Citaten uit de kerkgeschiedenis
‘…zo dankbaar voor de actieve gehoorzaamheid van Christus’
Dr. Wes Bredenhof
31-03-18
Dit is het tiende (en laatste) artikel van een serie over beroemde citaten uit de kerkgeschiedenis. We kijken naar wie deze woorden heeft gesproken, in welke context, en of ze Schriftuurlijk zijn.
In de jaren rond de wisseling van de 19de naar de 20ste eeuw was er in Noord-Amerika een epische strijd om het evangelie gaande. Als ik zeg ‘het evangelie’, dan bedoel ik het goede nieuws van de redding in Jezus Christus alleen. Theologische vrijzinnigheid viel kerken aan, die eens krachtig voor het Bijbelse geloof opkwamen, kerken als de Presbyterian Church in de USA. De vrijzinnigheid ontkende onder meer de onfeilbaarheid van de Schriften, wonderen als de maagdelijke ontvangenis en lichamelijke opstanding van Christus, en de noodzaak van plaatsvervangende verzoening door voldoening. God maakte dat krachtige proteststemmen zich lieten horen. Onder hen was J. Gresham Machen (1881-1937) wel één van de grootste.
Rev. Gresham Machen |
Getekend door Leo Mielziner |
Machen is vooral bekend geworden door zijn boek Christianity & Liberalism (1923).
Hij beargumenteerde op vaardige wijze dat vrijzinnigheid niet Bijbels christelijk was – het boek is vandaag nog steeds relevant, alleen de namen zijn veranderd (nieuw als paperback in 2009 uitgegeven - vert.). Als professor Nieuwe Testament aan het legendarische Princeton Seminarie viel Machen in ongenade bij de toenmalige leiding en werd een leidende figuur bij de oprichting van het Westminster Theologisch Seminarie in Philadelphia.
Zijn voortdurende strijd tegen vrijzinnigheid leidde er bovendien toe dat hij in 1935 in de Presbyteriaanse Kerk uit het ambt werd gezet. Het jaar daarna stond Machen aan het roer om een nieuwe kerk te vormen: de Presbyterian Church of America. Deze kerk zou later bekend worden als de Orthodox Presbyterian Church.
Aan het eind van 1936 was Machen 55 jaar. Hij was altijd een enthousiast wandelaar en bergbeklimmer geweest, maar die winter voelde hij zich bepaald niet goed. Ondanks een nare hoest en verkoudheid ging Machen toch westwaards, naar Noord Dakota, om tijdens het kerstreces van het Westminster Seminarie voor verschillende kerken te spreken. Maar tijdens zijn verblijf op de prairies daar, ging zijn gezondheid hard achteruit. Het duurde dan ook niet lang of hij lag met een longontsteking in het ziekenhuis van Bismarck. Op 1 januari 1937 verloor hij bij vlagen het bewustzijn. In één van zijn heldere momenten dicteerde hij nog een kort telegram voor zijn vriend prof. John Murray in Westminster. Het telegram luidde:
“Ik ben zo dankbaar voor de actieve gehoorzaamheid van Christus. Zonder dat geen hoop.”
Dat waren de laatste woorden die van hem werden opgevangen. Hij stierf om ongeveer 7.30 ‘s avonds op nieuwjaarsdag 1937.
Christianity & Liberalism staat dan wel aan de top van Machens literaire nalatenschap, maar zijn laatste telegram bevat ontegenzeggelijk zijn meest geciteerde woorden. Ze verdienen een nadere blik.
Wat bedoelde Machen met ‘de actieve gehoorzaamheid van Christus’ en waarom was dat zo bemoedigend voor hem? Zondige mensen hebben een dubbel probleem. In de eerste plaats omdat we door onze zonde een oeverloze schuld aan Gods gerechtigheid hebben, een schuld die we niet kunnen voldoen. In de tweede plaats, zelfs als onze schuld zou zijn betaald, zouden we nog steeds met de doorgaande eis van Gods wet tot voortdurende gehoorzaamheid worden geconfronteerd. Jezus Christus voldoet aan beide. Met zijn plaatsvervangend lijden voor ons onder Gods toorn heeft Hij voor onze eindeloze schuld betaald. In de theologie noemen we dat zijn passieve (lijdelijke) gehoorzaamheid. Christus heeft zich in de 33 jaar van zijn leven volmaakt aan de wet gehouden en zo voor ons volmaakte gehoorzaamheid aan Gods wet verkregen. We noemen dat zijn actieve gehoorzaamheid. Zijn rechtvaardig leven wordt ons toegerekend, komt op onze naam te staan – zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis het in artikel 23 zegt: “…en deze gehoorzaamheid is de onze, wanneer wij in Hem geloven.”
Romeinen 5:19 spreekt rechtstreeks van deze evangelische waarheid: “Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens velen als zondaars aangemerkt worden, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene velen als rechtvaardigen aangemerkt worden.” (HSV).
De Heilige Geest wijst op twee mannen. De ene mens, Adam, was ongehoorzaam en zijn met schuld beladen tekortkoming is op zijn afstammelingen overgedragen. De andere mens, Jezus Christus, was gehoorzaam en zijn rechtvaardige daden zijn aan de gelovigen tot hun rechtvaardiging toegerekend. Als we Christus als onze Zaligmaker hebben, krijgen we niet alleen maar vergeving van al onze zonden, maar ook positieve gerechtigheid in Gods ogen. Op basis van beide verklaart God dat we rechtvaardig voor Hem zijn. Hij ziet ons als vergeven én volmaakt gehoorzaam.
Deze evangelieboodschap lag vers in Machens geheugen toen hij stierf, want een paar weken eerder had hij er een radiotoespraak over gehouden. Voorafgaand daaraan had hij dit met John Murray op het seminarie besproken. Daar hij wist dat hij ging sterven, keek hij niet naar zijn onvolmaakte leven in het volgen van Christus, maar naar het volmaakte leven dat Christus voor hem had geleefd. Machen vond troost in de wetenschap dat hij voor Gods troon mocht verschijnen, gekleed in de gerechtigheid van Jezus. Zijn rekening werd niet slechts ontdaan van alle schuld, maar overvloedig gevuld met de toegerekende verdiensten van Christus. Je kunt zien waarom Machen eindigde met “Zonder dat geen hoop”. We mogen het zelfs omkeren:
“De actieve gehoorzaamheid van Christus geeft veel hoop!”
Dr. Wes Bredenhof is predikant van de Free Reformed Church van Launceston, Tasmanië, Australië.
Vertaling: R. Sollie-Sleijster