MV in Assen 2
D.J. Bolt
15-11-14
Vorige keer hebben we een uitgebreide samenvatting gegeven van een preek die ds. G. Meijer van Assen-Zuid dit jaar in zijn gemeente hield. De preek behandelt het tweede hoofdstuk van de eerste brief aan Timotheüs, het hoofdstuk dat volop in de schijnwerpers staat nu de druk in de vrijgemaakte kerken steeds groter wordt om vrouwelijke ambtsdragers in te voeren.
De 'kerk van alle eeuwen', en zeker de gereformeerde kerk, heeft zich daar altijd principieel tegen uitgesproken. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw zijn de dammen doorgebroken en werden in een aantal protestantse kerken de ambten opgesteld voor vrouwen: de Nederlands Hervormde kerk in 1966, de syn. Gereformeerde Kerken in 1969 en de Nederlands Gereformeerde Kerken in 2004. Van het buitenland kan bijvoorbeeld de grote Christian Reformed Churches worden genoemd die in 1984 het diakenambt openstelden voor vrouwen, zij het met een gewijzigde 'definitie' van wat een diaken is (geen headship!). Maar in 1990 werden alle ambten alsnog opengesteld.
Nu lijken de vrijgemaakt-gereformeerde kerken aan de beurt. Met het deputatenrapport Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie dat op de synode van Ede diende lijkt een trendbreuk te zijn ingezet. Niet minder dan zes van de zeven deputaten, waaronder nieuw-testamenticus prof. dr. P.H.R. van Houwelingen, betoogden dat:
- de visie dat behalve mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen, past binnen de bandbreedte van wat als schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld;
- het al dan niet functioneren van vrouwen als ambtsdrager mag voor de Gereformeerde Kerken geen belemmering vormen in de kerkelijke contacten met de Christelijke Gereformeerde en de Nederlands Gereformeerde Kerken en evenmin bij gemeentestichtingsprojecten;
De synode verwierp dit voorstel maar besloot alvast wél dat eenheid op dit punt met de Nederlands Gereformeerde Kerken waarin vrouwen in alle ambten functioneren, geen enkele belemmering meer is. Ondertussen gaat de beïnvloeding van de geesten ten faveure van de vrouw in het ambt voort. De preek van ds. Meijer is daar een markant voorbeeld van.
We gaan nu geen uitgebreid betoog houden waarom invoering van vrouwelijke ambtsdragers niet naar de Schrift is. Er is zoveel positief materiaal beschikbaar dat een goede oriëntering voor het oprapen ligt. Voor het gemak noemen we als voorbeeld de volgende titels:
- Emancipatie en Bijbel, prof.dr. J. van Bruggen
- Vrouw en kerkelijk ambt, dr. H.J.C.C.J. Wilschut
- Studiebijbel Herziene Statenvertaling
- Korte Verklaring op I Timotheüs
- Een hulp die bij hem past, ds. A. Hordijk
- Dienende mannen en vrouwen, ds. J.J. Schreuder
Er zijn op deze site (.info en .nl) vele artikelen verschenen over de taken van mannen en vrouwen in de kerk. Gebruik het zoek-mechanisme en er wordt een uitgebreide click-bare lijst met documenten getoond.
Waar gaat het ons nu dan wél om? We willen nagaan hoe de denklijn is in deze preek. Welke methode wordt gebruikt om het eeuwenoude standpunt van de kerk ter discussie te stellen? Het doel is nadrukkelijk dus níet een preek, nog minder een predikant af te branden, maar om inzicht te krijgen welke middelen worden gebruikt in onze kerken om de diep gewortelde overtuiging van broeders en zusters met betrekking tot de vrouw in het ambt aan het wankelen te brengen.
Dat vereist enige analyse want er worden in de preek, en naar we zullen zien in het gebruikte materiaal eronder, enige niet zo zichtbare wissels genomen. Om dat te ontdekken zullen we daarom eerst de hoofdlijn van de preek trachten te schetsen en te bespreken en vervolgens ook op de alternatieve argumentatie in de preek in te gaan. Tenslotte willen enige conclusies trekken.
We hebben geprobeerd de preek zeer zorgvuldig samen te vatten. Maar we kunnen ons voorstellen dat er de behoefte is de preek eerst in zijn geheel te horen samen met de hele liturgie. Eigenlijk bevelen we dat ook aan. De lezer kan de preek vinden op www.kerkdienstgemist.nl, zie GKv Assen-Zuid, 23-02-14/16.30 uur. Bovendien attendeerde ds. Meijer ons op een video-opname van deze (en de voorgaande) dienst. Interessant, click http://bibliafiel.wordpress.com/themas/
Onderstaand worden verwijzingen naar specifieke teksten in 1Tim. 2 steeds aangegeven met (..).
De hoofdlijn
Introductie
Doel van de preek is uit het levende Woord van God argumenten m.b.t. de vrouw in het ambt op te diepen en die te wegen, en dan m.n. over de scheppingsorde in 1Tim. 2.
De hoofdtoon van de eerste brief aan Timotheüs is orde en rust.
Redenering van de kerk van (bijna) alle tijden
De oude redenering meent dat het in 1Tim. 2 over kerkdiensten gaat (8).
Paulus' geeft daarvoor dan vier voorschriften (HSV):
- Ik wil dat de mannen op alle plaatsen bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en meningsverschil (8).
- Ik wil dat de vrouwen zich met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen tooien, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleren, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn (9,10).
- Een vrouw moet zich laten onderwijzen in stilheid, in alle onderdanigheid want ik sta niet toe dat een vrouw onderwijs geeft (11,12a).
- Ik sta niet toe dat een vrouw de man overheerst, maar ik wil dat zij zich stil houdt (12b).
Voorschrift A volgen we niet meer maar voorschrift C en D wél want daarvoor verwijst Paulus naar de schepping volgens Genesis, naar de zgn. scheppingsorde. Paulus' argumenteert
- Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva (13).
- Adam is niet misleid, maar de vrouw is, toen zij misleid werd, tot overtreding gekomen (14).
- Maar zij zal in de weg van het baren van kinderen zalig worden, als zij blijft in geloof, liefde en heiliging, gepaard met bezonnenheid (15).
Daarom gelden deze voorschriften t.a.v. de positie en houding van vrouwen voor alle tijden en plaatsen, zo redeneert men veelal. Deze hanteerbare redenering baseert men op de Bijbel en is mooi kort en duidelijk.
Je kunt ook niet zeggen dat die helemaal fout is.
Nieuwe redenering
Als je de teksten heel nauwkeurig bekijkt, een 'diepteboring' doet, kun je tot een andere gereformeerde conclusie komen dan die hierboven. De argumentatie gaat als volgt.
Het gaat Paulus in heel zijn brief om orde en rust want God is een God van vrede en harmonie. Maar in Efeze was er blijkbaar onrust door haantjes- en hennetjesgedrag.
Daarom geeft Paulus een soort rustgevende minikerkorde (2:1-3:13) waarin een en ander netjes is geregeld met een aantal voorschriften:
-
Ik wil dat de mannen op alle plaatsen bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en meningsverschil.
Deze houding is mooi en past bij goede orde maar we hebben het wel aan de kant gezet. En Páulus wil het, niet de Heer, daar zit meer of minder gezag in.
'Alle plaatsen' kan elke bijeenkomst van christenen aanduiden. -
Ik wil dat de vrouwen zich met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen tooien, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleren, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn (9,10).
Rondkijkend houden onze vrouwen zich daar nauwelijks aan maar we moeten dit eigenlijk wel aanvoelen. -
Een vrouw moet zich laten onderwijzen in stilheid, in alle onderdanigheid want ik sta niet toe dat een vrouw onderwijs geeft (11,12a).
Toen was het gebruikelijk dat mannen onderwezen in de synagogen. Daarom moeten vrouwen in een christelijke lessituatie niet zelf onderwijzen maar zich daarin schikken om optimale orde en rust te bereiken. -
Ik sta niet toe dat een vrouw de man overheerst, maar ik wil dat zij zich stil houdt (12b).
Vrouwen moeten gehoorzaam en bescheiden zijn.
In de voorschriften B, C en D gaat het om autoritair, ongeoorloofd-dominant optreden van vrouwen dat de rust verstoort. Maar zijn deze nu altijddurende goddelijke regels?
Paulus citeert geen specifieke bijbeltekst maar herinnert aan de scheppingsgeschiedenis:
Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva (13).
En niet Adam is misleid, maar de vrouw is, toen zij misleid werd, tot overtreding gekomen (14).
Niemand op de hele wereld snapt dit en weet hoe je het moet taxeren.
Het lijkt wél zo dat de man leiding moet geven en de vrouw volgen. Echter Paulus citeert niet uit Genesis 1 waar de zuivere scheppingsorde nog gold maar uit Genesis 2 waar die niet meer goed was, want de mens miste iets. Dus in plaats van scheppingsorde zouden we ook moeten spreken van zondevalorde. En de vraag is dan of de zondeval nog altijd de man/vrouw relatie moet blijven bepalen. Moet de straf blijvend worden nagedragen?
Paulus lijkt het begin van de Bijbel selectief in zijn verhaal in te passen want Adam was toch eerstverantwoordelijk volgens Rom. 5? Waarom zegt hij hier niets over het heersen van de man over de vrouw en wel een zwaarder en eenzijdiger accent op Genesis 2 en 3?
Hij doet dat kennelijk om een extra accent te leggen op de orde in de scheefgegroeide situatie in Efeze. Het gaat Paulus niet om vrouwelijke ouderlingen of dominees maar om orde en rust in de gemeente. Ieder, mannen en vrouwen moeten hun taken bescheiden oppakken en geen aanstoot geven. Misschien om zo ook een extra tegenwicht te bieden tegen de priesteressen die in de tempel van Artemis de boventoon voerden.
En als het hier alleen om getrouwde vrouwen zou gaan, ook dan past het in de cultuur van toen om orde en rust in bijeenkomsten te bewaren door een bescheiden houding van de vrouw jegens haar man.
Samenvatting
Het is niet fout om te zeggen dat we het in het verleden fout hebben gedaan en nu nog fout doen. Of te zeggen dat het wereldwijd fout wordt gedaan.
Het is ook niet zomaar fout dat een vrouw op geen enkele manier met autoriteit mag optreden ten opzichte van mannen.
Als je doordenkt hoeft het niet onbijbels te zijn tot verschillende conclusies te komen.
Het gaat in de man/vrouw discussie om de weg van orde en vrede zonder geldingsdrang van mannen en vrouwen.
Bespreking
We hebben geprobeerd zo zorgvuldig en eerlijk mogelijk de rode lijn in deze preek te vinden en weer te geven. Als het goed is is daarin nog niets te merken van onze waardering zowel in positieve als negatieve zin. Het is nu tijd om wél te gaan wegen wat in deze preek naar voren wordt gebracht. We beginnen met een aantal algemene observaties.
Het is ons opgevallen dat essentiële elementen in de preek ontleend zijn aan de Commentaar Nieuwe Testament (CNT, 2009) waarvan het deel Timotheüs/Titus door prof.dr. P.H.R. van Houwelingen is geschreven. Om maar enkele elementen te noemen die ook in de CNT voorkomen: het aspect rust en orde, de (mini)kerkorde, het accent op autoritaire vrouwen, de moeite met de referentie aan de scheppingsorde en details als gebalde vuisten van mannen bijvoorbeeld. Het geeft ons gelegenheid in onze opmerkingen ook waar zinvol deze commentaar bij onze bespreking te betrekken.
Bij de herlezing van de CNT op dit bijbelboek ontkomen we niet aan de indruk dat het min of meer al een voorafschaduwing van het deputatenrapport Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie is waarin een lans voor de vrouw in het ambt wordt gebroken en waaraan ook prof. Van Houwelings naam is verbonden. Zo bezien lijkt de preek een doorgetrokken lijn die zijn extra stimulans in het genoemde deputatenrapport zal hebben gekregen.
Maar dit alles zegt natuurlijk nog niets over de intrinsieke waarde ervan. Daar gaan we nu verder mee bezig. Er zijn twee hoofdzaken die we aandacht willen geven: De structuur van de argumentatie, dus de rode lijn in het betoog. En vervolgens de argumentatie voor de vrouw in het ambt zelf.
De rode lijn
We hebben hierboven geprobeerd om de hoofdlijn van de preek weer te geven. Wat wil de preek ons overbrengen? Dat kunnen we kort zó samenvatten.
- Er is de eeuwenoude toepassing van deze teksten maar die is eigenlijk wel wat simpel en weinig diepgaand. Bovendien houden we ons daar maar selectief aan: niet met geheven handen bidden, wél vrouwen laten zwijgen in de kerk.
- Je kunt er ook een andere, diep borende argumentatie opzetten op basis van de teksten. En die leidt tot aanvaarding van de vrouw in het ambt.
- Beide redeneringen zijn mogelijk vanuit de Bijbel. En beide zijn dus gereformeerd. Daarom mogen we elkaar niet veroordelen.
Degenen die de Edese deputatenvoorstellen over dit onderwerp hebben gelezen herkennen direct deze gedachtegang. Dat is wat de deputaten wilden: de erkenning dat hun "visie dat behalve mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen, past binnen de bandbreedte van wat als schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld";
En dat verkondigde ook deze preek!
Maar het deputatenvoorstel werd afgewezen. Evenwel, daar bleef het niet bij want het werd na heel veel discussie vijven en zessen vervangen door "de visie dat behalve mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen moet vrij bespreekbaar zijn zolang er vanuit de Schrift geargumenteerd wordt".
En daarmee kan deze preek dan ook prima uit de voeten! De predikant heeft immers zijn best gedaan vanuit de Schrift te argumenteren? Beide zijn dan dus te aanvaarden zonder de andere "helemaal" af te wijzen.
Schadelijk
Onze bezwaren zetten zich híer al in. Want deze manier van denken lijkt ons funest voor het schriftgeloof. Hier vindt namelijk een fundamentele relativering van de Schrift plaats die uiterst schadelijk zal blijken voor het leven in geloof. Wat hier gebeurt is dat je via de ene 'bijbelse' redeneerlijn kunt komen tot de ene uitspraak en via een andere tot het tegendeel. De ene argumentatie leidt tot voor vrouwen gesloten ambten, de andere tot voor vrouwen geopende ambten. En dat zou beide schriftuurlijk en gereformeerd mogen heten! Maar dat is in tegenspraak met onze belijdenis die de Schrift volkomen, volmaakt en volledig noemt (NGB art. 7).
Eerlijk gezegd hebben we grote moeite met theologen die dit met droge ogen durven beweren. Hoe heb je toch de moed dit te verkondigen in het midden de gemeente? Is dit nog wel bijbels integer?
In de preek worden we opgeroepen bescheiden te zijn. Maar onze moeite met veel theologen is nu juist dat zij geen bescheidenheid tonen t.a.v. het Heilig Woord van God. Vaak lijkt de Schrift een cryptogram te zijn voor knappe godgeleerde puzzelaars waarmee men elkaar al argumenterend de loef probeert af te steken.
Als het zo is dat de Schrift zichzelf kan tegenspreken heeft dat zeer verreikende consequenties. De vaste grond waarop wij bouwen zakt weg onder onze voeten. Van 'zo spreekt de Here' wordt het dan 'het kan zus maar het kan ook niet-zus zijn'. Dan verdwijnt uiteindelijk 'de enige troost' uit het zicht. Dat is hier uiteindelijk aan de orde, naar wij menen.
Eenmaal op dit argumentenpad is er trouwens geen horizont meer. Want wie kan er bijvoorbeeld niet 'vanuit de Bijbel argumenteren' tegen de kinderdoop? En wie kent niet de twee 'argumentatielijnen' voor en tegen het 'homohuwelijk'? Of de redenering die zegt dat 'de zon en de maan niet stilstonden' in Jozua's strijd? De lijst is voortdurend te actualiseren. Zijn dit dus allemaal argumentaties die beide het predicaat christelijk en gereformeerd verdienen? En die vrij en onvervaard op de kansels mogen worden gedebiteerd? Daar kunnen we ons geloof en leven toch niet op bouwen? Wat blijft er zo over van "de kerk van de levende God die een pilaar en fundament der waarheid is", zoals dat juist in het volgende hoofdstuk, 1Tim. 3:15 wordt geopenbaard en onmiddellijk wordt verbonden met "het geheimenis van de godsvrucht?!
Verdere studie
Mag er dan niet nagedacht worden over de betekenis van 1Tim. 2? Natuurlijk, daar is geen enkel bezwaar tegen. Maar eerst zullen we moeten bedenken dat de kerk leert dat het ambt gesloten is voor vrouwen. Dat is inderdaad, zoals de preek memoreert, in de kerk van (bijna) alle tijden zo geweest. En dat is ook wat we belijden in NGB art. 31 over de ambten van de kerk. Het is onderdeel van ons schriftgeloof. En als er dan bedenkingen komen is inderdaad nadere studie gewenst.
Vervolgens kunnen er twee dingen gebeuren. Of wel, we moeten ootmoedig erkennen dat we het inderdaad alle eeuwen verkeerd hebben gezien of onbijbels hebben gehandeld. Óf we bevestigen wat de kerk van alle tijden al wist en beleed en wijzen veranderingen af. Maar geen dubieuze theologische padvinderij waarbij ieder zijn versie van conflicterende waarheden kan koesteren en dat dus als gereformeerd mag presenteren. Want dat is wat hier gebeurt.
Ontsporing
De gang van zaken m.b.t. de vrouw in het ambt is in de GKv ook wat het kerkelijk proces betreft, eigenlijk geheel ontspoord. De deputaten zouden met hun werk alléén ontvankelijk zijn geweest als ze vanuit de Schrift hadden aangewezen dat de oude belijdenis en praktijk van de kerk wel of niet naar de Schrift was. Dáár ging het om. In plaats daarvan vroegen ze om hun mening - openstelling van de ambten – als óók schriftuurlijk en gereformeerd te beschouwen. We verbazen ons er nog steeds over dat de synode daar op in is gegaan en het uiteindelijk met een (gemodificeerd) besluit heeft gehonoreerd (besluit 2[i]).
Nederlands Gereformeerde Kerken
De opvatting dat de Bijbel twee 'lijnen' laat zien die tot het tegenovergestelde resultaat leiden is ook precies de uitkomst van het Nederlands Gereformeerde denken op dit punt. Het is vastgelegd in het VOP-rapport dat als basis heeft gefungeerd voor de openstelling van de ambten daar en waarvan onze kerken tot voor kort altijd hebben gezegd: dat is schriftkritiek, zo kun je niet met de Schrift omgaan. Maar sinds Ede is dit geluid verstomd. Nog sterker in een officieel synodebesluit (besluit ???) is aanvaard dat de Nederlands Gereformeerde praktijk en zijn onderbouwing geen belemmering meer is voor eenwording[ii].
Natuurlijk kan het best zo zijn dat we op enig punt tot verschillende conclusies komen als we de Bijbel proberen te verklaren. Dat komt omdat we mensen zijn met een verduisterd verstand. Tegenspraak ontstaat doordat niet-schriftuurlijke argumentatie wordt gevolgd. Dat is een a priori van ons gereformeerde schriftgeloof. En als we tot verschillende exegeses komen zit er niets anders op dan pas op de plaats te maken en de hand op de mond te leggen totdat door nadere studie onder de leiding van de Heilige Geest helderheid wordt ontvangen uit het Woord.
De volgende keer hopen we in te gaan op de alternatieve uitleg en argumentatie in de preek.
Wordt vervolgd
Noten
[i] http://www.eeninwaarheid.info/index.php?rub=7&item=984&zoekterm=14-423, Bijlage 3 – Genomen besluiten.