“Niet op de gevolgen zien, als ik U raden mag.”
Ds. F.J. Bijzet
08-04-23
Het advies dat als opschrift boven dit artikel staat komt in eerste instantie niet van mij. Het kwam 80 jaar geleden uit de pen dan prof. Dr. K. Schilder, in een brief dit hij schreef aan een aantal van zijn studenten in Kampen. Die voelden zich “in grote nood” nu de opstelling van een generale synode, nagevolgd door verscheidene classes, in de Gereformeerde Kerken tot schorsingen en afzettingen dreigde te gaan leiden. Hun geliefde leermeester Schilder zou wel eens het eerste slachtoffer kunnen worden. Waartoe zou deze kerkstrijd leiden? “Een scheuring met alle onmetelijke ellende daaraan verbonden”? Welke kant moesten zij kiezen? Als ze de moed hadden tegen de synode in te gaan- zou er dan voor hen nog wel een toekomst zijn als predikant? De meeste plaatselijke kerken die zich uit het kerkverband zouden losmaken, zouden dat waarschijnlijk doen onder de krachtige leiding van een eigen predikant. Zouden er straks nog wel vacante kerken zijn die hen beroepen zouden?
Mondeling deze brandende vragen bespreken was niet mogelijk: prof. Schilder zat ergens ondergedoken als gevolg van de Duitse bezetting. Dus legden een paar studenten hun moeite schriftelijk aan Schilder voor. Die daar ook weer schriftelijk op antwoordde. [i] Maar door die gang van zaken heeft de Heer van de kerk het zo geleid dat ook wij vandaag dat antwoord nog lezen kunnen. En er in ónze kerkstrijd, waarin wij ook voor ingrijpende keuzen komen te staan, kunnen leren.
Het belangrijkste advies dat Schilder zijn studenten gaf staat boven dit artikel:
"Niet bevreesd zijn, geen 'deiloi' (het Griekse woord voor lafaards; zie Openbaring 21:8) wezen (…) en vooral: niet het opkomen voor recht en waarheid laten afhangen van mogelijke gevolgen. In de wereldsche tactiek is de regel: niet beginnen, als je niet zeker bent van slagen. In de kerk heb ik dezelfde methode hooren verdedigen.
De Schrift leert het ons anders. Als we den strijd voor recht en orde en waarheid laten afhangen van de te vreezen mogelijkheden van bezwarenden aard, van het alleen staan, van het object van praatjes worden, etc., dan hebben we daarin den grondslag verlaten, waarop God ons wil zien staan. Dan komt vandáár (…) het bederf in de kerk."
Schilder betrok dit ook op zichzelf: “Als ik nu den strijd staakte uit vrees voor officiële moeilijkheden, dan zou ik daarmee een basis verlaten, die God iedere volbrenger van zijn wil te betreden geeft, die van “zien in het gebod”, want alleen zoo kan men door het geloof ook zien in de toekomst. Er staat niet: begin alleen als je succes verzekerd is, doch er staat: doe naar de wet, en neem als het moet, dan je kruis gewillig op”. En dus vatte Schilder zijn advies nog eens samen: “Niet op de gevolgen zien, als ik u raden mag."
Vandaag staan velen in de GKv voor een soortgelijke keus als Schilders studenten toen. Nee, er dreigen geen schorsingen en afzettingen. Ieder mag nu juist zijn gang wel gaan. Want er is een proces gaande waardoor de betrouwbaarheid en de normatieve geboden in Gods Woord op losse schroeven komen te staan. Tegengestelde visies mogen nu naast elkaar bestaan, zolang iemand zich maar op (zijn of haar) uitleg van de Bijbel beroept. De binding van alle ambtsdragers aan gemeenschappelijke belijdenisgeschriften die de eenheid in het geloven moeten bewaken, is losgelaten. Het Gereformeerde spoor is zo openlijk verlaten, dat de buitenlandse zusterkerken, bijeen in de International Conference of Reformed Churches (ICRC), met slechts 1 onthouding moesten besluiten de GKv in Nederland niet langer als lidkerken te beschouwen.
Ik weet van veel bezorgde, ja, verontruste kerkleden binnen de GKv. Kunnen, mógen ze nog langer in dit spoor mee? Moeten ze zich nu onttrekken? Hoe menselijk is het dan om ook aan de gevolgen te denken: krijg je je opgroeiende kinderen dan nog wel mee? Hoe kijkt je familie tegen je aan? Er ontstaat onvermijdelijk een verwijdering tot broeders en zusters met wie je jaren in dezelfde gemeente hartelijk verbonden optrok. In wat voor gemeente kom je terecht wanneer je je onttrekt? Maar een klein groepje, in een onaanzienlijk gebouwtje? En als je zelf predikant in nog actieve dienst bent en weet dat je (het grootste deel) van je gemeente niet meekrijgt wanneer je de GKv verlaat: zul je nog weer aan het werk kunnen in een nieuwe gemeente in dat andere kerkverband? Zal dat kerkverband je financieel kunnen dragen?
En zo zijn er vast nog wel wat meer vragen m.b.t. de eventuele gevolgen te bedenken. Maar dan zeg ik vandaag ook: Niet op de gevolgen zien, als ik u raden mag!
Schilder zinspeelde in zijn advies duidelijk op de zinspreuk [ii] van ds. Hendrik de Cock, de eerste predikant die met zijn kerkenraad in Ulrum zich in 1834 afscheidde van de Nederlands Hervormde Kerk. Ook die stond voor een uiterst moeilijke keuze. Hun afscheiding zou tot gevolg hebben dat ze hun kerkgebouw -eigendom van de Nederlands Hervormde Kerk- zouden kwijtraken. Het gezin De Cock zou de pastorie moeten verlaten. En ze konden daar in Ulrum op dat moment niet weten dat er kort na hun geloofskeuze overal in Nederland afgescheiden gemeenten als paddenstoelen uit de grond zouden schieten. Die elkaar in een nieuwe kerkverband zouden vinden. Het enige wat ds. De Cock wist was: ik moet naar Gods gebod kijken en blind voor de toekomst zijn. En dus ging hij met zijn gemeente op de knieën, -letterlijk!- [iii] en verbrak de band met de Nederlands Hervormde Kerk.
Het mooie van Schilders advies aan zijn studenten is, dat hij wel op deze geloofshouding van De Cock zinspeelde, maar zijn levensdevies ook aanpaste: zei De Cock dat je moet zien op het gebod en blind voor de toekomst zijn, Schilder maakte daarvan: zie maar gehoorzaam op het gebod, “want alleen zoo kan men door het geloof zien in de toekomst”. M.a.w. wie de weg van het geloof gaan, de weg van Gods geboden, lopen zich niet vast tegen een muur. Nee, voor hen houdt God altijd wel een deur naar de toekomst open.
“Wie uit berekening leeft, kan op de korte baan succes hebben. Wie in gehoorzaamheid werkt, ziet het licht van Gods zegen over de weg vallen die in geloof wordt gekozen: de ‘blinden’ in berekening’ zijn de ‘zienden’ in het geloof.” [iv]
NOTEN
[i] De kern van deze brief van 13 januari 1943 is (samen met de vervolgbrief die Schilder begin te schrijven op 15 januari en afmaakte op 30 januari 1943 maar die de studenten niet bereikt heeft) gepubliceerd door J. Kamphuis in zijn boekje Zien in de Toekomst. Een ‘college ethiek’ van prof. dr. K. Schilder in oorlogstijd en kerkstrijd (De Vuurbaak, Groningen 1979.
[ii] Letterlijk: “Ziende in het gebod en blind in de toekomst”.
[iii] “Nu komt de leeraar, haar leeraar, die zij liefheeft en hoogacht, met de kerkeraad in haar midden. Geheel zijn voorkomen toont dat hij doordrongen is van ’t gewicht van deze ure, en beseft, dat wat thans geschieden zal hoogste belangrijke gevolgen moet hebben. Hij knielt neer in ’t midden der gemeente en geheel de gemeente valt met hem neer voor ’t aangezichte Gods. Er wordt gebeden”. Helenius de Cock, Na vijftig jaren. Feestrede bij de herdenking der Afscheiding te Ulrum 13/14 Oct 1834 (Groningen 1884).
[iv] Aldus J. Kamphuis, die met deze woorden zijn boekje Zien in de toekomst afsluit.