Printen

Signalen 129

 

R. Sollie-Sleijster

09-10-21

 

GKV verliezen 2262 leden

RD 5-10-2021

 

In een ‘Notitie cijfers & feiten’ heeft het Steunpunt Kerkenwerk (SKW) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt tussen oktober 2019 en oktober 2020 een afname van 2262 kerkleden gemeld.

De daling van het aantal leden is al sinds 2003 aan de gang. In dat jaar werd het hoogste aantal leden geteld, namelijk 126.949. Het aantal leden in oktober 2020 bedroeg 110.331.

 

Wycliffe start Bijbelvertaalprojecten voor 22 miljoen mensen

RD 5-10-2021

 

Wereldwijd zijn er nog nooit zoveel vertaalprojecten geweest als nu, zo laat Wycliffe Bijbelvertalers weten. Vorig jaar zijn 122 taalgroepen met een Bijbelvertaalproject voor in totaal 22 miljoen mensen gestart. Directeur Bram van Grootheest van Wycliffe Bijbelvertalers Nederland geeft uiting aan zijn dankbaarheid: ‘Steeds meer mensen krijgen toegang tot de Bijbel in hun eigen taal. Dat is belangrijk, omdat ze Gods Woord dan écht gaan begrijpen en Jezus echt kunnen leren kennen. Dat is van ongekend grote èn blijvende waarde.’

 

Wereldwijd worden 7378 talen gesproken, maar in zo’n 4000 talen is de Bijbel nog niet beschikbaar. Dat zijn miljoenen mensen die nog geen toegang hebben tot Gods Woord in hun eigen taal. Wycliffe is daarom in 2020 gestart met een project om in vijf jaar vijftig nieuwe projecten te starten. De teller staat nu op 21.

 

Hoe groot de dankbaarheid is voor een Bijbel in eigen taal, blijkt uit de verkoop van ruim 700 Nieuwe Testamenten in de eerste twee dagen. Veldmedewerker André Kamphuis: ‘Het was geweldig om de blije gezichten te zien toen ze de Bijbel kochten.’

 

Voorzitter Onderwijsraad: ‘Overheid moet onderwijsvrijheid duidelijker afgrenzen én handhaven’

ND 5-10-2021

 

Voorzitter Edith Hooge van de Onderwijsraad geeft aan dat bij misstanden op scholen de overheid sneller moet ingrijpen. Die handhaving is niet alleen een taak van de onderwijsinspectie, maar ook politie, justitie en zelfs de AIVD kunnen een rol spelen. Al meer dan honderd jaar is volgens Hooge de Onderwijsraad ‘de hoeder van artikel 23’ (de onderwijsvrijheid). Dat is de reden dat de Raad de regering regelmatig adviseert over de interpretatie van die vrijheid en dit is vrijwel even lang als de grondwettelijke vrijheid van onderwijs bestaat. Het is verstandig, zo vervolgt zij, deze vrijheid te koesteren, want het schept ruimte voor eigen overtuigingen en grondslagen.

 

Hooge legt uit: Al pleiten progressieve politieke partijen voor een wijziging van artikel 23, toch doet de Onderwijsraad dat niet. Artikel 23 helpt juist in discussies over misstanden in het bijzonder onderwijs om het evenwicht te bewaren. Het artikel biedt genoeg mogelijkheden om diversiteit te waarborgen en tegelijk grenzen te stellen aan de vrijheid van onderwijs. Deze vrijheid is niet onbegrensd en ook niet vrijblijvend. De grens moet scherper worden afgebakend door de overheid. Er moet wel een gemeenschappelijke kern zijn met als uitgangspunt de democratische rechtsstaat. Daarnaast is er ruimte voor eigen accenten van scholen.

 

Zij vervolgt: Een centraal punt is democratisch burgerschap, het klaarstomen voor het werken, wonen en leven in de maatschappij. Ook politieke inspraak en leren omgaan met mensen die fundamenteel ergens anders over denken dan jij. Dat is belangrijk want jongeren in Nederland hebben relatief zeer beperkte kennis van democratie en rechtsstaat.

Voor de reformatorische scholen geldt dat je kunt beginnen met: ‘In dit land zijn man en vrouw gelijkwaardig en mag iedereen met elkaar trouwen en een gezin stichten’. De gemeenschappelijke waarden dus. En dan: ‘Maar volgens onze overtuiging is het huwelijk iets tussen man en vrouw’.

De volgorde is volgens Hooge dus van belang: eerst de kern, daarna de eigen overtuiging. Niet ervoor en zeker niet in plaats ervan, zo is haar mening.

 

Tweede Kamer snoert refoscholen de mond

RD 6-10-2021

 

Deze week sprak de Tweede Kamer zich uit over de afschaffing van identiteitsverklaringen. Hoewel de Onderwijsraad in haar advies beargumenteert dat scholen wel een toelatingsbeleid mogen voeren, keerde de Tweede Kamer zich in ruime meerderheid hiertegen.

De ruime meerderheid van de Kamer wil de identiteitsverklaringen afschaffen. Twee moties werden ingediend en beide werden aanvaard. De eerste motie moet een eind maken aan alle identiteitsverklaringen en de tweede motie geeft aan dat er een verbod moet komen op dat deel van de verklaring waarin de school impliciet een homoseksuele of transgenderleefwijze afwijst.

De verwachting is dat een reactie waarschijnlijk pas van een nieuw te vormen kabinet zal komen.

 

Het verbieden van een identiteitsverklaring is niet eenvoudig, want als een school niet mag uitleggen wat de uitgangspunten zijn en wat die betekenen voor de praktijk, dan kan dat niet anders worden gezien dan als een inperking van de grondrechten: de vrijheid van meningsuiting, van godsdienst en van onderwijs.

De overheid dringt zo steeds meer een uniform mens- en maatschappijbeeld op. Het is goed dat de onderwijsraad vanouds oog heeft voor de botsing tussen de klassieke vrijheidsrechten en het non-discriminatiebeginsel. De Raad verdedigt het recht voor scholen: ‘Ruimte voor een denominatief gesloten toelatingsbeleid past binnen respect voor verscheidenheid als uitgangspunt van de democratische rechtsstaat.’ Scholen met een strikt toelatingsbeleid hoeven, net als politieke partijen, niet iedereen te accepteren. Ook politieke partijen mogen mensen, die te zeer afwijken  van de opvattingen van de partij, als lid afwijzen.

 

Wet die vrouwenquotum in bedrijfstop voorschrijft onbegrijpelijk

RD 5-10-2021

 

Peter Schalk, fractievoorzitter van de SGP in de Eerste Kamer, verwijt het demissionaire kabinet tegenstrijdigheid in beleid door met een wetsvoorstel te komen dat de positie van vrouwen in bedrijven sterk promoot. Schalk vindt dit heel vreemd, omdat op allerlei andere gebieden een gendervrij beleid wordt gevoerd.

De wet moet zorgen voor een vrouwenquotum in raden van commissarissen. Naamloze en besloten vennootschappen worden verplicht streefcijfers te formuleren voor de verhouding tussen mannen en vrouwen in het bestuur, de raad van commissarissen en de subtop. Een evenwichtige samenstelling eist dat minstens een derde deel man en minstens een derde deel vrouw moet zijn.

 

Nu alles draait om inclusiviteit moet het toch eigenlijk genderfree? Waarom spreken over vrouwen en mannen? Dat kunnen we toch niet bepalen? Het is niet wat je ziet, maar hoe men zich voelt, toch? Zo kijken we er tegenwoordig immers naar? Daar zitten dan toch alleen maar genders? En als je dit dan zo graag wilt, waarom dan alleen de top van een bedrijf? Dat is toch onderscheid maken waar het niet is? Is de top soms meer dan de werkvloer?

 

Schalk: het is belangrijk om allerlei vragen te stellen. Een quotum voor vrouwen levert een wet op waar veel ideologische en praktische haken en ogen aan zitten. Het is maar een klein voorbeeld van de verwarrende consequenties van het doorgeslagen streven naar gendergelijkheid. Maar dit voorbeeld maakt die verwarring opnieuw duidelijk en we moeten die blijven ontmaskeren!