Twee torens
Redactie een in waarheid
12-11-16
De Gereformeerde Kerk (DGK) te Berkel en Rodenrijs / Bergschenhoek (ook wel genoemd naar de burgerlijke gemeente Lansingerland) heeft een nieuw eigen kerkgebouw! Het is veertien dagen geleden officieel in gebruik genomen. De sleutel van het gebouw werd door de kinderen van groep 3/4 binnengedragen en door de voorzitter van de bouwcommissie symbolisch overgedragen aan de voorzitter van de kerkenraad, ds. C. Koster.
We willen de broeders en zusters daar hartelijk feliciteren met hun kerk. Na allerlei omzwervingen is nu een eigen stek gebouwd. En dat komt het gemeenteleven vast ten goede!
Architectuur Architectenburo Houweling, Bleiswijk
De eerste paal voor de nieuwbouw ging, na een voorbereiding van 4 jaar, in september 2015 de grond in. In oktober 2015 werd de gemeente geconfronteerd met het faillissement van de aannemer. Door een goede samenwerking tussen het architectenbureau, de bouwcommissie en een bouwcoördinator kon de bouw weer snel hervat worden. In juli 2016 werd het gebouw opgeleverd waarna er nog diverse zaken door gemeenteleden gedaan moesten worden.
De kerkzaal beschikt over 250 zitplaatsen en kan in de toekomst uitgebreid worden zodat er plek is voor 350 zitplaatsen. Verder beschikt het gebouw o.a. over een ruime hal met open keuken en vier vergaderzalen.
Belangstellenden worden uitgenodigd om op zaterdagmiddag 12 november een kijkje te nemen in de nieuwe kerk die is gelegen aan de Rembrandtlaan 42 in Bleiswijk. De open dag is tussen 13:30 uur en 16.00 uur. Er is koffie, fris en lekkers. Ook is er een hapje en een drankje. Om 14:30 uur is er een kort samenzijn met meditatie, gebed en samenzang.
Kinderen zijn ook van harte welkom. Voor hen zal er o.a. een knutselhoek zijn en de kleintjes kunnen zich prima vermaken in de nieuwe crèche.
Uiteraard is ook ieder welkom in de reguliere erediensten: elke zondag om 9.30 en 16.30 uur.
Bij de officiële opening hield de plaatselijke predikant, ds. C. Koster, een overdenking. Daarin relateerde hij de architectuur van de stenen kerk met het gebouw dat niet met handen is gemaakt, de gemeente van de levende God.
Met zijn toestemming publiceren we zijn toespraak met een focus op 1 Tim. 3:14-16, en daarvan m.n. vers 15:
Deze dingen schrijf ik u, in de hoop spoedig naar u toe te komen (14).
Maar voor het geval dat ik langer wegblijf, weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid (15).
En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid (16).
Overdenking
Ds. C. Koster
Geachte genodigden en afgevaardigden, broeders en zusters,
Hier staat ons kerkgebouw.
Hier mogen wij onze erediensten beleggen en vergaderingen houden. We komen niet langer meer bijeen ergens in een vergaderzaal, zoals we begonnen. We komen niet meer samen in een sporthal, zoals we dat jaren gedaan hebben. We komen niet meer bij elkaar in het Auditorium. Nee, dit is de plek waar we voortaan als gemeente op zondag en door de week elkaar zullen treffen.
In dit prachtige gebouw aan de Rembrandtlaan in Bleiswijk.
En als je er langs rijdt op de N209 of in de wijk er voorbij fietst, dan kan je niet om dit gebouw heen. Het is dan een net en bescheiden gebouw. Maar het mag er zijn, goed zichtbaar voor iedereen.
En wat het meest in het oog springt van buiten af zijn die twee torens. Twee torens, die wijzen omhoog.
Foto: G. van Dijk, Fotorette, Ureterp
Graag hadden we er nog een paar van die grote kerkklokken in willen hebben. Maar ik heb begrepen dat dat niet mogelijk was. Gelukkig staan de torens er wel.
En die torens, die wijzen naar boven. Naar de levende God. Naar Jezus Christus, die troont in de hemel. En dus ook naar het rijke evangelie van Jezus Christus, die geopenbaard is in het vlees. De torens wijzen naar Hem, die gekruisigd is om onze zonden te betalen.
Nu kunnen we wel zeggen dat deze torens op twee manieren naar boven wijzen. Allereerst wijzen die torens naar boven, om iedereen die er voorbij gaat iets te leren. Ieder die die torens ziet, wordt gewezen op God. Alsof die torens zeggen: hier staat De Gereformeerde Kerk (hersteld) te Lansingerland.
Maar wij wijzen daarmee niet op onszelf. Wij willen wijzen op Jezus Christus, onze Heiland. De Verlosser, die God gezonden heeft tot redding van een ieder die in Hem gelooft.
Ten tweede wijzen die torens naar boven om de gemeenteleden zélf iets te leren. Die torens wijzen ons als gemeente namelijk op onze taak. Onze levensopdracht. Dat wij als taak hebben om, net als deze torens, omhoog te wijzen op Jezus Christus. Om anderen te wijzen op Jezus Christus, die troont in de hemel.
Daarom is het zo mooi dat we die torens hierbinnen óók kunnen zien. Achter mij is de lijn van de torens nog een beetje zichtbaar. Maar hierbinnen zijn die kenmerkende torens voorál zichtbaar doordat ze heel mooi verwerkt zijn in deze kansel.
Ontworpen en gebouwd door Van der Jagt Houtbewerking, www.vanderjagthoutbewerking.nl
Daardoor zijn die twee torens als het goed is, voor ons steeds weer in beeld. Zo wordt de gemeente elke zondag steeds weer op haar taak gewezen. Geloof zélf in Jezus Christus. Én wijs ook anderen op uw Heiland, Jezus Christus. Mensen, wijs steeds omhoog, tot God.
Nu, de architect kan ons ongetwijfeld meer over dit gebouw vertellen. Maar ik wil u graag vanuit 1 Tim. 3:15 laten zien dat Paulus ons inderdaad ook die taak geeft, namelijk dat de kerk omhoog moet wijzen op God en Jezus Christus. Want Paulus zegt in vers 15, dat de kerk de opdracht heeft om het evangelie van Jezus Christus te bewaren en uit te dragen in deze wereld. Dat is de kern van vers 15: de kerk heeft de roeping het evangelie van Jezus Christus bewaren en uitdragen in deze wereld.
U weet misschien wel dat Paulus deze brief aan Timotheüs schreef, tijdens een van zijn rondreizen. Paulus wilde ook langs Timotheüs reizen, die toen in Efeze was, maar wist niet zeker of hij écht spoedig naar Efeze zou kunnen komen. Voor de zekerheid ging hij daarom toch maar een brief schrijven. Zo belangrijk en urgent waren de zaken, die hij met Timotheüs wilde delen.
En in ons tekstvers legt Paulus dan de nadruk op de levenshouding. De gemeenteleden moeten weten hoe hun levenshouding moet zijn in het huis van God. Ze moeten weten hoe de levenshouding, de sfeer en de toon moet zijn in de kerk.
Nou, zegt Paulus, de gemeenteleden moeten bepaald worden vooral door één ding,
namelijk dat de gemeente van Jezus Christus niet zómaar een gemeente is. Maar dat zij het huis van God is.
De gemeente van de levende God.
In de kerk woont de levende God. Hij is daar aanwezig, door zijn Woord, door zijn Heilige Geest. Dat is zijn huis.
En het bijzondere is, dat zijn kinderen bij Hem mogen zijn. Dat zij bij Hem mogen horen. God ziet in zijn genade om naar mensen, en verlost hen.
Het is dus heel bijzonder als Paulus hier spreekt over de gemeente als het huis van God. De plaats en de mensen, die God verlost en die God willen dienen.
En dan gebruikt Paulus twee opvallende woorden: zuil en fundament van de waarheid. Voor de levenshouding van de gemeente is het van groot belang dat ze weten wie ze zijn. Namelijk dat de gemeente is een zuil en fundament van de waarheid.
Wat is het beeld, dat Paulus hier gebruikt? En wat wil hij ons hiermee leren over de gemeente?
Paulus zegt hier, dat de waarheid wordt gedragen door de gemeente. De kerk is het fundament van de waarheid. De kerk staat dus onder de waarheid, en draagt de waarheid. Net zoals een fundament van een gebouw zich eronder bevindt en zo het hele gebouw draagt. Zó draagt de kerk de waarheid, het Woord van God, het evangelie van Jezus Christus.
Bij het woord zuil is niet helemaal scherp te stellen wat Paulus bedoelde. Er zijn exegeten die zeggen dat het misschien gaat om een erezuil waarop iemands grote overwinningsdaden staan vermeld. Dus, de kerk als zo’n erezuil van Gods grote daden, die de kerk uitdraagt in de wereld.
Maar het is ook mogelijk dat Paulus gewoon een zuil of pilaar bedoelde die een gedeelte van een gebouw draagt. Denk maar aan zo’n grote stenen pilaar in oude gebouwen of oude kerken die een gewelf van de kerk dragen.
Dan heeft dat woord zuil dus feitelijk dezelfde betekenis als fundament, drager.
In ieder geval bedoelt Paulus met deze twee woorden aan te geven dat de kerk het Woord moet dragen en uitdragen in deze wereld.
Maar, genodigden en afgevaardigden, broeders en zusters, dat is toch wel even iets om bij stil te staan. Want wat bedoelt Paulus hier nu precies? Als hij zegt dat de kerk het fundament is van de waarheid, wordt de waarheid dan niet afhankelijk van de kerk? Is de kerk dan zo fundamenteel voor het Woord? Heeft God zijn Woord dan overgeleverd aan de grillen van de mensen? Dat kan toch niet?!
Het is toch niet zo dat het Woord bepaald wordt door de kerk? Je zou het toch eerder andersom zeggen: dat het Woord fundamenteel is voor de kerk. Dat de kerk bepaald wordt door het Woord. Immers de gemeente ontstaat toch daar, waar het Woord echt gaat regeren en leven, en waar de Heilige Geest komt en woont in de harten?
Inderdaad, door het Woord van God ontstaat de kerk. Hij werkt met zijn levende Woord en zijn kracht in de harten van mensen. Door de prediking van het Woord komen mensen tot geloof, en ontstaat er een kerk. En zonder de Bijbel was er geen kerk.
Maar toch heeft Paulus niet geschroomd om deze woorden op te laten schrijven. Toch zegt Paulus tegen Timotheüs: denk er goed om, jullie zijn zuil en fundament van de waarheid! Paulus vond dat zo belangrijk, dat terwijl hij misschien nog eens langs zou komen. hij het ook nog liet opschrijven in deze brief,
Ze moesten het weten: u, jullie, zijn zuil en fundament van de waarheid.
Wat geeft Paulus dan aan met deze woorden?
Hier wil Paulus ons duidelijk leren dat de kerk een enorme taak heeft. De taak en roeping om Gods Woord te dragen. Het Woord vast te houden. Het Woord uit te dragen in deze wereld. De roeping om het Woord van God zuiver te verkondigen, zelf daaruit te leven, en het zo ook uit te dragen in de wereld.
God heeft zijn Woord niet zomaar de wereld in gezonden, om te zien wat er van komt. Nee, God heeft zijn Woord gegeven aan zijn kerk. Jezus Christus heeft dat zelf gezegd in Joh. 17. Hij zegt daar tegen zijn Vader in gebed:
Want de woorden die U mij gegeven hebt, heb Ik aan mijn discipelen gegeven, en zij hebben ze aangenomen.
En verderop zegt Hij tegen zijn Vader:
Ik heb mijn discipelen Uw Woord gegeven.
Daar zie je datzelfde: het Woord van God, het rijke evangelie is toevertrouwd aan de kerk. Dat is een rijk genadegeschenk van onze trouwe God. Hij geeft ons het evangelie van Jezus Christus, de blijde boodschap dat er behoud en uitkomst is door zijn bloed. De kerk mag en moet dat Woord als een gewichtige schat hoogachten, bewaren, uitdragen.
De Bijbel is tegenwoordig overal verkrijgbaar. Het is te koop in de boekhandel.
Het is te lezen op internet. En je kan overal vandaan uitleg krijgen over Gods Woord. In boeken, artikelen, korte zinsneden, pakkende verhalen en filmpjes. Met allerlei verschillende en elkaar tegensprekende uitleggingen. Er is genoeg te vinden, te kust en te keur, voor elk wat wils, zou je haast zeggen.
Maar Paulus laat ons nu in 1 Tim. 3:15 zien: nee, dat is niet de bedoeling. God heeft zijn Woord één vaste, veilige plek gegeven. Dat is daar, in zijn kerk, bij zijn volk. Het huis van God, de kerk van Jezus Christus heeft die grote en machtige roeping. Het Woord van God bewaren en uitdragen in deze wereld.
In deze wereld moet de kerk staan als pilaar, als een fundament onder Gods Woord. Om het in alle tijden en in allerlei dwalingen en tegenstand vast te houden. En om het zuiver uit te dragen in deze wereld.
Maar, mocht iemand denken: kijk ons eens kerk zijn…
Mocht iemand denken: kijk hún eens kerk zijn…
Nee, zo’n borstklopperij wordt hier door Paulus in één keer de grond in geslagen. De kerk moet zich niet op de borst kloppen. Nee, de kerk heeft daar helemaal geen tijd en ruimte voor. De kerk heeft de handen vol met die opdracht: aan de slag met het Woord van God. Want anders kan je als kerk geen zuil en fundament van de waarheid zijn.
De kerk moet aan de slag met het Woord van God. Het Woord van God dragen, zoals een zuil en fundament iets dragen. Het Woord van God dragen, vasthouden en uitdagen in deze wereld.
Hoe doe je dat? Hoe wil God dan dat we dat doen? Laten we stilstaan bij twee dingen.
Allereerst moeten we dat persoonlijk doen, als gemeenteleden. Innerlijke toewijding aan God, door het lezen en overdenken van Gods Woord.
Paulus zegt dat zelf ook in vers 16, hij spreekt daar over het geheim van de godsvrucht. Dat is het geheim van een vroom leven, een eerbiedige omgang met de Heere. Dat geheim ligt in Jezus Christus, in het leven met Hem en voor Hem, dag in dag uit.
De kerk kan dus alleen een zuil en fundament zijn, als haar leden zich dagelijks in ootmoed en gehoorzaamheid laten leiden door God en Jezus Christus. En steeds met Hem en voor Hem willen leven.
***
Maar het blijft niet bij die persoonlijke omgang met God.
Dat is het tweede, de taak die de kerkleden gezamenlijk hebben, als kerk van Christus. Zuil en fundament van de waarheid, dat is ook dat de kerk het Woord zuiver moet belijden. Tegenover dwalingen, tegenover onschriftuurlijk denken moet de kerk Gods Woord vasthouden. Dat doet de kerk heel concreet door het Evangelie samen te vatten in de belijdenisgeschriften van de kerk. Die belijdenisgeschriften spreken vandaag nog, als getuigenis van de kerk voor de wereld.
En het Woord van God moet zuiver gepredikt worden. Zodat het Woord uitgedragen wordt in de wereld. En ook zelf moet ieder van ons goed weten wie God is en wat Hij zegt. Zodat we belijdende leden van de kerk kunnen blijven of worden. Belijdende leden in deze wereld.
Zo is de kerk pijler en fundament van de waarheid. Door samen als kerk en ieder persoonlijk het Woord vast te houden en te gehoorzamen.
En als we die taak tot ons door laten dringen, genodigden, gemeente, wat heeft de kerk van Jezus Christus dan een rijke en bijzondere taak! Want veel mensen vandaag de dag zijn misschien wel blij dat ze God hebben losgelaten. En dat in de maatschappij God en zijn geboden steeds meer worden losgelaten. En dat men blij is met het idee, dat ze God en zijn gebod uiteindelijk van zich hebben afgeschud.
Maar dan is daar toch nog steeds de kerk. De kerk van Jezus Christus, die trouw is aan Gods Woord. De kerk die getuigt in deze wereld.
Ja, zegt Paulus, de kerk is het huis van God, de gemeente van de levende God. De levende God staat achter hen. En Hij is een machtige Hulp!
Daarom mogen we vast vertrouwen, dat zo lang de kerk bestaat, en God zal haar bewaren tot Christus’ wederkomst. Zo lang de kerk bestaat zal zij wijzen omhoog.
Zal zij moeten wijzen naar omhoog. Tot een getuigenis in deze wereld. En, tot redding voor een ieder die gelooft in Jezus Christus.
Genodigden, gemeente, we kijken nog één keer naar deze twee torens, twee zuilen. De torens achter mij steken boven het gebouw uit, en zijn goed zichtbaar. Voor iedereen, om alle mensen te wijzen op God en Jezus Christus. En daarbuiten en hierbinnen ze zijn goed zichtbaar voor de gemeente, voor onszelf!
Laten we die twee manieren van omhoog wijzen nooit vergeten. Voor anderen en voor onszelf. Wij hebben die grote taak, als kerk en in ons persoonlijk leven: Mensen wijzen op Jezus Christus, en zijn Woord zuiver bewaren.
Dat die torens en dit hele gebouw ons daarbij dienstbaar mogen zijn.
Dat is onze hartelijke wens en gebed.
Laten we nu ook samen zingen over de kracht en rijkdom van dat Woord van God, wat we mogen en moeten vasthouden en uitdragen in deze wereld, Ps. 19:3,4.
Foto: G. van Dijk, Fotorette, Ureterp
Nog enige inkijkjes in het gebouw: