Gebrek aan openhartig gesprek
D.J. BoltHieronder treft u een korte serie ingezondens in het Nederlands Dagblad aan zoals die deze zomer werden gepubliceerd. Het lijkt ons goed om die ook nog eens op onze site te zetten voor diegenen die deze door de vakanties hebben gemist. De discussiemuis krijgt nog een paar staarten: De Reformatie zal ons weerwoord op ds. J. Wesselings kritiek publiceren met daarop weer een antwoord van deze predikant. Verder gaan we DV de volgende week ook verder reageren op de kritiek van ds. J. Oosterhuis.
Misschien is het aardig(?) te attenderen op het laatste ingezonden hieronder met als kop "Zondag" . Daarin zie je hoe de bekende dwalingen hun plaats innemen in de geesten en vrijmoedig geventileerd worden. Het verbijsterende voor mij is dat niemand, werkelijk niemand zijn pen opneemt en zegt: "Beste br. Ziedses des Plantes, het is toch wel een beetje anders dan u daar in uw ingezonden schrijft."
VRIJPLAATS ND 20 JULI 2006
'Eén in waarheid' wacht op inhoudelijke kritiek
'Eén in waarheid', een site van bezwaarde vrijgemaakten, krijgt veel kritiek: de toon van de site zou niet goed zijn. Eindredacteur D.J. Bolt vindt kritiek prima, als die maar over de inhoud gaat.[1]
De website één in waarheid ligt onder vuur, volgens het ND van afgelopen zaterdag. Een terechte constatering. Want in De Reformatie (1 juli) oefende ds. Wesseling zware kritiek op de site. Het ND citeerde uit dit artikel en zette er Wesselings conclusie als een vette kop boven: 'Sluit website verontrusten'. Vorige week was het weer raak. In Nader Bekeken (juli/aug) trok ds. C. van Dijk ten strijde. Het gaat hem met name over 'de toon' en het niveau van de publicaties. Zijn conclusie is kort samengevat: "overvloed van minder rijp en soms wat suggestief geschrijf" die de stemming in de kerken bederft. Via het ND konden de lezers weer meeleven.
Dat is trouwens niet het enige. Zondag 9 juli j.l. werd er door een predikant in mijn woonplaats een preek gehouden speciaal over de site. Een heel gedeelte van het artikel van Wesseling (het zgn. citaat) werd uit De Reformatie op de kansel voorgelezen. De broeders en zusters werden ernstig gewaarschuwd, want "digitaal vechten is levensgevaarlijk voor de kerk" ?." Wees analoog, niet digitaal, Amen" , zo bëeindigde hij zijn preek.
Ook via email krijgen wij soms berichten waar de hond geen brood van lusten. Gelukkig is dit niet dagelijkse kost. Want daar tegenover staan vele, vele berichten uit binnen- en buitenland die ons bemoedigen en aansporen verder te gaan. Maar ? en daar gaat het me nu om - er is aanleiding om opnieuw aan zelfonderzoek te doen. Is onze toon te heftig? Zijn wij suggestief bezig? Moeten meelees-procedures worden aangescherpt? Leveren wij onrijpe verhalen? Een goed punt voor de eerstvolgende redactievergadering. Want het gaat ons er om "het goede voor Jeruzalem te zoeken" . Wij hebben de gereformeerde kerken lief. Een groot deel van onze tijd, ons leven investeren/investeerden we in het werk aan de kerk. Het behoud van Christus' Kerk, daar gaat het om. Dat heeft ds. van Dijk gelukkig ook opgepikt: "Wij proeven bij deze broeders en zusters oprechte bezorgdheid over de richting waarin ze onze kerken menen te zien bewegen. En er is bij mij nogal eens instemming met wat ze zeggen en schrijven. In een aantal gevallen proeven we ook frustratie: 'we worden niet gehoord'."
Met dat laatste slaat hij een spijker op de kop. Want tot nu toe hebben alle aangesprokenen in onze kerken geweigerd publiek inhoudelijk te reageren op onze moeiten. We hebben steeds geprobeerd om geargumenteerd aan te geven waar onze moeiten liggen (voor zover niet-theologen dat kunnen?). Maar men weigert nadrukkelijk met ons publiek in gesprek te gaan. Of doet alsof we lucht zijn. Dat is niet alleen onbeleefd maar vooral onbroederlijk. In deze situatie is het een valkuil, zo waarschuwde een Kampense hoogleraar ons, om dan iets luider, heftiger te spreken om toch aandacht te krijgen. Die valkuil is er inderdaad en daar proberen we als complete redactie tegen te waken.
Maar voor onze opponenten is er een andere valkuil die in onze recente kerkgeschiedenis mede tot een breuk heeft geleid. Namelijk die van de volgehouden weigering om zich te verantwoorden; de weigering om met het lichtbrengende Woord van God en met de inhoud van de gereformeerde belijdenis - waarin toch onze eenheid ligt! ? aan te tonen dat de bezwaren onterecht zijn. Maar dat blijft steeds achterwege. Niet alleen bij ds. Wesseling, maar ook bij ds. Van Dijk.
Inmiddels is er een steeds toenemende herkenning van de bezwaren die we hebben gepubliceerd. De onrust groeit. Maar dat mag men níet, zoals ds. van Dijk doet, óns aanrekenen als ?bedervers van de stemming?. Want oorzaak en gevolg moeten wel worden onderscheiden. Het zijn niet-gereformeerde ontwikkelingen en opvattingen die de onrust veroorzaken! Broeders en zusters weten geen weg met die ontwikkelingen en dat vertolken wij op de site. Hun vragen worden niet eerlijk en helder beantwoord. Dáár ligt de oorzaak. En pas nu er een landelijke beweging van verontrusting ontstaat en steeds grotere omvang krijgt, lijken de bestaande persorganen plotseling heftig te reageren. Echter helaas nog steeds niet inhoudelijk (lees de verhalen van Wesseling en Van Dijk) maar zich beperkend tot het gemakkelijke: "de toon is niet goed" .
Tenslotte, reageert er werkelijk niemand? Dat is net iets te veel gezegd. Dr. E.A. de Boer te Zeist is bereid de discussie over "het bewaken van de grens tussen eerbied voor de heilige Schriften en menselijke kritiek" voort te zetten. In september. Op de website. En ook ds. L.E. Leeftink te Assen gaf commentaar op o.a. onze moeiten met het synodebesluiten over het vierde en zevende gebod. Dat waarderen we. En we zullen er graag aan het begin van het nieuwe seizoen op ingaan.
D.J.Bolt, Drachten
Eindredacteur 'één in waarheid'
INGEZONDEN ND 21 JULI 2006
Eéninwaarheid (1)
Ondergetekende behoort ook totde scribenten die doet alsof de website www.eeninwaarheid.nl, een site van bezwaarde vrijgemaakten, lucht is (Nederlands Dagblad, 20 juli). In ieder geval één keer had ik het 'voorrecht' op de site aandacht te krijgen, wegens een artikel in het Nederlands Dagblad waarin ik probeerde aan te tonen dat de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) (GKv) niet wezenlijk veranderd zijn. Ééninwaarheid deed mijn artikel af als formalisme: trouwe binding aan Schrift en belijdenis is formalisme. Als dat formalisme is, is de kerk altijd al formalistisch geweest. In een voetnoot kreeg ik nog even de volgende sneer: waarom schrijft ds. Voorberg zo?Omdat hijzelf veranderd is, zie zijn standpunt over de zondag. Dan heb ik het wel even gehad met deze website en reageer ik niet meer. Ten eerste heb ik breed uitgelegd op de GS van Zuidhorn hoe het zit met mijn standpunt in mijn boekje over de zondag en als deputaat. Dat wordt genegeerd. En als ik vervolgens oprecht probeer verontrusting weg te nemen, Gods Naam wil loven om gebleven trouw aan Schrift en belijdenis (een Godswonder in deze tijd!), wordt dat weggeschreven als formalisme.
Ten slotte meent de website in mijn hart te kunnen kijken: ik probeer het onveranderd zijn van de GKv overeind te houden omdat ikzelf veranderd ben. Ik heb kort teruggemaild dat ik dit geen stijl vond en ga met zulke broeders en zusters niet meer in gesprek. Daar ben ik in bevestigd door wat anderen ten deel viel op de site die wel in gesprek gingen. Amos 5:13 kon wel eens van toepassing zijn: de verstandige zwijgt in deze tijd, want het is een boze tijd. Eéninwaarheid vertegenwoordigt voor mij een boze tijd, waarin ik het verstandig acht te zwijgen. Ze zullen nu alle zonden uit Amos' dagen gaan opsommen op de website om aan te tonen dat deze vergelijking niet opgaat. Mijn antwoord zou dan zijn: van wie veel gegeven is, wordt veel gevraagd. Als je dat verdisconteert (we zijn kerk in het NT!), vertoont ééninwaarheid wellicht trekjes van een nog bozere tijd. Als zij dan, omdat ze genegeerd worden, doorslaan extremiteiten omdat ze doodgezwegen worden, zullen ze het zelf moeten verantwoorden, maar zulke websites verdienen genegeerd te worden
P.L. Voorberg
Emmeloord
INGEZONDEN ND 21 JULI 2006
Eéninwaarheid (2)
Ik geloof dat de onrust in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), die zulke grote vormen aanneemt, veel te maken heeft met het omgaan met het kerkbegrip. Het gereformeerde kerkbegrip houdt namelijk in dat de kern van de kerk de plaatselijke gemeente is. Christus schrijft brieven aan zijn gemeenten. Daarom heeft in het gereformeerd kerkrecht de plaatselijke kerkenraad het hoogste gezag. Meerdere vergaderingen (synodes enz.) zijn dan ook geen hogere vergaderingen. Nu heeft in de afgelopen decennia het kerkverband veel aandacht gekregen. Maar wij onderhouden nog steeds artikel 31, dat het hoogste gezag bij de plaatselijke kerkenraad legt. Dat moet altijd reden zijn het kerkverband iets te relativeren.
Als de heer Bolt, eindredacteur van de site www.eeninwaarheid.nl, het kerkverband iets relativeert, gaat er misschien wat verlichting optreden bij hem en de zijnen. Dan zou hij namelijk erkennen dat hij in Drachten bij een ware en trouwe kerk van Christus mag horen. Daarom, als de heer Bolt bezwaren heeft tegen de koers van het kerkverband, dan kan hij die gewoon op tafel leggen bij zijn kerkenraad. En die kerkenraad volgt dan de kerkelijke weg. Die kerkelijke weg wil hij ook accepteren. Ook al stelt het antwoord van een classis of synode niet altijd tevreden, hij aanvaardt die antwoorden toch. Want een van de bezwaren is juist, dat kerken zich beter moeten houden aan de kerkorde en de besluiten daarover.
Maar de heer Bolt zal die kerkelijke weg ook accepteren, omdat zijn gemeente hem uiteindelijk meer waard is dan het kerkverband. Hij mag niet de vrede in zijn gemeente op het spel zetten wegens verschillen van mening in het kerkverband, met wie hij dat soort meningsverschillen ook maar heeft: de synode, een professor, of wie ook maar in de kerkelijke pers. Het is de heiligheid van de gemeente, voor welke Christus zijn bloed gestort heeft, die ons terughoudend maakt in polemieken en internetdiscussies, die op zichzelf niet verboden zijn.
R. Sietsma
Grootegast
INGEZONDEN ND 22 JULI 2006
Eéninwaarheid (3)
Er is nog een reden waarom www.eeninwaarheid.nl, de site van bezwaarde vrijgemaakten, geen serieuze gesprekspartner is (Nederlands Dagblad, 21 juli). Op de website is een uitgebreide steunbetuiging te vinden aan 'Kampen-Ichtus' (het deel van Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) Kampen-Noord dat sinds september 2004 apart samenkomt). Het artikel over deze ingrijpende zaak staat bol van kwalijke suggesties en ontbeert elk spoor van objectiviteit. Eenzijdige informatie wordt zonder meer overgenomen en zonder nader onderzoek of navraag wordt impliciet - en soms expliciet - op allerlei punten een oordeel geveld over mensen die zich niet kunnen verdedigen. Als oud-kerkenraadslid van Kampen-Noord weet ik waar ik het over heb. Wie zich op een dergelijke manier een oordeel aanmatigt over deze trieste kwestie en dat ook nog eens publiek maakt, verliest zowel z'n geloofwaardigheid als z'n integriteit. Niet professioneel en buitengewoon jammer. Met de woorden van ds. Voorberg: Deze website verdient het om genegeerd te worden.
Jaap Oosterhuis,
Sauwerd
VRIJPLAATS ND 29 JULI 2006
'Ds. Voorberg is wel degelijk veranderd
Eindredacteur D.J. Bolt van http://www.eeninwaarheid.nl/, een site van verontruste vrijgemaakten, reageert op kritiek van drie predikanten in het Nederlands Dagblad van 21 en 22 juli.[2]
Drie dominees namen de moeite om hun ideeën over de website www.eeninwaarheid.nl kenbaar te maken via het ND. Naast een broederlijk advies van ds. R. Sietsma waren er twee ingezondens van ds. P.L. Voorberg en ds. J. Oosterhuis. De laatsten volgen ds. Wesselings advies: doodzwijgen en negeren die site.
Kampen-Noord
Ds. Oosterhuis heeft (nog) een reden gevonden voor een oproep de site te boycotten. Want deze is geen serieuze gesprekspartner wegens een "uitgebreide steunbetuiging aan Kampen-Ichthus" , die "bol staat van kwalijke suggesties" en "elk spoor van objectiviteit ontbeert" . We zouden hem graag willen vragen om inhóudelijk in te willen gaan op de (vier) artikelen van br. C.A. Kabboord en mij die Kampen-Noord raken. Want wij roepen niet maar wat, en bevooroordelen niet een underdog-dominee, maar geven op basis van voor ieder toegankelijke feiten en documenten zicht op wat daar gebeurt met een gereformeerde predikant. Daarom krijgt ds. Oosterhuis de gelegenheid om op de website publiek ons de oren te wassen op al die punten waarvan hij meent dat we "kwalijke suggesties" gedaan hebben en gespeend waren van "elk spoor van objectiviteit" .
Een (on)veranderde kerk
Ds. Voorberg schreef in het ND dat de vrijgemaakte kerken niet veranderd zijn. "Tegendraads" , zoals hij zijn schrijven typeerde. In een commentaar op de site beargumenteerde ik echter het tegendeel. Mijn conclusie was daarom datVoorbergmee veranderd moet zijn. Dat illustreerde ik door te verwijzen als voorbeeld naar zijn vroegere publicatie over de zondagsrust (W& W 30, 1995, De Zondag). M.n. dit laatste heeft hem zo boos gemaakt dat hij oproept ons verder te negeren. Maar ik begrijp een aantal dingen niet.
Zijn vroegere visie op zondagrust verschilt principiëel met die blijkt uit artikelen die hij later als deputaat rondstuurde aan alle gemeenten. Waarom is verwijzing daarnaar "een sneer" ? Na publicatie van mijn commentaar emailde Voorberg mij: "ik zal graag reageren op uw misvatting (over het-ware-kerk-verhaal, DJB), maar weet niet of ik daar de tijd voor vrijmaak" . Waarop ik hem terugmailde: "Wij zien met belangstelling uit naar uw reactie." Dus helemaal niet: "Dit vind ik geen stijl" , of zo.
Ds. Voorberg beschuldigt mij er verder van dat ik zijn trouwe binding aan Schrift en belijdenis als een formalisme afdoe. Het is mij een raadsel waar hij dat op grondt. Het woord, noch de suggestie komt in mijn commentaar voor! Ik twijfel niet aan zijn goede intenties. Maar als hij publiek tegendraads kaatst, moet hij een publieke averechtse bal verwachten. Daarbij bevraagd worden over verandering van fundamenteel inzicht. Kennelijk is dat ook gebeurd ten overstaan van de Zuidhornse synode. Maar dat is mij ontgaan en kan het niet vinden in de acta. En dus negeerde ik het ook niet, zoals Voorberg mij in de schoenen schuift.
Ds. Voorberg wil, naar Amos 5:13, als verstandige maar zwijgen tegen ons rechtsverkrachters. Wij zijn de representanten van "een nog bozere tijd" , slaan door in "extremiteiten" . Hij 'weet' op voorhand al dat wij heel het boek Amos overhoop zullen halen om te bewijzen dat hij ongelijk heeft. Maar we laten Amos bij zijn schapen tussen de moerbeibomen. Wél zouden wíj nu eens aandacht willen vragen voor 'toon' en 'broederlijkheid'. Want is die in dit ingezonden zoals het hoort? Daarom nodigen we ook Voorberg graag uit een en ander uit te leggen op de site. En willen ook graag horen naar wat hij bedoelt met "het ware-kerk-verhaal dat hij nu anders brengt" . Misschien mag dan toch blijken dat we het meer eens zijn dan nu lijkt. Immers, in ons commentaar citeerden we hem:" Een kerk is pas kerk als ze zich houdt aan het Woord van Christus en alles wat daartegen in gaat verwerpt" . En wij vermeldden daarbij: "Daar zijn we het in elk geval roerend over eens!"
Relativeren?
Ds. Sietsma heeft een andere oplossing. Hij raadt aan het kerkverband wat te relativeren. Leg de moeiten op de kerkenraadstafel en accepteer antwoorden ook al zijn die niet naar tevredenheid. Om de lieve vrede in Christus' plaatselijke kerk. Ik begrijp en waardeer Sietsma's intentie. Maar het gaat wel om 'leer en leven' in Christus' kerk! B.v. om de kernvraag hoe we de Schrift zien. Is b.v. Genesis 1 geschiedenis of is het een verhaal dat Mozes heeft 'bedacht' op basis van zijn weekindeling? Gebiedt het vierde gebod te rusten op de dag van Here of niet? Enzovoort.
Relativeren biedt geen uitweg. Beproeft de geesten of zij uit God zijn (1Joh. 4:1). Christus zegt: Laat u niet misleiden maar blijf in mijn leer, anders hebt u God niet (2Joh: 7-9). Hoe komen wij dan wel verder? Als we ons samen buigen over én voor de Schrift. Elkaar openhartig aanspreken. Verzoeken om argumenten welwillend honoreren. Dat is broederlijk en biedt perspectieven. De duizenden site-bezoekers zullen graag meeleven!
D.J. Bolt te Drachten is eindredacteur van 'één in waarheid': www.eeninwaarheid.nl
INGEZONDEN ND 1 AUGUSTUS 2006
Zondag
In de rubriek Vrijplaats van zaterdag 29 juli 2006 stelt de heer D.J. Bolt de "kernvraag hoe we de Schrift zien. Is Genesis 1 geschiedenis of is het een verhaal dat Mozes heeft 'bedacht' op basis van zijn weekindeling? Gebiedt het vierde gebod te rusten op de dag van de Here of niet?"
We belijden in artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) dat we God nog duidelijker en volkomener dan in de schepping, onderhouding en regering van de hele wereld kennen door zijn heilig en goddelijk Woord, namelijk voor zover dat voor ons in dit leven nodig is tot zijn eer en tot behoud van de zijnen.
Naar mijn mening is de stelling dat Genesis 1 een verhaal is dat Mozes 'bedacht' heeft op basis van zijn weekindeling niet in strijd met artikel 2 van de NGB. Dit artikel beperkt Gods openbaring immers tot wat Hij voor zijn eer en het behoud van de zijnen nodig vindt. Voor ons is het voldoende om te weten dat Hij de schepper is. En of de zes scheppingsdagen zes dagen van elk 24 uur tot op de seconde nauwkeurig zijn geweest of dat Mozes, geleid door de Heilige Geest, zijn relaas over de schepping in het model van de hem bekende werkweek gegoten heeft, lijkt mij niet van belang voor de belijdenis dat God de schepper van alles is.
Wat het vierde gebod betreft, laten we ons houden aan Zondag 38 van de Heidelbergse Catechismus. Daar staat duidelijk wat we wel en niet moeten doen, maar er staat niet dat
(beroeps)arbeid op de zondag verboden is. Nu heeft ieder het volste recht zichzelf een zwaardere last opte leggen dan onze confessie hem oplegt, maar niemand heeft het recht anderen aan zijn boven confessionele opvattingen te binden. Als de heer Bolt vindt dat Zondag 38 in strijd met de Schrift is, dan dient hij via de kerkelijke weg deze Zondag aan te scherpen.
Hans Ziedses des Plantes, Berkel en Rodenrijs
[1] Samenvatting en titel zijn van het ND. Onze oorspronkelijke titel was: "Een toontje lager" .
[2] Samenvatting en titel zijn van het ND. Onze oorspronkelijke titel was: "Gebrek aan openhartig gesprek" .