Ethiek

Synodeverslagen

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Generale Synode Dalfsen 2024 – Impressie 5

 

D.J. Bolt

20-09-24

 

De Generale Synode van Dalfsen 2024 hield zijn laatste vergadering op 15 juni 2024 te Dalfsen en kon worden gesloten. We waren voornemens ook van deze dag een eigen 'impressie' te maken. Maar dat lukte niet meer vóór onze vakantie. En daarna waren inmiddels de Acta van GS Dalfsen verschenen!

 

Toch willen we niet stilzwijgend aan deze in onze ogen zeer belangrijke vergadering voorbij gaan. Want het hoofdonderwerp dat op de synodetafel lag was de Opleiding tot de Dienst van het Woord, veelal afgekort tot ODDW, of eenvoudig: de opleiding van studenten tot predikanten. En dat is natuurlijk een uitermate belangrijke zaak, het vormt een hoeksteen van ons kerkverband. Bekwame dienstknechten van het Hoofd van de kerk Christus, daar kunnen wij als kerken niet zonder! Voorgangers die ons in trouw aan de Schrift en de belijdenis voorgaan, de weg wijzen. Die dwalingen kunnen onderscheiden en ketters kunnen ontmaskeren, ertegen waarschuwen. Als dat níet goed gaat dan gaat het goed mis in de kerken. Het is de afgelopen decennia maar al te zeer gebleken in ons land waar dwalende 'theologen voorop gingen'[i]. Alleszins reden dus om intensief aandacht te schenken aan de opleiding, aan ODDW.

 

Bij de vereniging van DGK en GKN is het wenselijk dat ook hun opleidingen zullen samengaan. Want ook de GKN heeft een eigen opleidingsinstelling ontwikkeld, de Academie voor Gereformeerde Theologie (AvGT) die voor een belangrijk deel gebruik maakt van het onderwijsaanbod van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA).  De vraag is nu hoe de kerken hun opleidingen in elkaar kunnen schuiven zodat de roeping tot een eigen zelfstandig onderwijsprogramma zo spoedig mogelijk kan worden gerealiseerd. En wat het betekent dat de generale synode Hasselt 2011/12 constateerde t.a.v. de TUA:
 

'De uitbesteding van omvangrijke onderdelen van de theologische vakken aan de

Theologische Universiteit van Apeldoorn is niet langer verantwoord gebleken, aangezien dit

onderwijs voor een groot deel in strijd is met de Schriftgetrouwheid die art. 18 KO vereist.

De sfeer van tolerantie en oecumenisme aldaar betekent een gevaar voor de juiste vorming

van de studenten.'

De situatie op deze universiteit is in de loop der jaren niet verbeterd, zo werd ook ter synode geconstateerd. Een reden voor grote zorg dus. We hopen daar t.z.t. verder aandacht aan te geven.
 

Na uitgebreide en openhartige besprekingen waaraan op uitnodiging ook twee leden van de GKN deelnamen, t.w. ds. J.R. Visser, docent en br. J.F. Horst, deputaat opleiding, nam de synode unaniem (!) een drietal besluiten. Daarnaast werd besloten nog een aantal belangrijke punten in de acta op te nemen die de aandacht moeten krijgen van de gezamenlijk deputaten die bezig zijn met de vormgeving van een gefuseerde opleiding.    

We laten hieronder de bespreking en de besluiten volgen zoals die zijn opgenomen in de Acta van de Generale Synode Dalfsen 2024, hoofdstuk 5, art 5.01 – Opleiding Dienst Des Woords (ODDW).

 


 

Acta GS Dalfsen 2024 Hoofdstuk 5 - Opleiding

 

Commissie                       brs. L. Menninga en H. Folkers

Aanwezige deputaten         br. J.C. Sikkens, ds. M.A. Sneep en ds. C. Koster

 

Vanuit het College van Opleiding is ds. S. de Marie aanwezig als Opleider. Vanuit de Opleiding van de GKN is ds. J.R. Visser aanwezig als docent (Academie voor Gereformeerde Theologie) en br. J.F. Horst als GKN-deputaat Begeleiding studenten.

 

Namens de commissie licht br. Menninga toe dat momenteel de opleiding staat of valt met de inzet van ds. de Marie die het grootste deel van de opleiding voor zijn rekening neemt. De commissie spreekt zijn waardering uit voor alle inzet die getoond is in de afgelopen jaren. Momenteel moet 40% van de vakken worden ingekocht.

Een evaluatie van een opleiding in volledig eigen beheer is daarom op zijn plaats, en vraagt ook om confrontatie met de besluiten van de GS-Hasselt om die opleiding in eigen beheer te nemen. Het uitgangspunt daarbij is dat we een gedegen gereformeerde opleiding moeten hebben. De commissie wil meer aandacht hebben voor een academisch karakter van de opleiding, zoals in de lijn van de GKN. We zijn dankbaar dat we een goede opleiding hebben, maar de uitbreiding die we gehoopt hadden is niet gekomen.

 

Ds. Sneep licht namens de deputaten nog enige punten toe. Persoonlijk kijkt hij met dankbaarheid terug op de opleiding die hij mocht genieten. Echter moeten we nuchter concluderen dat we ook momenteel niet kunnen voldoen aan bijv. artikel 18 van de kerkorde, aangezien we geen hoogleraren hebben. Kwaliteit en continuïteit zijn belangrijk. Het rapport van de GKN stelt dat kerken het meest gediend zijn bij een academische opleiding, ds. Sneep onderstreept dat omdat predikanten wetenschappelijk moeten kunnen denken en inzicht nodig hebben met het oog op hun geïsoleerde positie in het ambt van predikant. We hebben het daarom nodig dat er theologen zijn die zich bekwamen in bepaalde stukken van de theologie. Br. Sikkens vult aan dat Schriftgetrouw zijn het belangrijkste is. De ervaring leert dat als het op de kansel misgaat, het in het hele kerkverband misgaat. We mogen dankbaar constateren dat kerken royaal de opleiding steunen, zelfs mensen vanuit het buitenland geven steun.

 

Ds. de Marie neemt als opleider een ander standpunt in dan de deputaten. Hij mist in het commissierapport confrontatie met de reden waarom GS Hasselt voor een eigen opleiding heeft gekozen. Begeleiding van studenten die aan de TUA studeerden vonden we toen onvoldoende. GS-Hasselt constateerde dat er sprake was van afwijking aan Gods Woord aan de TUA, dat is nu eerder verslechterd dan verbeterd. De kerken lopen z.i. gevaar als we onze studenten daar vier jaar aan blootstellen. Echt intensieve begeleiding is eigenlijk niet te realiseren vanwege de bijkomende studielast. Tevens wijst hij erop dat er een roeping is bij predikanten om onderwijs te geven aan de opleiding, bij het volgen van die roeping mag je ook zegen ervaren. Homiletiek en ethische vakken staan momenteel open, kerkenraden zouden moeten overwegen hun predikanten een deel van de tijd vrij te maken voor de opleiding. Tenslotte merkt hij op dat er sinds de GS-Hasselt meer predikanten zijn gekomen en dat de vereniging met de GKN ook nog meer potentie oplevert.

 

Ds. Visser spreekt als docent van de opleiding bij de GKN zijn waardering uit voor zowel het commissierapport als het rapport van ds. de Marie. We zijn er allemaal op gericht dat er een eigen opleiding moet zijn, die waar mogelijk academisch verantwoord is. Echter kwamen ook de GKN tot de conclusie dat er te weinig krachten waren. Momenteel is ds. R. van der Wolf 60% docent, ds. J.R. Visser 40% en ook ds. L. Heres en ds. A. Bas dragen bij aan de opleiding. Dat omvat zowel begeleiding als lesgeven. Vanwege de gebreken aan de TUA wil de GKN naast de bachelor ook weer studieweken beleggen. Zodat docenten niet alleen maar lesgeven maar ook intensief met theologie bezig zijn, er moet ook gereformeerde theologie worden ontwikkeld. Br. Horst voegt daaraan toe dat de 19 GKN-opleiding niet alleen is gericht op opleiding van predikanten, maar bijvoorbeeld ook werkt aan de toerusting van ambtsdragers en predikanten. Op de site van de Academie voor Gereformeerde Theologie worden ook allerlei artikelen geplaatst zodat die in het algemeen gebruikt kunnen worden.

 

Eerste informatieve ronde

In deze ronde wordt opgemerkt dat er verschillen zijn tussen de eerste versies van het commissierapport en de laatste versie. Ook wordt genoemd of het niet beter zou zijn om academische kwalificatie te onderscheiden van een academisch denkniveau. Verder blijft in zowel het deputaten- als het commissierapport een reflectie op dwalingen bij de TUA achterwege. Opgemerkt wordt dat er algemeen positief wordt teruggekeken op het onderwijs van de ODDW.

 

Br. Menninga licht namens de commissie toe dat de voorgestelde besluiten in de eerste en tweede versie van het rapport niet inhoudelijk zijn veranderd, wel aangevuld. Bovendien is er een volledige verantwoording gegeven ten aanzien van de besluiten GS-Hasselt, eerst als aanvullend rapport en later verwerkt in het tweede rapport. Er is ook geen sprake van dat de eigen opleiding moet worden opgedoekt, zoals door sommigen gesuggereerd wordt. De TUA is er inderdaad niet beter op geworden, dus moet je toetsen wat je wel of niet kunt gebruiken. Hij stelt dat studenten systematisch, maar ook kritisch moeten kunnen doordenken en dat daarom academische vorming gewenst is. Bovendien is een academische titel belangrijk voor vervolgstudies en contacten met universiteiten in de wereld.

 

Ds. Sneep antwoordt namens deputaten dat ze achteraf meer woorden hadden moeten geven aan de weging van de TUA. De kritiek mag op tafel komen, maar we hebben de TUA nodig, aangezien we al 40% van de vakken daar inkopen. In de nieuwe situatie met de GKN hebben we hopelijk meer mankracht om intensief begeleiding te geven aan studenten. Wetenschappelijke vorming houdt ook in dat er vanuit de opleiding een tegengeluid klinkt vanuit de verschillende vakgebieden (bijv. ethiek t.a.v. gender en homoseksualiteit). Het zou goed zijn als de opleiding op deze wijze ook literatuur publiceert, zoals ds. R. van der Wolf nu bezig is met een promotieonderzoek in de homiletiek. Het is niet zo dat elke predikant een concrete roeping heeft om te onderwijzen in de theologie. Predikanten zijn in de eerste plaats geroepen om in de gemeente het Woord te bedienen.

 

Ds. de Marie merkt als opleider op dat de vier jaar aan de TUA zoals bij de GKN, ook vier jaar blootstelling betekent. De hele gereformeerde wetenschappelijke inbreng vanuit onze kerken komt dan pas op het einde in slechts twee jaar. Onze studenten merken op dat behoudende studenten aan de TUA ook meebewegen in de genuanceerde dwaling.

 

Ds. Visser merkt op dat zij wel intensieve begeleiding geven, om de 6 weken. Hij benadrukt dat de GKN staan voor een eigen opleiding, ze hebben besloten om een eigen opleiding te vormen. Docenten moeten adequaat kunnen reageren op de TUA, als het problematisch wordt moeten we naar een andere invulling kijken. Ook wijst hij erop dat een eigen opleiding voor de kerken aanzienlijk meer kosten betekent.

 

Meningsvormende ronden

In de bespreking komt aan de orde of de bibliotheek in de vorm van een stichting ook losgekoppeld kan worden van de kerken. Het probleem is echter dat de kostenpost daarmee nog steeds blijft bestaan. Deputaten blijven verder de ruimte houden om met predikanten in gesprek te gaan om te informeren of zij een vak kunnen doceren. Wat de catechisatiemethode betreft is er geen contact geweest met br. Bruinius over de huidige stand van zaken. Wel wordt genoemd dat hij sinds 2011 hiervoor een vergoeding heeft gekregen om ook tot resultaat te komen. Daarom moet onderzocht worden of de instructie ongewijzigd moet worden voortgezet. Daarbij wordt opgemerkt dat de vertraging mogelijk verband houdt met de drukke werkzaamheden in het onderwijs.

Op de vraag hoe studenten bij de GKN correctie op dwalingen krijgen, wordt door ds. Visser geantwoord dat dit proactief gebeurt. De docenten weten van tevoren waarover lesgegeven wordt, waarbij ze dwaalpunten bespreken en alternatieve boeken aanreiken.

 

Een afgevaardigde vraagt zich af of het noemen van een universitaire kwalificatie bij het voorgestelde besluit 1, onderdeel b, niet te veel richting geeft bij het ontwikkelen van een academisch denkniveau.

 

Ds. P. Heres lijkt het goed, gezien de wens om zo snel mogelijk de opleiding gezamenlijk vorm te geven, om aandachts- en werkpunten mee te geven aan deputaten. Om deze een plek te geven worden ze hier opgenomen in de acta:

  1. Ons college van opleiding zoveel mogelijk te integreren in een gezamenlijk plan.
  2. Zelf een volledige master in te richten en verder uit te bouwen. De master ‘Herbronning gereformeerde theologie’ optioneel aan te bieden voor een master-kwalificatie.
  3. Te onderzoeken of er meer mogelijkheden zijn tot zelfstandige invulling van de opleiding aan de TUA. Bijvoorbeeld door middel van een ander tijdspad waarbij er meer ruimte is om tijdens de bachelor fase eigen vakken aan te bieden.
  4. Te blijven onderzoeken op welke punten er een tegengesteld geluid nodig is waar gebruik wordt gemaakt van andere opleidingen.
  5. Aandacht te blijven houden voor de beschikbaarheid en bekwaming van nieuwe docenten aan de eigen opleiding.
  6. Conform artikel 18 DKO te blijven onderzoeken op welke wijze en eventueel via welke instelling(en) een eigen Opleiding tot de Dienst des Woords het beste vormgegeven kan worden.

De drie voorgestelde besluiten worden afzonderlijk met tien stemmen voor unaniem genomen. Ds. Koster en ds. Sneep blijven als deputaten ODDW buiten stemming.

 

Voorstellen

 

Overwegende dat:

  1. Christus uit het hele menselijke geslacht Zich een gemeente, die tot het eeuwige leven uitverkoren is, van het begin van de wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt. Hij doet dit door Zijn Geest en Woord in eenheid van het ware geloof.
  2. Het ware geloof wordt door de Heilige Geest in ons hart gewerkt door de verkondiging van het heilig evangelie. Daarvoor gebruikt Hij verkondigers van Zijn Woord waarvan Hij gezegd heeft aan Timotheüs (2 Tim. 2:2) “En wat u van Mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan trouwe mensen die bekwaam zijn om ook anderen te onderwijzen”.
  3. De Gereformeerde Kerken op grond daarvan in artikel 18 van hun kerkorde over de opleiding tot de Dienst des Woords vastgelegd hebben: “De kerken onderhouden een theologische hogeschool voor de opleiding tot de Dienst des Woords. Tot de taak van de hoogleraren in de theologie behoort het uitleggen van de Heilige Schrift en het verdedigen van de zuivere leer tegen ketterijen en dwalingen.”
  4. De kerken zich hiermee verplichten om een theologische hogeschool te onderhouden. In die formulering en de geschiedenis is helder dat het streven altijd geweest is (hogeschool, hoogleraren en promotierecht 1945 K. Schilder) om de opleiding op academisch niveau te brengen.
  5. Onze kerken vanwege ernstige beperkingen, die de Here ons heeft opgelegd, als mogelijkheden de TUA, HHK-seminarie en de TUK geëvalueerd hebben en toen gekozen hebben om predikanten aan de TUA een universitaire opleiding te laten volgen in combinatie met een (intensieve) begeleiding door predikanten uit eigen kring.
  6. Onze kerken in 2011 gekozen hebben vanwege de (toenemende) dwaalleer aan die hogescholen om het ‘hele’ onderwijs in eigen hand te nemen en zo de theologische opleiding te beperken tot een predikanten opleiding zonder academisch niveau en bijbehorende titel, onder de leus “mannen zonder titel is beter dan een titel zonder mannen.”.
  7. De opleiding binnen DGK stevig ter hand is genomen met een uitstekend studieprogramma. Echter dat de beschikbare mankracht voor de opleiding zeer smal is geworden.
  8. Het ontbreken van enige academische graad voor predikanten een ernstige beperking is: a) om goede contacten te onderhouden met de theologische wetenschap over de wereld; b) zich te bekwamen tot hoogleraar in de theologie met het oog op de toekomst van het onderwijs;
  9. De samensmelting van de kerkverbanden van DGK en GKN een geschikt moment is om de inrichting van de kerkelijk gebonden opleiding opnieuw te bekijken.
  10. Er zijn momenteel veel vacatures in de vakken van onze opleiding en het vooruitzicht op invulling van die vacatures zijn beperkt, ondanks de vereniging.
  11. Buitenlandse kerken van gereformeerde signatuur hebben of zoeken naar mogelijkheden voor een eigen theologisch opleidingsinstituut. Soms wordt daar ook gebruik gemaakt van bestaande universiteiten naast de eigen opleiding. Mogelijk kan daar vormen van samenwerking mee gezocht worden.

 

Besluit 1:

De Generale Synode Dalfsen, in vergadering bijeen op 15 juni 2024, besluit deputaten ODDW opdracht te geven zo spoedig mogelijk samen met deputaten Opleiding van de GKN tot een voorstel te komen voor een gezamenlijke opleiding waarin:

  1. de gereformeerde leer in liefde voor Christus’ kerk in connectie met onze voorvaderen de voornaamste plaats heeft,
  2. zoveel mogelijk plaats is voor het aanleren van een academisch denkniveau met de mogelijkheid voor studenten om een universitaire kwalificatie te behalen,
  3. oog te houden voor vormen van samenwerking met academische opleidingsinstituten elders in de wereld.

Gronden:

  1. Voor het kerkvergaderend werk van Christus gebruikt de Heilige Geest verkondigers van het evangelie die bekwaam moeten zijn ook anderen te onderwijzen.
  2. Artikel 18 van de KO stelt vast dat de kerken een theologische hogeschool zullen onderhouden. Dat betekent een opleiding in de theologische wetenschap bij voorkeur op academisch niveau.
  3. De KO geeft gouden richtlijnen op grond van wat de Schrift ons leert, God is geen God van wanorde, maar van vrede (1 Kor. 14:33), dus om de vrede in de kerken te dienen. Dat geldt ook voor dit artikel.
  4. De aanstaande samenvoeging van de kerkverbanden van DGK en GKN maakt het wenselijk en noodzakelijk om samen een vorm van opleiding in te richten voor de dienst van het Woord.
  5. Christus’ Kerk is van alle tijden en daarom behoort gedegen kennis van wat onze vaderen aan Schriftstudie hebben voortgebracht onmisbaar.
  6. Christus’ Kerk is wereldwijd. De katholiciteit van de Kerk is gediend met het onderhouden van contacten met (gereformeerde) theologen wereldwijd. Daarvoor is een academische kwalificatie behalve een goede ingang in de meeste gevallen ook een vereiste.
  7. DGK heeft tussen 2003 en 2009 gebruik gemaakt van de opleiding aan de TUA, maar in 2011 gekozen voor de optie van een eigen invulling met afzien van een academische kwalificatie. Na 13 jaar en de gewijzigde omstandigheden is een her-evaluatie op zijn plaats.
  8. Er is voldoende reden om alle expertise in zowel DGK als GKN samen te voegen in grondig overleg.

Besluit 2:

Deputaten ODDW op te dragen te onderzoeken of de opdracht om een eigen catechisatie methode te ontwikkelen niet beter omgezet kan worden in het evalueren en gebruiken van de bestaande methode van ds. Bijzet.

 

Grond:

De ontwikkeling van een eigen methode duurt te lang.

 

Besluit 3:

De Generale Synode Dalfsen, in vergadering bijeen op 8 juni 2024 besluit deputaten ODDW opdracht te geven te onderzoeken of het nut van de bibliotheek wel opweegt tegen de kosten.

 

Grond:

Sinds de verkrijging in 2012 tot op heden heeft de bibliotheek ons ca. €130.000 gekost aan opslagkosten. De jaarlijkse kosten kunnen mogelijk iets beperkt worden, maar met de tijd ook weer groeien door uitbreiding en inflatie, terwijl het gebruik van de boeken uiterst beperkt is.      

 

NOOT

[i] 'De theologen gingen voorop', (1987), de titel van een boek van ds. A.M. Lindeboom die ketterse ontwikkelingen in zijn syn.-gereformeerde kerken destijds beschreef. Deze ontwikkelingen leidden ertoe dat deze kerken in 2004 ondergingen in de PKN.