Ethiek

Ethiek

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Onze taak in de politiek 2

 

Ds. E. Heres

11-03-23

 

Kerk en staat

 

Moet je als christenen leven onder een vijandige overheid, dan kom je voor de vraag te staan hoe je je moet opstellen t.a.v. die overheid. Maar als je in een tijd komt waarin de kerk meer invloed heeft, zoals later in de geschiedenis het wel is geweest, ook dan moet goed, in het Licht van Gods Woord, nagedacht worden over de verschillende verantwoordelijkheden en goed nagedacht over de verhouding tussen Kerk en Staat.

Dat ís ook gebeurd, diepgaand, door Augustinus. Bekend is zijn werk 'Over de Stad van God' (De Civitate Dei). Maar ook de Reformatoren, zoals Luther en Calvijn hebben daar hun gedachten over op papier gezet. Prof. J. Douma heeft over Augustinus, Luther en Calvijn uitvoerig geschreven in zijn boek 'Politieke verantwoordelijkheid' (Kampen 1984).

Kenmerkend voor de reformatoren is hun eerbied voor de Schrift, het Woord van God.

Juist ook als het gaat om de politiek, 'alles tot eer van God'! Politiek is voor de reformatoren: een dienst aan Gods Koninkrijk!

In het vierde boek, hoofdstuk 20 van de Institutie, schrijft Calvijn over de burgerlijke regering. Het zou goed zijn dat hoofdstuk eens te bestuderen.

 

Na de eeuw van de Reformatie komt in Europa steeds duidelijker het humanisme opzetten. In de 18e eeuw werd de ideologie van de Verlichting de belangrijke politieke en sociale theorie. Het liep uit op de Franse Revolutie van 1789. In ons land leidde dat tot grote invloed van het Liberalisme, gebaseerd op de wortels van het Verlichtingsdenken.

Maar in de eerste helft van de 19e eeuw gaf de HEERE in ons land ook kerkreformaties, de Afscheiding van 1834 en in 1886 de Doleantie.

Nu is het van belang de naam van Groen van Prinsterer (1801 – 1876) te noemen. Hij schreef het boek 'Ongeloof en revolutie'. Het gaat daarin over de betekenis van de geest van de Franse Revolutie en de kracht van het Evangelie daartegen. Van Groen van Prinsterer is bekend met zijn uitspraak: 'Een staatsman niet, een evangeliebelijder'.

Het werk van Groen van Prinsterer is van fundamentele betekenis geworden voor de oprichting, later, van de Anti-Revolutionaire Partij. De grote man dáárin was natuurlijk Abraham Kuyper. Kuyper heeft heel veel goede en mooie dingen mogen doen en uitdenken voor ons land, ook voor het regeringsbeleid in ons land. Hij heeft dikke boeken geschreven over 'Anti-Revolutionaire Staatkunde'. Het is bijzonder dat hij naast zijn vele theologische werk zelfs minister-president is geweest. Over gereformeerde invloed op de politiek gesproken…

Er is ook noodzakelijke kritiek op bepaalde opvattingen van Abraham Kuyper. O.a. op het punt van zijn leer over 'de gemene gratie', de leer van de algemene genade.

Zijn leer over de pluriformiteit van de kerk is onaanvaardbaar. En in de ARP baseerde men zich vooral op 'de beginselen' van Kuyper. Deze kwamen steeds meer in conflict met de christelijke leer en de gereformeerde belijdenis.

 

Politiek en belijdenis

 

De HEERE gaf in het eerste deel van de 20ste eeuw een reformatorische opleving in de kerk en dat leidde ook tot botsingen op het politieke erf. Botsingen tussen leden van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt en de ARP. Vier jaar na de Vrijmaking van 1944 werd er een nieuwe politieke partij opgericht: het Gereformeerd Politiek Verbond. Was de ARP gebaseerd op bepaalde christelijke 'beginselen', het GPV baseerde zich op het Woord van God en de gereformeerde belijdenis. Een citaat uit de geformuleerde grondslag:

 

'De Heilige Schrift, waarvan de Drie Formulieren van Enigheid van de Gereformeerde Kerken in Nederland, gehandhaafd in de Vrijmaking van deze kerken, is de enige regel en grondslag van het Verbond, ook voor het staatkundige leven'.

 

Is het van belang dat een gereformeerde politieke partij zich in haar grondslag bindt aan het Woord van God én aan de Drie Formulieren van Eenheid, dus de gereformeerde belijdenis?

Mijn antwoord op die vraag is duidelijk 'ja'. Want die belijdenis is niet bedoeld om iets extra's aan de Bijbel toe te voegen, maar wél om te voorkomen dat men, onder het mom van vrije uitleg, of van 'ánders lezen van de Bijbel', iets van de Bijbelse grondslag af gaat doen. Afdingen op de belijdenis heeft vaak te maken met ondermijnen van het gezag of van de boodschap van het Woord van God. Op die manier kan de bescherming van christelijke politiek worden aangetast. Er wordt zomaar gedachtengoed binnengedragen dat vreemd is aan de leer van de Bijbel. De aanvallen van de satan zijn listig. Helaas gebeurt het maar al te vaak dat wel mooie woorden over de Bijbel gesproken worden, terwijl er toch afbreuk wordt gedaan aan het werkelijke gezag van de Bijbel voor het leven van alledag. Helaas vinden we daar vandaag de trieste voorbeelden van bij een partij die wel de christennaam draagt.

In het eerdergenoemde boekje 'Kerk en politieke partij' wordt beschreven (pag. 21 vv) waarom het indertijd voor het Gereformeerd Politiek Verbond belangrijk was dat de leden van de partij ook lid waren van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) of beter gezegd, lid waren van de kerk die trouw vasthoudt aan de Bijbel en aan de Schriftuurlijke belijdenis: wie lid is van een kerk waar afwijkingen van de zuivere leer opduiken en zich uitzaaien, en wie daardoor beïnvloed wordt, schaadt daarmee ook zijn bruikbaarheid voor de Schriftuurlijke politieke arbeid. Voor de intensieve werkzaamheden in een gereformeerde politieke partij is het onmisbaar dat de leden vertrouwen kunnen stellen in elkaars inzichten, speciaal voor wat betreft de relatie tot de grondslag (a.w., pag. 22).

Dan is het goed dat je van elkaar weet dat alle leden zich onder opzicht en tucht gesteld hebben van een gereformeerde kerkenraad, die de sleutels van het hemelrijk naar Christus' opdracht bedient.

Het GPV is er niet meer. De ChristenUnie is er voor in de plaats gekomen. In 2015 heeft de ChristenUnie de Drie Formulieren van Eenheid geschrapt uit de grondslag ( onder voorzitterschap van Piet Adema, de man nu minister van landbouw is geworden!). De ChristenUnie wil nu zijn (wat heet) een partij voor álle belijdende christenen. Er kunnen nu bijvoorbeeld ook Rooms-Katholieken op de kieslijsten staan en dat is ook praktijk geworden.

 

Politiek en kerk

 

Heeft de leer van de kerk en de trouwe prediking van de kerk dan zo grote invloed op politieks standpunten? Dat kan heel gauw duidelijk worden, als je nagaat wat er gebeurt wanneer het gezag van het Woord van God wordt gerelativeerd, of als de Bijbel door een andere bril gelezen wordt. Dat leidt ertoe dat veel gemakkelijker wordt geaccepteerd wat de meerderheid wil. De wil van de meerderheid wordt maatstaf, ook wanneer er sprake is van een nadrukkelijk gebod van God. Denk bijvoorbeeld aan de abortuswetgeving in Nederland. Het CDA heeft zich daarin zonder meer opgesteld als een compromispartij.

Partijen als het CDA en de ChristenUnie(CU) die zich nog wel christelijk noemen maar zich niet binden aan het Woord van God en de Schriftuurlijke belijdenis gaan. Zij gaan al compromissen-sluitend mee met libertijnse visies op huwelijk, relaties, gezin, beëindiging van het leven en de eerbiediging van de rustdag.

 

Als we nadenken over onze taak als gereformeerden in de politiek vandaag, dan moeten we vaststellen dat we 'naar de mens gesproken' behoorlijk vast zitten.

Je ziet overal fronten als je kijkt naar de politieke stromingen: de liberale of libertijnse stroming (VVD en D66), de sociaal-democratische stroming (PvdA), de links-radicale stroming (PSP, Groenlinks), de rechts-radicale stroming (PVV, FvD). De verwaterde christendemocratie en de CU die wel eens 'christelijke GroenLinks' wordt genoemd.

We beseffen dat we maar met zo'n klein aantal gereformeerde mensen zijn. De moed zou je in de schoenen kunnen zakken. Hebben we überhaupt wel een politieke taak, als we helemaal geen politiek gewicht in de schaal kunnen leggen? Zullen we ons dan toch maar neerleggen bij de positie van het 'vreemdelingschap'?

 

Nee! Juist omdat we volgens Filippenzen 3 vers 20 mogen zeggen dat ons burgerschap in de hemel is! Daar in de hemel is Christus, op Hem zal ons oog gericht zijn, Vanuit de hemel wil Hij ook in het ontkerstende Nederland de zijnen terzijde staan. En Hij is de Overste van alle koningen!

Dat betekent: Hij staat boven alle politieke macht die zich sterk maakt. Als Christus niet zou regeren, dán zouden wij op politiek gebied totaal niets kunnen. Maar de werkelijkheid is ánders! Christus, het Hoofd van de kerk, regeert wel dégelijk. En daarom kunnen we, al nadenkend, best wel iets zeggen over onze concrete politieke roeping of taak vandaag.

Want het blijft ook vandaag de roeping van overheden en regeringen om publiek de heerschappij van Christus die bezig is te komen, te erkennen!

 

Nationaal-gereformeerd

 

Ook al leven we niet meer in de tijd van Groen van Prinsteren, Abraham Kuyper en P. Jongeling, het evangelie dat zij publiek hebben beleden is nog steeds hetzelfde. De Heer van de 19e eeuw is ook de Heer van de 21e eeuw! In dat geloof mogen we leven en in dat geloof mogen we ook nadenken over de mogelijkheden die er vandaag zijn om onze taak op het politieke terrein aan te pakken.

Gereformeerde burgers, godvrezende christenen, in ons land zullen altijd er naar streven dat het Woord van God doorwerkt in de samenleving en in de politiek! Want nog steeds geldt: er is geen stukje - 'geen duimbreed!' - in deze wereld waarover Koning Christus het niet te zeggen heeft!

Daarom moet ieder van ons na gaan denken over de vraag wat de Gereformeerde belijdenis te zeggen heeft over het politieke leven en over onze politieke roeping.

P. Jongeling zegt in één van zijn publicaties:

 

'De nationaal-gereformeerde richting heeft ook vandaag de dure roeping, in woord en wandel de boodschap te vertolken uit het Wilhelmus: 'Tot God wilt u begeven, Zijn heilzaam Woord neemt aan'.

 

Ook zegt hij:

 

'Als de nationaal-gereformeerde grondtoon van ons volkskarakter gaat verstommen, worden staat en natie rijp voor de ondergang.' (Een vast verbond, pag. 68)

 

Over 'nationaal gereformeerde politiek' wordt al een hele tijd niet meer gesproken. Maar waarom zouden gereformeerden, jong en oud, niet de koppen bij elkaar steken en zich vandaag weer gaan bezinnen op deze dingen, bij het licht van de Schrift en de belijdenis van de kerk? De achtergronden en de actualiteit bestuderen van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Wat het betekent gereformeerd-zijn voor de politiek en politieke stellingnames in deze tijd.

Laten we samen een gereformeerde politieke vereniging gaan oprichten. Een vereniging van leden van ons kerkverband, die allereerst een studievereniging is. Waarin bij het licht van de Bijbel de achtergronden van de hedendaagse politieke stromingen beoordelen. De geschiedenis van het GPV en óók die van de SGP bestuderen.

 

Staatkundig Gereformeerde Partij

 

De SGP, Staatkundig Gereformeerde Partij, is voor ons erg interessant nu de ChristenUnie steeds meer een verwaterde, niet confessionele partij aan het worden is, ook al doet de partij wel degelijk ook goede dingen. De SGP wil zich wel heel duidelijk onderwerpen aan het Woord van God: de partij stelt zich op de grondslag van Gods Woord. Ook wil de SGP zich onvoorwaardelijk houden aan de Drie Formulieren van Eenheid. Wel is de SGP een 'interkerkelijke' partij. Ook hebben we moeite met het feit dat de SGP officieel zich houdt aan het onverkorte Artikel 36 van de NGB, dus inclusief de bekende '21 woorden'. Dat houdt ook in dat de partij er een 'theocratische' visie op de regering van ons land op nahoudt. In het verleden is van gereformeerde zijde ook wel een kritische vinger gelegd bij de wat Doperse wereldmijding, d.w.z. dat de partij meer het accent legde op het Bijbelse getuigenis dan op het actief zich inzetten voor het praktische politieke werk.

Ik denk dat we mogen zeggen dat hierin positieve veranderingen bij de SGP zijn op te merken die we in ieder geval zien in het praktisch politieke opereren. We kunnen heel veel waardering hebben voor de publieke politieke arbeid van de SGP zoals dat de zien is

In het werk van de politieke leider Kees van der Staaij en ook van zijn medekamerleden, de heren Bisschop en Stoffer. Zij hebben een jongerenafdeling die groter is dan welke andere politieke jeugdafdeling ook. Hun enthousiaste jongeren blijven niet steken in passiviteit en lijdelijkheid, maar willen zich ook inzetten voor actieve praktische politiek gebaseerd op de oude reformatorische grondbeginselen.

 

Denktank

 

Als wij in ons kerkverband een 'gereformeerde politieke vereniging' oprichten, dan kan deze vereniging bijvoorbeeld ook onderbouwde stemadviezen uitbrengen. Zij kan zich buigen over de vraag of gereformeerden van ons kerkverband er goed aan doen lid te worden van een SGP-kiesvereniging. En als er plaatselijk geen SGP is, kan geadviseerd worden op welke partij dan het beste gestemd kan worden. Kortom een gereformeerde politieke denktank is naar mijn oordeel van groot belang en kan een goede invulling geven aan onze politieke taak vandaag. En wie weet wat er voor mogelijkheden in de toekomst nog weer door de HEERE gegeven worden op politiek terrein.

Er is werk aan de winkel. Zeker, de tijden zijn veranderd, de mogelijkheden zijn beperkt. Maar de samenleving is in principe niet post-christelijk. Want Koning Christus in de hemel regeert, en ons burgerschap ligt vast in de hemel.

 

Literatuur:

J. Kamphuis, Moet de staat kleur bekennen, Jeugd & Politiek, 15 jaargang Nr. 1