Printen

Een lege hemel?

 

D.J. Bolt
01-06-24

 

Het RD van 8 mei jl. deed verslag van een bijeenkomst op Theologische Universiteit Utrecht. Daar vond de presentatie plaats van een boek over ds. B. Telder uit Breda. De auteur dr. G. van Dijk overhandigde het eerste exemplaar aan een kleinzoon van Telder.

 

In de zestiger jaren van de vorige eeuw werd ds. Telder werd binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt bovengemiddeld bekend, zo niet berucht, om zijn opvattingen over de zgn. 'tussentoestand'. Overledenen weten niets, volgens hem. Als ze sterven slapen als het ware tot de wederkomst en worden eensklaps wakker gemaakt. Ook wilde hij niet weten van het onderscheid tussen lichaam en ziel.
Ondanks veel protesten en kerkelijk vermaan ging hij stug door met zijn dwaalleer, publiceerde die in zijn boek Sterven en dan…?, later nog weer gevolgd door 'Sterven…waarom? De veroordeling door de Particulier Synode van het Zuiden (1963) lapte hij aan zijn laars en bestreed die publiekelijk.

 

Het gaf veel deining in de vrijgemaakte kerken. Het werd mede een heel belangrijke oorzaak van de scheuring in 1967 waaruit de kerken-buiten-verband, de Nederlands Gereformeerde Kerk (NGK) ontstonden. Waarom was het zo'n belangrijk punt?

Drie redenen.

 

1 - In de eerste plaats gaat het tegen de Schrift in. We noemen nu alleen maar twee teksten:

 

Jezus aan het kruis zegt tegen de moordenaar naast hem:
Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn[1]. Luk.23:43

 

Jezus tegen de Sadduceeën in een twistgesprek over het voortleven van overledenen:

En wat betreft de doden, dat zij opgewekt zullen worden: hebt u niet gelezen in het boek van Mozes, hoe God in de doornstruik tot hem sprak:
 

Ik ben de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob?

Hij is niet een God van doden, maar een God van levenden. U dwaalt dus erg. (Mar. 12:26,27)

 
2 - In de tweede plaats is het voorbestaan van onze ziel een onderdeel van ons christelijk geloof zoals beleden in de Heidelbergse Catechismus, Zondag 22 v/a 57:

 

'Welke troost geeft u de opstanding van het vlees?

Dat niet alleen mijn ziel na dit leven terstond tot haar Hoofd Christus opgenomen zal worden, maar dat ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt, weer met mijn ziel verenigd en aan het verheerlijkt lichaam van Christus gelijkvormig zal worden.'

 

'Terstond', of 'van stonde aan' zoals het er vroeger stond. Telder ging 'gewoon' in tegen de belijdenis en verkondigde zijn leer publiekelijk tegen zijn kerkelijke beloften in. Zijn collega ds. C. Vonk (Schiedam) wist zelfs nog meer en noemde de belijdenis op dit punt 'de oudste leugen van de satan'.


3 - Maar niet alleen dát trof diep, we weten als betrokken jongmens in die tijd hoe het ons schokte dat je dierbare geliefden niet bij de Heere zouden zijn maar alleen maar vergingen in de kerkhofaarde. Dat zou alles zijn, tot de wederkomst bleef de hemel leeg…

Als dit waar zou zijn, wat zijn er dan toch ontzaglijk veel leugens gedebiteerd in rouwadvertenties! Immers hoe vaak vermelden die niet frank en vrij dat de Heere de overledene heeft opgenomen in Zijn hemelse heerlijkheid! Dat hij of zij bij Christus mag zijn!

 

Het gaat dus maar niet om een dogmatisch stukje confessie waar theologen over kunnen harrewarren maar om een diep doorvoeld geloofsstuk dat ook voor degene die aan de 'oever van de doodsrivier' staat van zo grote betekenis is: waar ben ik aan de overkant arriveer: op het kerkhof of bij mijn Heiland?

 

Wat zouden we blij zijn geweest als op genoemde bijeenkomst de sprekers ds. P. Niemeijer en prof. dr. G. Harinck publiekelijk hadden verklaard dat terecht de dwalingen die de gereformeerde kerken zo hebben beroerd, nu worden afgewezen. En dat zij konden verklaren dat deze in hun NgK kerken ook niet meer getolereerd worden. Dat er bij de NGK schuldbesef is gegroeid dat dit mede aanleiding heeft gegeven tot de scheuring destijds. 

Er gebeurde iets heel anders.

 

Uit het RD verslag kunnen we opmaken dat de gereformeerde kerken destijds teveel zouden hebben geopereerd - en daar komt het weer - in 'het klimaat van het absolute'. De term is oorspronkelijk van dr. Jan van Langevelde[2]. (NGK) en diskwalificeert de gereformeerde voorgangers als J. Kamphuis, J.R. Wiskerke (met zijn boek 'Léven tussen sterven en opstanding'), W.G. de Vries e.a. die aan de gereformeerde leer en confessie wilden vasthouden en deze verdedigden. Zíj hebben de ellende veroorzaakt met hun vasthoudendheid en geen rekening gehouden met … Ja, waar mee?

 

Tegenover die 'klimaatabsolutisten' werd nu Bart Telder geplaatst met een wat moeilijk karakter. Och, het was een 'enfant terrible', een verschrikkelijk ventje, met een lastige natuurtje. Pietje precies, 'gewetensvol' en 'methodisch'. Wilde bijvoorbeeld de christelijke feestdagen niet vieren, ouderlingen werden bevestigd voor het leven en men collecteerde niet voor de emeritaatskas. Stond allemaal niet in de Bijbel.  

Nou ja, wel een beetje uit de vrijgemaakte toon gevallen dus maar meer ook niet.

 

Ds. Niemeijer probeerde de kwestie dan ook theologisch verder wat te relativeren. Telders leer was niet algemeen aanvaard en 'kreeg weinig navolging'. Eigenlijk was het ook zó onbelangrijk dat het onderwerp volgens hem in de samensprekingen met de CGK nooit aan de orde kwam. Bovendien is er 'verschil tussen theologische opvattingen en geloofswaarheden', doceerde de predikant verder. En 'niet bij elk theologisch verschil gaat het om geloof en ongeloof. En niet elk verschil noopt tot een kerkelijke uitspraak.'

Klaar.

Bagatelliseren dus. Wegwerken ook, omdat velen in het huidige 'klimaat van het gevoelige' Telders ideeën natuurlijk niet aangenaam vinden.   

 

Maar belangrijker is dat ook op dit punt weer blijkt dat de NgK een plurale kerk is geworden. De leertucht die destijds werd uitgeoefend is niet meer. De vroegere vrijgemaakte kerken hebben het karakter van de NGK aangenomen. Vrijheid, elkaar niet of nauwelijks binden aan een oude belijdenis. In het nieuwste boek van dr. H. Wendt Volk van de Heer wordt dat ook overduidelijk aangetoond.
Eigenlijk begrepen we dat al toen we op de GKv-NGK fusiesynode van Kampen (11 november 2017) synodelid Hoekstra onweersproken hoorden inbrengen:[3]

 

'Waarom daar [besluit 1] toch zo angstvallig de vrijheid beperken die we in Jezus hebben gekregen? Vele leden en ook gemeenten zowel NGK als GKv voelen zich allang niet meer geheel of gedeeltelijk gebonden aan de oude belijdenisgeschriften en de overregulering van het gereformeerde kerkrecht. Het enige boek dat naast de Bijbel in lijn gezet mag worden is wat ons betreft het boek van de natuur, Gods schepping. En wat de gebondenheid betreft is dat alleen in de liefde en genade van Jezus Christus, onze Heer. We kunnen en willen ons niet meer thuis voelen in de gereformeerde geloofsbunker.'

 

En even later

 

'We willen echter wel van ganser harte met elkaar onderweg zijn naar het nieuwe Jeruzalem, wat ook de titel van Ps. 133 is waar de meditatie vanochtend over ging. Dat het tempo of de omstandigheden van de gemeente op deze weg verschillend zijn zal daarbij geaccepteerd moeten worden. Elkaar in liefde dienen, bemoedigen en tot voorbeeld zijn is vanzelfsprekend en dat gaat heel wat soepeler zonder een betonblok aan de voeten.'

 

Moet dit niet in beweging brengen?

 

NOTEN

[1] Een slimme aanhanger van Telder probeerde destijds (nog?) de betekenis van Jezus' uitspraak  te veranderen door de komma te verplaatsen. Zo: Voorwaar, zeg Ik u heden, u zult met Mij in het paradijs zijn. Tja.

[2] Click hier.

[3] Voor een verslag van de vergadering, click hier.