Ethiek

Uit de kerken

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

De GKv en de katholiciteit van de kerk – impressies 1

 

Redactie een in waarheid

 

Op 18 mei jl. hield de bezinningsgroep Man/vrouw en ambt (MVEA) een openbare bijeenkomst in de Immanuelkerk te Bunschoten-Spakenburg. We woonden deze bijeenkomst bij. Een van de sprekers was prof. dr. A. de Visser van de Canadian Reformed Churches. Het is interessant én aangrijpend om te horen hoe dit lid van de Canadese kerken die inmiddels de zusterkerkrelatie met de GKv hebben beëindigd, tegen de ontwikkelingen in de GKv aankijkt en beoordeeld.
We laten nu het eerste deel zijn toespraak hier volgen.

 


 

De GKv en de katholiciteit van de kerk – impressies 1

 

Prof. dr. Arjan de Visser

18 mei 2019

 

Mij is gevraagd te reflecteren op ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) vanuit een katholiek perspectief. Katholiek in de betekenis van: de kerk van alle tijden die verspreid is over de hele wereld, onder alle volken en talen. De vraag is dus hoe recente ontwikkelingen in de GKv getaxeerd moeten worden in het kader van haar verbinding met de kerk van alle tijden en alle plaatsen.

 

Ik neem aan dat ik gevraagd ben hierover iets te zeggen omdat ik geen lid ben van de GKv maar toch wel sterk verbonden met deze kerken. Ik heb mijn theologische opleiding genoten aan de Theologische Universiteit in Kampen. In 1989 ben ik vertrokken uit Nederland en ik heb inmiddels vijftien jaar in Zuid-Afrika gewerkt (als zendeling in Soshanguve) en daarna vijftien jaar in Canada (als hoogleraar in Hamilton). Vanwege banden met familie en vrienden kom ik nog elk jaar een keer naar Nederland. Ik sta hier dus als buitenlandse broeder, een outsider die ook nog een beetje insider is.

 

Een mens wordt beïnvloed door de omgeving waar hij woont en leeft.  Dat geldt voor u, dat geldt voor mij. In Zuid-Afrika was het mijn taak het evangelie te verkondigen aan mensen die voor een deel nog in een pre-moderne tijd leefden maar die ook toch beïnvloed werden door de moderne en zelfs de postmoderne tijdgeest. In Canada leef ik nu in een modern/postmoderne samenleving die in veel opzichten vergelijkbaar is met de Nederlandse. Door dit alles ben ik meer bewust geworden van de kracht van Bijbels-gereformeerd denken voor pre-moderne, moderne en post-moderne mensen.

 

Recente ontwikkelingen

 

Er valt veel te zeggen over de recente ontwikkelingen in de GKv maar het ligt voor de hand te beginnen bij de besluiten van de synode Meppel 2017. De afgelopen jaren was het duidelijk geworden dat in de GKv de roep om de ambten open te stellen voor vrouwen sterker werd. Ik dacht dat de synode een voorzichtige koers zou varen: misschien het ambt van diaken opstellen voor vrouwen en nog doorstuderen op de vraag of vrouwen ook ouderling en predikant kunnen zijn. De synode besloot echter met onmiddellijke ingang alle ambten open te stellen: diaken, ouderling, en predikant. De snelheid en de radikaliteit waarmee deze ontwikkelingen plaatsvonden is opmerkelijk. Per slot van rekening is het nog niet zo lang geleden dat de GKv andere kerken berispten omdat zij vrouwelijke ouderlingen en predikanten hadden. Nu opeens een radikale koerswijziging die gepresenteerd werd als: we zijn “verder gekomen” in ons verstaan van de Schrift…

 

Toch was de begronding van de synode-besluiten zwak. Ook voorstanders van de vrouw in het ambt hebben dit gezegd. Prof. Ad de Bruijne, bij voorbeeld, noemde de Bijbelse onderbouwing “hoogst aanvechtbaar.”[i] De zogenaamde zwijgsteksten uit de brieven van Paulus (1 Kor. 14, 1 Tim. 2) werden grotendeels onbesproken gelaten. De conclusies die uit andere Bijbelteksten getrokken werden, waren vaak veel te kort door de bocht.

 

Katholiek?

 

Er is al veel gezegd en geschreven over de synode-besluiten. Ik hoef dat niet te herhalen. Gezien mijn invalshoek, wil ik in herinnering roepen het advies van prof. B. Kamphuis aan de synode van 2014. Hij vroeg daarin aandacht voor de katholiciteit van de kerk en stelde dat “de visie dat naast mannen ook vrouwen mogen dienen in de kerkelijke ambten niet katholiek is. Het is een visie die pas sinds ongeveer een eeuw is opgekomen, en alleen nog binnen een deel van het wereldwijde protestantisme.” Prof. Kamphuis vroeg de synode te luisteren naar de stemmen van de zusterkerken in het verleden en vandaag, met verwijzing naar het woord van Paulus: “Heeft het woord van God zich soms verspreid vanuit uw gemeente? Of heeft het enkel u bereikt?” (1 Kor. 14:36) De synode van 2014 luisterde nog naar dit advies. De synode van 2017 niet meer. De buitenlandse afgevaardigden werden vriendelijk ontvangen maar hun adviezen werden genegeerd.

 

Waarom toch deze enorme haast om een besluit te nemen dat een breuk betekent niet alleen met negentien eeuwen kerkgeschiedenis maar ook met allerlei zusterkerken in het buitenland? De verklaring zal ongetwijfeld complex zijn, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het verlangen naar eenwording met de Nederlandse Gereformeerde Kerken een sterke motivatie is geweest. Overigens vraag ik me wel af waarom de band met de Christelijke Gereformeerde Kerken dan géén rol heeft gespeeld.  In 1998 hebben deze kerken zich immers op grond van een uitvoerig studierapport uitgesproken tegen vrouwelijke ambtsdragers.

 

U weet hoe de buitenlandse zusterkerken denken over de besluiten van de synode Meppel. Een eerste indicatie daarvan kwam gelijk al in juli 2017 toen de GKv geschorst werden als lid van de ICRC, een organisatie waarvan de GKv zelf een van de initiatiefnemers was in de jaren tachtig. De kerken waarvan ik zelf lid ben, de Canadian Reformed Churches, hebben inmiddels ook de banden met de GKv verbroken.

Het doet mij ook persoonlijk verdriet. Ik heb op verschillende plaatsen in de wereld gewoond maar ik zag de GKv toch altijd nog als mijn moederkerk en Kampen als mijn alma mater. Toen de synode van Meppel haar besluiten nam, had ik het gevoel mijn ouderlijk huis te zijn kwijtgeraakt. 

 

Theologische verschuivingen

 

Er moet in dit verband ook iets gezegd worden over de theologische ontwikkelingen in de GKv. Ik denk hierbij met name aan verschuivingen in de hermeneutiek zoals die naar voren gekomen zijn in rapporten aan de synode en in publicaties door hoogleraren in Kampen. Er is sprake van een nieuwe manier van omgaan met de Bijbel. Twee voorbeelden:

In het rapport “Samen dienen” van het deputaatschap M/V en ambt (2016) valt het op de deputaten spreken van twee lijnen in de Bijbel, een genadige lijn (waarbij man en vrouw gelijk zijn) en een cultuurbepaalde lijn (waarbij de vrouw ondergeschikt is aan de man).[ii] In de Bijbel, zegt het rapport, komen die beide lijnen nog niet echt samen. De genadige lijn kom je vooral bij de Here Jezus tegen, maar bij Paulus ligt dat anders. Bij hem kom je nog (let op dat woordje “nog”) uitspraken tegen die door de cultuur van die tijd ingegeven zijn. Maar de richting waarin het gaat moet, is wel aangegeven. Nu we in een cultuur leven waarin man en vrouw volkomen gelijk zijn, kunnen we de genadige lijn doortrekken en de cultuurbepaalde uitspraken van Paulus als het ware tussen haakjes zetten. Nu zou hier van alles over te zeggen zijn, maar ik wil op dit moment alleen deze opmerking maken: Hier wordt impliciet een tegenstelling gecreëerd tussen de woorden van Paulus en de woorden van de Here Jezus. Zo doet men tekort aan het gereformeerde uitgangspunt dat de gehele Schrift het geïnspireerde Woord van God is. Veel meer dan vroeger stelt de exegeet zich zelfstandig op ten opzichte van uitspraken in Gods Woord en beoordeelt hij wat vandaag wel en niet van toepassing is.

 

Theodrama

 

Een tweede voorbeeld is het boek Gereformeerde hermeneutiek vandaag[iii] waarin professoren van de Theologische Universiteit in Kampen rekenschap afleggen van hun hermeneutische approach. Terwijl er hoofdstukken in dit boek staan die een klassiek gereformeerd geluid laten horen, is het uit andere hoofdstukken duidelijk dat er verschuivingen zijn.

Ik denk bijvoorbeeld aan de hoofstukken van Burger en De Ruijter die zich positief uitlaten over het concept van het theodrama zoals dat gepropageerd is door de theologen Kevin Vanhoozer en Tom Wright. Dit is moeilijk in een paar minuten uit te leggen maar heel in het kort gaat het hier om: Gods verlossend handelen wordt vergeleken met een drama waarin Hij de leiding heeft en wij de acteurs zijn. In het Oude en Nieuwe Testament hebben we een goede beschrijving van de vroegere bedrijven van dit grote drama, maar voor de huidige “acte” hebben we dat niet. Dus moeten we al improviserend onze weg zoeken, gebruikmakend van de beschrijving van de vorige bedrijven, en biddend om de leiding van de Geest.

 

Dat klinkt mooi, maar intussen is het gezag van de Bijbel sterk verminderd en heeft de exegeet zich verzelfstandigd ten opzichte van Gods Woord.[iv] Het begrip geloofs-gehoorzaamheid dat kenmerkend was voor de klassieke gereformeerde benadering is ingeruild voor het begrip gelovig improviseren. Vroeger dachten we dat we moesten buigen voor Gods wil zoals geopenbaard in de Schriften. Nu moeten we, zegt Wright, al improviserend onze weg zoeken. Maar dan zijn we behoorlijk ver verwijderd van wat we belijden in artikel 7 van de NGB:

 

“Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen bevat en voldoende leert al wat de mens moet geloven om behouden te worden. Daarin heeft God uitvoerig beschreven op welke wijze wij Hem moeten dienen.”

 

We snappen allemaal wel dat de Bijbel ons niet tot in detail voorschrijft hoe we als christenen vandaag moeten leven, maar in de gereformeerde traditie hebben we toch altijd gezegd dat Gods Woord duidelijk is en klaar, en dat het ons genoegzaam onderricht geeft over hoe wij Hem hebben te dienen. Het lijkt erop dat deze overtuiging bezig is te verdwijnen. Ik kom regelmatig de uitspraak tegen dat wij in deze tijd zoekend onze weg achter Christus moeten aangaan. Ik kreeg onlangs een brief onder ogen van een kerkenraad hier in Nederland waarin de gemeente meegedeeld wordt dat de ambten opengesteld gaan worden voor vrouwen in de gemeente. De kerkenraad signaleert dat er verschillende meningen zijn over deze zaak en zij roept de gemeente op gezamenlijk een zoektocht te ondernemen. Citaat: “Dit zoeken naar de implicaties van onze verbondenheid met Christus is een doorgaand proces van improviseren.” Tom Wright zou applaudiseren bij deze zin, maar ik signaleer opnieuw de verschuiving die heeft plaatsgevonden.

 

Vroeger zeiden gereformeerde mensen: we moeten luisteren naar de stem van de Goede Herder en Hem volgen. Nu wordt ons gezegd dat we al improviserend onze weg moeten zoeken achter Christus aan. Het roept de vraag op: Is de stem van de Goede Herder onduidelijk geworden? Geloven we nog wat Paulus schrijft in 1 Tim. 3:16 “Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven.” Dit betekent niet dat elke tekst in de Bijbel gemakkelijk uit te leggen is. Petrus zegt dat er dingen staan in de brieven van Paulus die moeilijk te begrijpen zijn (2 Pt 3:16). En toch zegt diezelfde Petrus ook dat geen enkele profetie een eigenmachtige uitleg toelaat (2 Pt 1:20). Gods Woord is duidelijk. Daarom kunnen we doen wat men ook in Berea deed: de Schriften bestuderen om te zien of het waar is wat er verkondigd wordt (Hand. 17:11).

In het tweede deel van mijn bijdrage wil ik trachten een evaluatie te geven van de ontwikkelingen in de GKv.

 

NOTEN



[i] Ad de Bruijne, column in Nederlands Dagblad, 8 juli 2017

[ii] Rapport ‘Samen Dienen,’ bl. 15

[iii] Ad de Bruijne en Hans Burger (red.), Gereformeerde hermeneutiek vandaag: Theologische perspectieven. Barneveld: De Vuurbaak, 2017.

[iv] Voor een kritische bespreking van Wright’s visie op het gezag van de Schrift, zie D.A. Carson. Collected Writings on Scripture (Crossway, 2010), 283-301. Ook online beschikbaar: http://www.reformation21.org/shelf-life/three-books-on-the-bible-a-critical-review.php