Waarom eigenlijk nog vrijgemaakt? - De Kerk
D.J. Bolt24-01-09
Hoe komt het toch dat in relatief zo'n korte tijd vrijwel al het gereformeerde organisatieleven is weggebroken uit onze gemeenschap? Zodanig (snel) dat buitenstaanders met verbazing kijken naar wat er allemaal in de vrijgemaakte kerken gebeurt.
We vinden het belangrijkste deel van het antwoord in een boekje dat prof. Douma schreef in 2001: Hoe gaan wij verder?
In dit boekje schrijft Douma ook breedvoerig over de vrijgemaakt zuil. Die "zuil", voorspelt hij, "gaat omver vanwege verklaarbare en te rechtvaardigen factoren (cursief djb) "1: de bijval van anderen buiten de gereformeerde kerk, het getalscriterium en de lagere kwaliteit die de zuil levert hier en daar. "Dat de vrijgemaakte-gereformeerde zuil, die al aan het afbrokkelen is, nog verder kan gaan afbrokkelen, hoeft geen verlies te zijn. Wat vrijgemaakt-gereformeerd was, zal in de meeste gevallen wel in confessioneel-gereformeerd veranderen.2"
In dit kader noemde hij ook het gereformeerd onderwijs: "Ook het onderwijs ziet zich geplaatst voor de noodzaak tot samenwerking in een breder confessioneel verband. Dat zal ook organisatorische gevolgen hebben. Ook hier is een verschuiving gaande van vrijgemaakt- naar confessioneel-gereformeerd".3
Ja, waarom ook niet? Immers "als er met anderen goed valt samen te werken in christelijke geest, verliest het exclusief vrijgemaakte optreden z'n zin.4" Van dat "vrijgemaakte exclusivisme5" die 'doorgaande reformatie', in de zin zoals de term gebruikt en toegepast werd, moeten wij afscheid nemen, frank en vrij".6
Zeven jaar na de verschijning van het boek kan het ND dus Douma's gelijk gedagzeggen: "Vaarwel vrijgemaakte minizuil". En hij kan nog proberen een stukje gereformeerde onderwijs wanhopig proberen op zijn plaats te houden maar de storm zal er niets van heel laten.
De onzichtbare kerk
De vraag intrigreert: hoe komt het toch dat wat in, zeg een kleine veertig, vijfenveertig jaren werd opgebouwd, in zo'n verbazingwekkend tempo weer werd afgebroken door voormannen van de eigen gemeenschap?
Dat is met name door een omslag in het denken over de kerk. Ook daarvoor is het boekje van prof. Douma ontdekkend. Want er is een nauwe relatie tussen kerkbesef en de opbouw van het gereformeerde leven7.
Prof. Douma blijkt van standpunt veranderd te zijn m.b.t. wat onze belijdenis leert over Christus' kerk in NGB art. 27-29 en HC Zondag 21. Kreeg in de gereformeerde kerken het aanwijsbaar zijn van Christus' kerk een zekere nadruk tegenover allerlei oecumenistische ideeën en werden daar ook consequenties aan verbonden voor kerklidmaatschap en voor gereformeerde (organisatie)leven, Douma is daar anders over gaan denken. Daarbij speelt het begrip van de onzichtbare kerk een belangrijke rol. Hij heeft "meer waardering gekregen voor het reformatorische onderscheid tussen de zichtbare en onzichtbare kerk8", zo schrijft hij.
En dáár ligt een wortel van de omslag in het denken van velen. Men zegt vaak dat de vrijgemaakten van opvatting zijn veranderd "doordat zij andere christenen ontmoetten en bij hen tot hun verbazing ook geloof ontdekten", haha. Maar dat is veel te simpel. Het denken over de kerk is fundamenteel veranderd en dáárom kon de vrijgemaakte "mini-zuil" worden afgebroken.
Douma zegt het ook zelf: "Zelden komt men ertoe openlijk te zeggen dat de verandering het gevolg is van een ruimere visie op de kerk. Tegenwoordig kunnen we op de grondslag van de drie formulieren met velen samenwerken die we toen buiten lieten staan. De drie formulieren zijn niet veranderd, maar wij zijn het wel. Door onze verandering van visie op de kerk kan nu wel wat toen niet kon9.
Precies! En zo kon Douma 'tot verbazing der beschouwers' gaan spreken over gereformeerde baptisten, weliswaar in Engeland, maar toch! De algemene christelijke kerk is een vergadering van baptisten, gereformeerden en roomsen10. Want deze gelovigen zijn niet buiten maar binnen de ene onzichtbare kerk. Het zijn immers allemaal christenen?
Deze omslag in denken heeft natuurlijk niet alleen theologische gevolgen. 'Leer' heeft altijd gevolg voor 'leven'. De verschuiving in opvattingen betekende in elk geval de nekslag voor de vrijgemaakte "apartheid", zoals Douma die zonder blikken of blozen in het hart schiet11. Daarbij komt dat deze opvattingen perfect kunnen gedijen in het huidige postmoderne klimaat, hypergevoelig als men is voor 'exclusivisme', voor 'apartheid', 'discriminatie' en 'bekrompenheid'. Graag toont men zich breed en ruim. Daar kun je mee thuiskomen en schouderklopjes verwerven.
Het is dan ook geen wonder dat vele vrijgemaakte predikanten en kerkleden voor de verleiding van de opvatting van de 'onzichtbare kerk' zijn gevallen.12
Gevolgen
De gevolgen kan ieder in zijn omgeving opmerken.
Dat is te zien in die afbraak van de gereformeerde 'mini-zuil'. Maar daarin niet alleen. Ook in het praktische kerkelijke leven van vrijgemaakten werkt het steeds meer door.
Een paar zeer recente voorbeelden.
Op een reünie van het Gomarus-college te Zuidhorn eind vorig jaar raakte ik in gesprek met een vrijgemaakte moeder van enkele leerlingen. Op de een of andere wijze kwam ook de samenstelling van het leerlingenbestand ter sprake. Ze vertelde dat haar kinderen regelmatig door evangelische medescholieren werd gevraagd de diensten van hun gemeente bij te wonen. Ze was er niet zo voor, maar ja, wat moet je? Anders krijg je een hoop bonje? Later bleek dat hun oudste kind al 'bij de baptisten was' en ook een van de andere oudere kinderen daar regelmatig kerkte.
Een tweede voorbeeld dat wellicht velen zullen herkennen.
Op een zgn. kleine-kring-avond kwam bezoek aan Bethel, de baptistengemeenschap van ds. Bottenbley in Drachten aan de orde. Een echtpaar gaf aan dat het wel eens bij een overdoop aanwezig was daar. Men zag daar geen been in.13 Al die herrie ook van 1944 en 1968, "wat heeft het opgeleverd?" Bovendien wat is er nu precies mis met de doop van Bottenbley??
Voorgangers
Maar dit onthutsend gebrek aan kerk- en leerbesef komt niet alleen voor onder het 'gewone' kerkvolk. Ook (sommige?) voorgangers schijnen hier nauwelijks (meer) principiële bezwaren te zien. Zo gingen twee echtparen van de GKv Assen-Kloosterveen over naar de Vrije Baptistengemeente in Groningen. Daar hebben zij zich laten overdopen.
Ds. S. de Jong van GKv Assen-Kloosterveen heeft de dienst bijgewoond. Samen met ongeveer 30 gemeenteleden. En "dat was goed", schrijft hij in zijn kerkblad, "baptisten en wij zijn allebei christenen en staan aan dezelfde kant van de antithese".
Dezelfde predikant ging vorig jaar september voor in een welkomstdienst van de PKN wijkgemeente Holt-Esch te Assen.
De gemeenschap van de onzichtbare kerk tegen de wereld!
Het kan ook subtieler. Het is me opgevallen hoe vaak er weinig confessioneel wordt gesproken, geschreven en gebeden als (weer) een lid van de gemeente afscheid neemt en naar de PKN of een evangelische gemeente overgaat. Als voorbeeld een stukje uit een kerkblad14.
"Z gaat ons binnenkort verlaten omdat ze gaat trouwen met haar man M.
Ze gaan in N wonen en gaan ook kerkelijk naar een andere gemeente.
Z wil deze stap graag zelf vertellen, en daarom schrijft ze het volgende:
Hallo gemeenteleden,
Via deze weg wil ik jullie laten weten dat ik en mijn aanstaande man M met wie ik eind augustus hoop te trouwen ons zullen gaan aansluiten bij de baptistengemeente te N. Al geruime tijd kwam ik niet meer in de kerk omdat ik me er niet thuis voelde en me in bepaalde dingen niet kon vinden. Samen zijn we op zoek gegaan naar een kerk waar we ons beiden thuis voelen en waar we kunnen groeien in ons geloof. Dit hebben we gevonden in de baptistengemeente waar wij ons na ons trouwen definitief zullen gaan aansluiten. Samen met God zijn wij deze weg gegaan en zullen we die blijven gaan, wij geloven dat God ons op deze weg heeft geleid. Ook al betekent dat voor hier een onttrekking van de gereformeerde kerk vrijgemaakt te Assen Peelo. We blijven bij God en gaan met God.
V.
De reactie van de predikant daarop is dan:
Aan de ene kant is het jammer dat onze wegen scheiden. We konden elkaar kerkelijk niet vasthouden en dat was geen onwil, maar onmacht. Tegelijk weten we, dat Z en M samen de HERE willen dienen in hun huwelijk en zich van harte aansluiten bij een positieve christelijke gemeente. Daarom willen we hen Gods zegen toewensen met de woorden uit Psalm 37:5 - Leg je leven in de handen van de HERE en vertrouw op Hem - en Z ook hartelijk bedanken voor haar aanwezigheid en inzet in de jaren dat ze hier in Peelo woonde."
Dit is toch verbijsterend? Zou men enig besef hebben van de uitwerking hiervan op de jeugd, op anderen die in hun hart ook naar die leuke, gezellige diensten van evangelischen en baptisten verlangen? Het zijn steeds weer diezelfde uitdrukkingen bij kerkverlating - ze lijken wel gestandaardiseerd: "verdrietig", "konden hen/elkaar niet vasthouden", "maar ze geloven wel", "Gods zegen gewenst", of woorden van gelijke strekking. Géén oproep tot terugkeer, géén gebed om inzicht en bekering, laat staan spreken van zonde en schuld. Alles ademt de sfeer van uiterste vriendelijkheid. En daar gaan ze dan, daag?
Vele ware kerken
De vraag valt niet meer in te houden: Waarom nog vrijgemaakt eigenlijk?
Het zou volgens Douma "? een ernstige miskenning zijn van Christus' wereldwijde werk als wij alleen maar de gereformeerde kerk als zijn kerk konden aanvaarden"15.
Maar als wij dan overal kerken van Christus ontwaren waarom dan nog lid zijn van die vrijgemaakte kerk voortgekomen uit "apartheid"?
Onze confessie schijnt daarvoor dan ook niet meer van toepassing. De kenmerken van de ware kerk hebben voor velen, ook voorgangers afgedaan.
Uit een preek van ds. H.J. Boersma op zondag 9 juli 2006 in Drachten/ZW gehouden:
"In de tijd van de NGB werd het woord ware kerk gebruikt. Is ook begrijpelijk in die tijd ontstond de NGB tegen het grote massieve blok van de rooms-katholiek kerk. Die werd bestempeld als valse kerk. Toen. Was vals tegenover waar. Die tijden zijn wel veranderd. Er zijn nu veel meer ware kerken, echte kerken van de Here Jezus. We herkennen elkaar ook, erkennen elkaar ook. In ons land alleen al. Er zijn meer gehoorzame kerken. Daar hebben wij ook contacten mee. En niet alleen in Nederland ook daarbuiten. We erkennen en herkennen elkaar. Schitterend."
En waag het niet om te 'oordelen' over andere kerken met normen aan de belijdenis ontleend. Dat is "de maat meten" met "behulp van een hardnekkige, oude kerktheorie?"16, zei de directeur van DTEG een poos terug. Zulke oordelen doen hem denken aan "die balk en splinter". Nog erger, "?aan de reden van de zondeval: op de plaats van God denken te kunnen zitten en goed en fout kunnen aanwijzen".
Zijn 'kerkvisie' is het "geliefde stukje tekst": "Ik geloof één heilige algemene kerk, één doop, één eeuwig leven". Dat hoort hij 's zondags "in evangelische, katholieke en reformatorische kerken. Ik geloof in één kerk, ook al zie ik er vele."17
Een voorman die evangeliserende gemeenten moet adviseren!
We hebben ervaren dat dit maar niet exotische opvattingen van plattelandsdominees of missionair gefocuste directeuren zijn. Hoever dit denken is doorgedrongen en zijn uitwerking heeft gekregen bleek aan het begin van het vorig jaar toen prof.dr. G. Harinck, hoogleraar aan onze universiteit, er rond voor uitkwam dat hij wel eens roomse kerken bezocht en deelnam aan de mis, als dat zo uitkwam?
Een dringende vraag
Kan iemand nog zeggen waar de kerk is, waar Christus mij roept? Dat is voor velen een bizarre vraag geworden uit een andere era.18 Maar voor gewetensvolle en andersopgevoede gereformeerde christenen een prangend probleem. En laat niemand nu denken dat het hier gaat om een interessant discussiepuntje waar we lekker kritisch aan kunnen knagen. Het is een existentiëel probleem. Het heeft alles te maken met ons bestaan. Met ons geloof, met onze verhouding met Jezus Christus, die immers de Heer van zijn Kerk is. Waar wil Hij dat ik mij bijvoeg? Als de criteria van onze belijdenis eigenlijk niet langer relevant zijn wat dan wel? Is er dan nog echt bezwaar als ik protestant, vrije baptist of rooms wordt? Nou ja, we veroorzaken bij sommigen wellicht wat verdriet maar that's all. Velen hebben dat verdriet er graag voor over, is mijn ervaring. En proberen daarbij de achterblijvers over te halen om ook van de "oude kerktheorie" afstand te nemen.
De vraag is dus: als de kerkartikelen van onze belijdenissen hun geloofsfunctie hebben verloren wat zijn dán nog criteria om vrijgemaakt te blijven?
Volgende keer: Waarom eigenlijk nog vrijgemaakt? - Een nieuw antwoord
NOTEN
____________________________________________________________
1 Dr. J. Douma, Hoe gaan wij verder?, p112.
2 a.w. p121.
3 a.w. p107.
4 a.w. p118.
5 a.w. p43.
6 a.w. p120.
7 Daar is prof. Douma zich ook zelf helder van bewust: "De vrijgemaakt-gereformeerde zuil () was er zonder de overtuiging omtrent de ene ware kerke in ons land nooit zo geweest als ze er nu is." a.w. 161.
8 a.w. p43.
9 a.w. p161.
10 a.w. p46. Vergelijk ook p164: "De leer van de kinderdoop is beslist niet van ondergeschikt belang; maar het zou een ernstige miskenning zijn van Christus' wereldwijde werk als wij alleen maar de gereformeerde kerk als zijn kerk konden aanvaarden."
11 a.w. 23.
12 Het is hier niet het moment om breed op het begrip onzichtbare kerk in te gaan. Diegene die daar meer over wil lezen neme cahier 27 van Woord & Wereld. Daarin wordt op een zeer heldere manier door prof. J. Kamphuis, ds. P.L. Storm en ds. J.W. van der Jagt uitleg gegeven van de belijdenis over de Kerk. Zie b.v. pag. 11 ev. waar aangetoond wordt dat achter het begrip van de kerk als "openbaring van de onzichtbare kerk" een heidense filosofie steekt.
13 Vergelijk ook dat de christelijke gereformeerde Andries Knevel daar een paar keer voorging (Drachtster Courant, 17 februari 2006). Is het verwonderlijk dat mensen door zo'n bekende figuur van een kerk waar wij kanselruil mee hebben (ook in Drachten!), aardig in verwarring raken? Of is dit de normaalste zaak van de wereld?
14 Uit de Bouwsteen kerkbode van Assen-Peelo 1 juli 2007 geschreven door ds. L.E. Leeftink. Namen zijn geanonimiseerd.
15 Dr. J. Douma, Hoe gaan wij verder?, p164
16 Zie Flits 29 - Wacht Wierenga tot de Wederkomst? in de rubriek 'In de Pers'.
17 Zie rubriek In de Pers Flits 5 - The liquid church waarin de vrijgemaakte ds. A.W. Beute nog een stap verder gaat en een "dynamisch kerklidmaatschap" bepleit. De bijbehorende kerk heet Liquid Church oftewel vloeibare kerk. Die zie je overal om je heen in allerlei organisaties: CDA en CU, EO en Agapè bijvoorbeeld.
Eigenlijk is dit het toppunt van verkerkelijking waarin de kerk samenvalt met allerlei niet-kerkelijke organisaties. Een soort 'pan-kerk'.
18 Op de EO-gezinsdag Gelredoom 2006 had een cabaretgroep een 'aardig' liedje: "Het kan me niet schelen van wat voor kerk je bent of hoe de denkt over details, als me maar Jezus kent".
De folders voor deze happening hangen in onze kerkhal. Over verkerkelijking gesproken.