus de tekst.
Br. Feenstra
Het verschil met de deputaten is niet groot. Je kunt allerlei ongewenste situaties bedenken. Maar het gaat hier niet over querulanten.
Mijn amendement legt het accent op overleg, op het pastorale aspect. Kerkenraden moeten zich een oordeel vormen over attestaties. Overleg is het meest in het belang van de mensen waarover het gaat.
STEMMING
C1: met algemene stemmen aangenomen.
C2: amendement Van Dijk: V12T23O00, verworpen.
C2: met algemene stemmen aangenomen.
C3: V34T00O01, aangenomen.
C4: met algemene stemmen aangenomen.
C5.1 amendement Ziedses: V10T25O00, verworpen.
C5: met algemene stemmen aangenomen.
C6.1 amendement Tigelaar: V00T35O00, verworpen. met algemene stemmen
C6.2 amendement Jansen en Janssen V05T29O01 verworpen.
C6: met algemene stemmen aangenomen.
C7: met algemene stemmen aangenomen.
C8.3 amendement br. Feenstra: V10T25O00, verworpen.
C8: met algemene stemmen aangenomen.
C9: met algemene stemmen aangenomen.
C10: met algemene stemmen aangenomen.
C16: met algemene stemmen aangenomen.
C11: met algemene stemmen aangenomen.
C12: met algemene stemmen aangenomen.
C13: met algemene stemmen aangenomen.
C14 amendement deputaten titel en in C14.4 'sterven': met algemene stemmen aangenomen.
C15: met algemene stemmen aangenomen.
Preses
Hiermee is hoofdstuk C vastgesteld.
HOOFDSTUK D – de kerkelijke tucht
(woensdag 12-09-12)
[zie voor startdocument Bijlage 3]
Br. Wendt
D2:Openbare en heimelijke zonden worden in art. 73 en 74 oude KO genoemd. Als die verdwijnen dan vormen de nieuwe artikelen een onlogisch geheel. In D2.2 kan alleen geen mededeling aan de kerkenraad worden gedaan als het een heimelijke zonde betreft, openbare zijn immers al bekend. Dat onderscheid kunnen we niet kwijt. Matt. 18 maakt dat onderscheid niet maar als iemand zonde doet dan is het zaak te waken over de goede naam van de broeder. Aan D2.2 moet worden gevoegd: i.g.v. van heimelijke zonden.
Br. De Groot
D11 spreekt over het verdragen van afwijkende meningen als er geen actieve propaganda voor wordt gemaakt. Maar als iemand bijvoorbeeld zijn vijf kinderen niet laat dopen? D11 geeft veel te veel ruimte. Daarom laten vallen.
Ds. Tigelaar
In D2.2, D7.3 en ook D18.4 wordt het woord verzoening gebruikt. Wat houdt dat precies in? Is dat na bekering een aparte daad van twee partijen?
Br. Bondt
In D1.4 stond eerder 'ergerlijke zonden', nu 'ernstige zonden die aanstoot geven'. Maar zodra een kerkenraad ervan weet, ook al geven ze nog geen aanstoot, dan moet er toch al tucht worden geoefend?
Ds. Van Dijk
Wat is de reikwijdte van de tucht? Gaat die niet alleen over de gemeente? Het gaat toch om leden van de gemeente?
In D3.1 worden drie middelen genoemd, waarom niet de vierde in D3.2? Waarom is hier het woord 'middel' gebruikt en niet 'redmiddel'? Dat is beter.
D5 spreekt over 'aanvaarding' van de verzoening met God. Maar het is toch eerder een 'constateren' daarvan? Hetzelfde geldt t.a.v. D8. Vergelijk ook MvT punt 9 over het in het reine komen met God en de gemeente. Gaat het hier om de hele gemeente?
In D7.3 aanvaardt de kerkenraad verzoening met God en de gemeente terwijl er nog geen openbare belijdenis wordt gedaan. Dat is anders in D10 waar verzoening gaat via de duidelijke weg van openbare geloofsbelijdenis.
Ds. Bijzet
Wat betekent in D3.2 het woordje 'kan'? Bij geen bekering toch niet buitensluiten? Dat is toch niet de bedoeling?
In D6.3 het woordje 'voorlopig' invoegen, dus 'voorlopig afhouden'.
Ds. Scherff
D11: Active propaganda? Propaganda is toch al 'actief'.
Ds. Niemeijer
D6.2: Hoe zit het met iemand die afgehouden is?
In D1.4 wordt over ernstige zonden gesproken in leer en leven. Maar in de volgende artikelen gaat het steeds zonde in leven en niet in de leer. Zonde door verkeerde leer komt pas weer aan de orde in D11. En dan ook nog eens wanneer die níet leiden tot tucht. Er zit een onbalans in deze artikelen.
Opvallend is dat er wel tolerantie bij afwijkende opvattingen wordt verwoord maar geen tolerantie bij zonden in het leven terwijl daar wel sprake van is bij bijvoorbeeld echtscheiding. Waarom is het hier beperkt tot de leer en hier ook niet tolerantie t.a.v. het leven genoemd? In D1.4. zit wel een criterium, namelijk aanstootgevendheid van zonden. Dat zou voor beide categorieën moeten gelden. Maar maak er maar geen KO artikel van.
Als D11 wel wordt gehandhaafd dan moet hier toch ook worden aangegeven dat zij geen ambtsdrager kunnen zijn, vergelijk 1914? Kennelijk kan dat volgens D11 nu wel?
In hoofdstuk A is de binding aan de leer geregeld. Maar ik zou het hier toch geëxpliciteerd willen zien. Het is een bijzondere regel. Van Koffeman heb ik geleerd: een bijzondere regel overruled een algemene regel. Zoals het er nu staat betekent het: maak van de afwijking geen punt, dus functioneren in het ambt kan.
Ds. Bijzet
Trek mijn vraag over D3.2 terug.
Deputaten – Ds. Harmannij
Het aangeven van de reikwijdte van de tucht in D1 ervaren we als ten overvloede. We gaan er van uit dat het gaat over de gemeente. Dat is duidelijk genoeg.
We hebben lang gezocht naar een goede term in D1.4 voor 'aanstootgevende zonden'. Waar het om gaat is het besmetten door zonden zoals in 1Kor. 8-10. Je wilt besmetting, infectie voorkomen. 'Ergerlijk' was de oude term maar dat is archaïsch. Daarom kozen wij uiteindelijk voor 'aanstoot'.
Br. Mollema
Waarom is die toevoeging eigenlijk nodig?
Deputaten – Ds. Harmannij
Tucht heeft een aanloop, zonde leidt tot ergerlijke zonde. Gevaar van besmetting is een bijbelse grondslag voor de tucht. Ergerlijk = ernstig + aanstootgevend.
We hebben de termen 'geheime' en 'openbare' zonden losgelaten want we willen niet twee routes en ze nog kaderstellend laten zijn voor de ordening van de artikelen. Als een zonde niet aan de kerkenraad wordt gemeld is deze kennelijk een heimelijke zonde. Heimelijke zonden kunnen wel een openbaar karakter krijgen.
Wat betreft 'verzoening', in D2.2 wordt geen mededeling gedaan aan de KR i.g.v. verzoening. Dat stamt al uit de oude KO. Verzoening vindt ook plaats tussen de zondaar en de gemeente. Maar de verzoening in D2.2 is beperkter van omvang. Men kan weer verder met elkaar, avondmaal vieren. Er wordt geen publieke mededeling gedaan.
D3.2: Buitensluiting als laatste redmiddel? In een uitgebreid proces probeer je een zondaar te redden. De middelen van D3.1 hebben niet gewerkt. Dan moet het laatste middel worden toegepast: afscheid van de zondaar.
Eerst stond er ook 'redmiddel' maar dat is iets te positief geformuleerd.
D5 noemt drie komponenten in de verzoening: bekeren, aanvaarden en verklaren weer geheel uit te maken van de gemeente en een te zijn in Christus.
D6.3: 'Voorlopig' toevoegen is teveel van het goed. Een ordemaatregel is altijd voorlopig.
D6.2 gaat over ontzegging. Afhouding naar 6.3 leidt niet automatisch tot opschorting van andere rechten. Vergelijk bijvoorbeeld trouwen in de week daarop. In deze situatie moeten de gevolgen apart worden overwogen.
Waarom wordt er in D7.3 niet gewoon verzoening bereikt met een openbare geloofsbelijdenis? Dat is omdat het hier gaat om een voorwerp van vermaan binnen de gemeente. Op weg naar een openbare geloofsbelijdenis blijft niet worden vermaand maar begeleid op de weg daar naartoe.
D11: Verzoening tussen zondaar en God heeft te maken met daadwerkelijke bekering. Bij diefstal bijvoorbeeld geldt schadevergoeding als bewijs van bekering. De kerkenraad mag dat uitspreken want de tegenpartij kan er in blijven hangen.
D11 willen we verder even parkeren voor morgen.
Deputaten – Prof. Te Velde
De kerkenraad kan namens de gemeente optreden in verzoening en genoegdoening. De oude KO spreekt van God en de naaste. Daarnaast gaat het ook om de gemeente. Vergelijk het met iemand die een arm uit de kom heeft. Verzoening is dan dat die weer in de kom wordt getrokken.
AMENDEMENTEN
Ds. Bijzet
In D5.3 schuurt iets: … aanvaardt de kerkenraad daarin zijn verzoening met God en de gemeente'. De mededeling is de verzoening met de gemeente. Zo krijgt de zondaar zijn plaats weer terug.
Amendement: Het laatste deel van genoemde zin als volgt wijzigen: …'aanvaardt de kerkenraad dit met blijdschap'. En de laatste zin vervangen door: 'De kerkenraad beoordeelt of de gemeente in deze verzoening betrokken moet worden'.
Br Wendt
Ik ben blij met de beantwoording van ds. Harmannij. Er is dus wel sprake van ‘heimelijke zonde’ al wordt die niet zo genoemd. Maar de tekst blijft onlogisch. D.2.1 en D2.2 kunnen blijven en D2.3 kan weg.
Amendement: D2.3 weg en D2.2 aanpassen: 'Wanneer, in het geval van een heimelijke zonde, het onderling vermaan tot bekering en verzoening leidt, wordt geen mededeling aan de kerkenraad gedaan. Zo niet, dan wordt de kerkenraad ingelicht'.
Ds. Wesseling
D1.4 maakt onderscheid tussen ernstige en niet-ernstige zonden. Want doen we dan met wat lichtere zonden? Deputaten maken dat verder niet duidelijk. Het gaat er toch om tegen alle zonde te vechten en elkaar bij te staan?
Focussen we ons alleen op gedrag? Maar het gaat ten diepste om de verhouding met de Here. Wanneer ga je tucht inzetten, wat is het kantelpunt, het scharnier? Het begint met het onderlinge gesprek of het gesprek met een ambtsdrager. Dat is de brede pastorale betekenis van de tucht. Het scharnierpunt ligt bij volharding in de zonde, zie de catechismus, de oude KO en het bevestigingsformulier voor ouderlingen.
Bij de koppeling tussen avondmaal en tucht gaat het er om hoe je tegen je eigen zonde aankijkt. Dat heeft heel een bevindelijke kant.
Zonde kan openbaar worden. Zonde heeft zijn eigen dynamiek, zonde wil steeds meer ruimte claimen.
Amendementen. Twee alternatieve formuleringen:
A. D1.4: 'De kerkelijke tucht wordt toegepast bij afwijkingen van de leer en ontsporingen in het leven.'
B. D1.1 vervolgen met D1.3, en D1.2 en D1.4 samen vervangen door: 'Zij wordt toegepast wanneer aan de eer van God tekort wordt gedaan, het behoud van de zondaar wordt bedreigd of de heiligheid van de gemeente wordt aangetast'.
Ds. Dreschler
Amendement D1.4: 'die aanstoot geven in de gemeente' weghalen. Gaat over ernstige zonden in leer en leven. De rest kan vervallen.
STEUN
Amendement Bijzet en amendement Wesseling A worden niet gesteund.
BESPREKING RONDE 2
Br. Mollema
D1.4 gaat over ernstige zonden in leer in leven. Wat zijn ernstige zonden in de leer? Door evangelische invloeden geen kinderdoop willen? Christus niet als zoon van God erkennen?
Harmannij sprak over diefstal en verzoening. Waar is in D8.4 de gedupeerde, het slachtoffer? Ik wil de verwoording bij de deputaten neerleggen.
Ds. Van Dijk
In D1 gaat het over ernstige zonden in leer en leven. Ik steun daarom Dreschler.
'Ontsporingen' vind ik geen goede term.
Goed dat in D2 'heimelijk zonde’ wordt genoemd. Maar het wordt weer verzwakt door de combinatie van D2 en D3.
Br. Bondt
Blij met poging van ds. Wesseling om het te verduidelijken. Het amendement van Dreschler helpt ook. Zou blij zijn als een van beide wordt aangenomen..
Ds. Tigelaar
Als Mollema. Welke formulering gebruiken we nu precies? De term verzoening kan op verschillende manieren worden gebruikt. Doel in de oude KO was verzoening met God en de naaste. Nu komt die weer terug in drie komponenten maar die zijn ongelijksoortig van aard. Ik heb geen amendement maar wil er wel even op attenderen.
Ds. Scherff
Ik mis in het amendement Wesseling, hoe ernstig een zonde moet zijn om een 'ernstige zonde' te zijn. Bij meer en minder afwijking in de leer voldoet het amendement Wesseling niet. Misschien kunnen deputaten wat beters bedenken.
Br. Bakker
Ds. Dreschler wil 'aanstoot …' weglaten in D1.4. Maar dat geeft spanning tussen D1.2 en D1.4. Dan lijkt het alsof het in D1.4 alleen om de heiligheid van de gemeente gaat.
Ds. Moedt
'Aanstoot geven' moet eruit. Als de godheid van Christus wordt geloochend terwijl dat geen aanstoot zou geven, dan wordt geen tucht geoefend.
Br. Mollema
Ik ben er ongelukkig mee dat D1 losstaat van D11. Want D11 komt hier toch in beeld.
Preses
Kijken of er hangpunten moeten worden geschoven naar morgen afhankelijk van de reactie van de deputaten.
Deputaten – Prof. Te Velde
Is de kwestie leer en leven een weeffout? Nu even D11 loslaten. Kijk naar D1 - D10, die zijn precies als in huidige KO. Bij tucht gaat het om leer en/of leven. Waarom is in onze tekst de leer niet betrokken? Maar zie naar D1.4. Alles wat verder volgt in de artikelen gaat daar over. Bijvoorbeeld, als iemand verkeerd spreekt over de Drieëenheid dan is dat een zaak van vermaan. Maar vaak gaat het over gedrag, dat is duidelijk zo blijkt ook uit de literatuur. Maar we moeten niet op het verkeerde been gaan staan alsof het in D1 - D10 alleen daar over zou gaan.
Voor 'aanstoot geven' in de gemeente is een eigentijdse formulering gezocht. 'Aanstoot geven' is zonde die infectueus is. Dus niet zonde die irritatie geeft, of waarvan gebaald wordt. Infectueus kan als term niet in de KO. Daarom toch weer 'aanstoot geven'. Het gaat om ernstige zonden in leer en leven, ze hebben als karakter ernst en volharding. Zonden in leer en leven die de heiligheid van de gemeente aantasten. Vergelijk aangetast fruit. Deputaten willen nog even tijd hebben om dat nog even te bekijken.
Waar is de gedupeerde bij van de verzoening? Die is betrokken in tekenen van berouw. Bij verslagenheid van hart en belijdenis van de mond behoort ook satisfactie. Bij seksueel misbruik is het bijvoorbeeld de taak van de kerkenraad of de tekenen van berouw aanvaard kunnen worden. Als er een ernstig slachtoffer is, dan kan de dader niet zonder gesprek met zijn slachtoffer weer aan het avondmaal. Niet de kerkenraad voltrekt verzoening maar de dader en zijn slachtoffer. Het is hun zaak.
Deputaten – Br. Pel
Het amendement Wendt om in D2.2 en D2.3 en openlijke en heimelijke zonden te onderscheiden steunen deputaten niet. Zij stellen voor de huidige tekst te handhaven. Want het amendement heeft geen toegevoegde waarde. Het is een soort definitie kwestie. Het is niet nodig en het kan tot discussie leiden. De essentie van de tekst verandert niet door het amendement.
Deputaten – Ds. Harmannij
Er is verschillend gebruik van het woord verzoening. De rode draad is: lid uit de kom er weer in. En weer gezamenlijk avondmaal vieren.
Preses
We moeten even in verschillende artikelen kijken wat verzoening er betekent:
D2.2, D5, D7 en D8.
Deputaten – Ds. Harmannij
D2.2 Wanneer …
Preses
Er is in D2.2 geen conflict met mij. Maar mij vraag is: Wat betekent dan verzoening in de diverse artikelen?
Deputaten – Ds. Harmannij
Bij de zonde gaat het om: 'zou ik niet haten wie u haten?'. We hebben dan een conflict want we kunnen niet meer samen door één deur. Het raakt ook de verhouding met de gemeente. Verzoening is dan: we kunnen u weer als broeder in Christus aanvaarden. Het raakt de relatie met God waarmee hij weer verzoend is. Zo ontmoet ik hem, a.h.w. in een driehoeksverhouding.
Deputaten – Prof. Te Velde
In de loop van het proces is geprobeerd verzoening een goede plek te geven. Gekozen is voor de term verzoening om een woord te geven aan de vrede. Bij sanering van een fout zijn verschillende partijen betrokken. In misbruiksituaties moet iemand zich ook weer met zichzelf verzoenen. Snappen dat hij zelf zo'n vreselijke zondaar is. Verzoening met God, verzoening met slachtoffers maar met zijn gezin, de gemeenschap. Er is een netwerk van relaties die beschadigd zijn. Heb bij verzoening in de gaten dat er allerlei aspecten in beeld komen. Dat moet je tegen elkaar uitspreken. En dan in de ogen kijken, en zeggen: het is weer goed.
Dat is geen formele zaak. Niet zoals bijvoorbeeld een ouderling die zijn twee dochters heeft misbruikt, daar formeel schuld over belijdt en dan vervolgens vraagt of hij ambtsdrager kan blijven. Daarom is in de tekst op een aantal plaatsen ‘verzoening’ gezet.
Preses
Soms komt het nooit tot verzoening tussen dader en slachtoffer. Wat bedoelt u nu met verzoening in alle artikelen?
Deputaten – Prof. Te Velde
Verzoening is wel te vervangen door een ander zakelijker woord. Maar de casus is ingebracht. Vaak moeten we zeggen dat nog verder gewerkt moet worden aan verzoening. Soms wil een slachtoffer de dader 10 jaar niet zien.
Br. Mollema
Verzoening komt voor in verschillende artikelen. Er lopen twee vragen door elkaar. Waar is het slachtoffer? In het ene artikel staat er wel iets over in, in het andere niet.
Br. Mars
Vraag van orde. Ik ben de weg kwijt. Ds. Tigelaar kan zelf zijn vraag wel verduidelijken.
Preses
Ik probeer de vraag te verduidelijken.
Ds. Ophoff
Het is terecht om verduidelijking te krijgen. Maar het proces gaat nu niet goed. Heeft ds.Tigelaar antwoord gekregen? Dat is de vraag.
Ds. Tigelaar
Ik vind het gewoon lastig. Heel veel is niet geformuleerd. Onduidelijk wat met term verzoening overal precies wordt bedoeld.
Preses
Ds Tigelaar heeft gezegd zijn vraag niet in een amendement te verwoorden. Verzoening betekent weer plek in het lichaam van Christus te ontvangen en dat de verhouding met God weer goed is. Verzoening met het slachtoffer behoort bij de bekering en berouw. Dan is het duidelijk.
Het antwoord is: het is consistent.
D1.4 blijft een hangpunt.
Maar indieners kunnen het wel toelichten verder.
Ds. Wesseling
Het is zoeken naar woorden. ‘Ontsporing’ is dat een schaap van het goede spoor afdwaalt. Er moet wel aangegeven worden wanneer censuur toegepast moet worden. Censuur ruikt te veel naar gebruik van de tuchtmiddelen. Tucht is niet alleen toepassing van middelen maar omvat in de breedte alle gesprekken etc. Het gaat niet alleen over ernstige zaken die aanstoot geven. Ook over ernstige zonden die geen aanstoot geven, vergelijk 1Kor. 5 over de geldwolf. Dat tast de gemeente niet aan. Ik zou het graag trefzekerder verwoord willen.
Ds. Dreschler
Aanstoot betekent niet ergernis wekken maar de heiligheid aantasten.
Br. Wendt
Ik ben niet overtuigd, mijn logica is anders.
STEMMING
D2.2 amendement Wendt: V02T33O00 verworpen.
D2: met algemene stemmen aangenomen.
D3: met algemene stemmen aangenomen.
D4: met algemene stemmen aangenomen.
D5: V33T00O02, aangenomen.
D6: met algemene stemmen aangenomen.
D7: met algemene stemmen aangenomen.
D8: met algemene stemmen aangenomen.
D9: met algemene stemmen aangenomen.
D10: met algemene stemmen aangenomen.
Preses
D1.4 en D10 blijven nog over als hangpunten.
HOOFDSTUK D – de kerkelijke tucht (vervolg 1)
(donderdag 13-09-12)
Preses
Er komen eerst nog twee artikelen van hoofdstuk D aan de orde: D1 en D11. Daarna volgt de tweede ronde en kunnen amendementen ingediend worden.
Deputaten – Br. Pel
Het gaat om de hangpunten. We komen met nieuwe formuleringen.
D1.4: 'die aanstoot geven', 'ernstige zonden' . Uiteindelijk hebben we gekozen D1.2 en D4 in elkaar te schuiven. Nieuw D1.2: 'De tucht wordt toegepast wanneer er sprake is van ernstige zonde in leer of leven, die de eer van God tekort doet, het behoud van de zondaar bedreigt en de heiligheid van de gemeente aantast'. D1.4 is vervallen.
We willen wel over ernstige zonden blijven spreken want er zijn ook zonden die 'miserabel maar niet censurabel' zijn.
We schuiven D11.1 tussen D5 en D6 met als nieuwe tekst:
'Wanneer er bij iemand sprake is van opvattingen die afwijken van de gezonde bijbelse leer, kan de kerkenraad besluiten hem in zijn overtuiging te verdragen onder de volgende voorwaarden.
- hij is bereid om zich te verantwoorden tegenover de Heilige Schrift en zich daaruit te laten onderwijzen;
- hij voert geen propaganda voor zijn opvattingen;
- hij houdt zich aan eventuele aanwijzingen van de kerkenraad;
- hij is niet benoembaar als ambtsdrager.'
Dit artikel is dus vooral toegespitst op opvattingen. Punt c kan op gedrag slaan. Hij moet appelabel blijven. Het woord 'actief' is verdwenen maar hij mag zijn opvattingen niet in daden praktiseren. Punt d is toegevoegd in relatie met de besluiten van GS 1914.
Er is nog een kleine verschuiving: '…de kerkenraad kan besluiten'. Dat maakt het ook toetsbaar door iemand anders in de gemeente. Dus het is niet een een-tweetje tussen iemand en de kerkenraad. Het maakt rechtsgang mogelijk.
Deputaten – Prof. Te Velde
Er is niet zonder meer ruimte dus: het voorstel onderstreept dat een besluit van de kerkenraad nodig is.
AMENDEMENTEN
Ds. Tigelaar
In D1.2 is weggevallen 'gericht op'. Nu gaat het alleen over het begin van de tucht. Toevoegen in D1.2/3: 'Zij heeft tot doel de verzoening met God, de naaste en de gemeente.'
Ds. Wesseling
Ik ondersteun het voorstel van deputaten. Daarmee zijn mijn vorige amendementen vervallen.
Deputaten – Prof. Te Velde
We willen dit nog verder overwegen.
BESPREKING RONDE 2
Ds. Feijen
D11: Zijn a, b, c en d wel gelijksoortige voorwaarden? Punt d wordt toch niet gevraagd om in te stemmen? Dat beslist de kerkenraad.
Ds. Niemeijer
Ik ben blij met het voorstel van deputaten.
Deputaten – Br. Pel
Amendement Tigelaar. De gedachte is sympathiek omdat de naaste daarin ook voorkomt. Maar het gaat iets te snel om daar nu zo akkoord mee te gaan. Moet het dan ook in D5.3 en D7 en D8 ingevoegd worden? Nog even parkeren.
Ds. Feijen over vierde voorwaarde. Wat is de meerwaarde om punt d in een apart artikel op te nemen? Het gaat over een kerkenraadsbesluit dat wel gedragen moet worden door de broeder, anders werkt het niet. We ontraden het dus.
STEMMING
D11: V34T00O01, aanvaard.
HOOFDSTUK D – de kerkelijke tucht (vervolg 2)
(donderdag 13-09-12)
Deputaten – Ds. Harmannij
D1: 'Verzoening' van ds. Tigelaar.
D1.4 is vervallen. Tussen D1.3. en D1.2 is een nieuwe D1.4 gevoegd: 'Zij is gericht op de verzoening met God en de gemeente'.
De naaste wordt hier niet genoemd, net als in de rest van hoofdstuk. Hier vermelden zou misverstanden kunnen geven. De bedoeling is vasthouden aan verzoening met God en de gemeente. Dat element is naar voren gehaald.
STEMMING
D1 incl. wijziging D1.4.: met algemene stemmen aangenomen.
Preses
Hiermee is hoofdstuk D vastgesteld.
Wordt vervolgd
BIJLAGEN
Inhoud
- Bijlage 3: Startdocument D voor Donderdag
Voor de volgende teksten click op het gewenste onderdeel:
- Werkorde 3 (WO3)
- WO1+WO2+WO3 met Memorie van Toelichting 3
- Kerkorde in eerste lezing
BIJLAGE 3 - Startdocument D voor donderdag
D. de kerkelijke tucht
D1 karakter en reikwijdte van de tucht
D1.1 Aan de verkondiging van het Woord van God en de bediening van de sacramenten is de kerkelijke tucht verbonden.
D1.2 DEP: De tucht wordt toegepast wanneer er sprake is van ernstige zonde in leer of leven, die de eer van God tekort doet, het behoud van de zondaar bedreigt en de heiligheid van de gemeente aantast.
D1.3 De tuchtoefening draagt als kerkelijke discipline een geestelijk karakter.
D1.4 DEP : vervallen
D2 onderling vermaan
D2.1 De leden van de gemeente zijn van Godswege verplicht elkaar te steunen in de strijd tegen de zonde. Zij vermanen elkaar liefdevol naar de regel die Christus in Matteüs 18 heeft gegeven.
D2.2 Wanneer het onderling vermaan tot bekering en verzoening leidt, wordt geen mededeling aan de kerkenraad gedaan.
D2.3 Leidt het vermaan niet tot bekering, dan wordt de kerkenraad ingelicht.
D3 middelen van kerkelijke tucht
D3.1 De kerkenraad gebruikt als middelen van kerkelijke tucht:
1. het ambtelijk vermaan;
2. de ontzegging van de toegang tot het avondmaal;
3. de inschakeling van voorbede en vermaan door de gemeente.
D3.2 Als laatste middel kan de kerkenraad overgaan tot buitensluiting uit de gemeente.
D4 wijze van optreden
D4.1 Voor maatregelen van tucht zijn zorgvuldig onderzoek en oordeelsvorming vereist. De betrokkene heeft daarbij de gelegenheid zich te verantwoorden.
D4.2 De kerkenraad is verantwoordelijk voor zorgvuldige communicatie in het proces van tuchtoefening.
D5 vermaan over belijdende leden
D5.1 De kerkenraad gaat over tot ambtelijk vermaan wanneer er sprake is van een ernstige zonde waarvan iemand zich niet bekeert.
D5.2 In het vermaan confronteren de ambtsdragers de zondaar met het Woord van God en trachten zij hem in regelmatig bezoek en gesprek liefdevol tot berouw en bekering te brengen.
D5.3 Wanneer de zondaar zijn schuld belijdt, echte tekenen van berouw toont en zich metterdaad bekeert, aanvaardt de kerkenraad daarin zijn verzoening met God en de gemeente. De kerkenraad oordeelt over de mededeling daarvan aan de gemeente.
invoegen tussen D5 en D6:
D11 afwijkende opvattingen
D11.1 DEP: Wanneer er bij iemand sprake is van opvattingen die afwijken van de gezonde bijbelse leer, kan de kerkenraad besluiten hem in zijn overtuiging te verdragen onder de volgende voorwaarden:
a. hij is bereid om zich te verantwoorden tegenover de Heilige Schrift en zich daaruit te laten onderwijzen;
b. hij voert geen propaganda voor zijn opvattingen;
c. hij houdt zich aan eventuele aanwijzingen van de kerkenraad;
d. hij is niet benoembaar als ambtsdrager.
ontzegging en afhouding van het avondmaal
D6.1 Wanneer iemand het vermaan van de ambtsdragers verwerpt of zich schuldig maakt aan een ernstige zonde die de gemeente dreigt te besmetten, ontzegt de kerkenraad hem de toegang tot het heilig avondmaal zolang er geen bekering volgt.
D6.2 Wanneer iemand de toegang tot het avondmaal is ontzegd, heeft hij niet het recht om een kind te laten dopen en huwelijksbevestiging te ontvangen. Ook mag hij zijn stemrecht niet uitoefenen.
D6.3 In een ernstige situatie waarover een goed oordeel nog niet mogelijk is, kan de kerkenraad iemand van de avondmaalsviering afhouden ter wille van de heiligheid van de gemeente.
D7 vermaan over volwassen doopleden
D7.1 Wanneer iemand als kind is gedoopt, maar als volwassene niet komt tot openbare belijdenis van geloof, blijven de gemeenteleden en de ambtsdragers hem daartoe stimuleren en vermanen.
D7.2 Wanneer een volwassen dooplid zich in woord en daad afkerig toont van de dienst van God, roepen de ambtsdragers hem op tot bekering.
D7.3 Wanneer hij echte tekenen van berouw toont en zich metterdaad bekeert, aanvaardt de kerkenraad daarin zijn verzoening met God en de gemeente. De kerkenraad begeleidt hem op de weg naar openbare geloofsbelijdenis.
D8 voorbede en vermaan door de gemeente
D8.1 Wanneer een belijdend lid of volwassen dooplid ondanks het vermaan in zijn ernstige zonde blijft volharden, gaat de kerkenraad over tot publieke tuchtoefening door bekendmaking aan de gemeente. Het besluit van de kerkenraad behoeft vooraf de goedkeuring van de classis. Hierbij is artikel D4.1 van toepassing.
D8.2 Bij de mededeling aan de gemeente worden de zondaar en zijn verharding bekend gemaakt, met de oproep om voor hem te bidden en hem aan te sporen tot bekering. De kerkenraad kan deze oproep herhalen.
D8.4 Wanneer de zondaar zijn schuld belijdt, echte tekenen van berouw toont en zich metterdaad bekeert, aanvaardt de kerkenraad daarin zijn verzoening met God en de gemeente. De kerkenraad doet daarvan mededeling aan de gemeente.
D9 buitensluiting
D9.1 Wanneer een zondaar geen berouw toont en zich niet bekeert, gaat de kerkenraad over tot buitensluiting uit de gemeente.
D9.2 Het besluit van de kerkenraad behoeft vooraf de goedkeuring van de classis en de instemming van de gemeente.
D9.3 Voor de buitensluiting worden de vastgestelde formulieren gebruikt.
D10 terugkeer
D10.1 Wanneer iemand die als belijdend lid is buitengesloten, met berouw tot God en tot de gemeente terugkeert, wordt hij in de weg van openbare schuldbelijdenis weer in de gemeenschap van de kerk opgenomen. Hiervoor is de instemming van de gemeente vereist.
D10.3 Wanneer iemand die als volwassen dooplid is buitengesloten, met berouw tot God en tot de gemeente terugkeert, wordt hij in de weg van openbare geloofsbelijdenis weer in de gemeenschap van de kerk opgenomen. Hiervoor is de instemming van de gemeente vereist.
D10.2 Bij schuldbelijdenis en geloofsbelijdenis worden de vastgestelde formulieren gebruikt.