De Tien Geboden
N. van Dijk
19-05-12
Zo rond 4 en 5 mei worden we er ons weer pijnlijk van bewust waartoe mensen in staat zijn als ze aan zichzelf overgelaten worden. De catechismus spreekt nuchtere taal als zij zegt dat de mens naar zijn aard erop uit is God en zijn naaste te haten. Een mens moet wel een groot geloof hebben om te verkondigen dat hij van nature goed is.
Onder christenen lijkt steeds meer 'optimisme' te komen over de strijd tegen de zonde. In evangelische kringen horen we soms geluiden dat de zonde al in ons aardse bestaan te overwinnen zou zijn, het zou dan zelfs niet meer nodig zijn God om vergeving van zonden te vragen. Het Oude Testament wordt van minder belang geacht. En ook in de GKv merk je invloeden van een soort 'overwinningsgeloof'. In de liedcultuur hoor je steeds minder over de strijd tegen de zonde en steeds vaker wordt het leven door de Geest bezongen waarbij de zonde een gepasseerd station lijkt te zijn. Tegelijk zie je in de kerkdiensten steeds meer aanpassingen van de Tien Geboden. Tot voor kort was het voorlezen van de Wet een vast onderdeel in de erediensten, nu komen er steeds meer aanpassingen, zelfgeschreven wetten, of er worden bepaalde bijbelgedeelten voorgelezen. En zo gaat het steeds minder de gewoonte worden om de Tien Geboden in de kerkdiensten voor te lezen.
In een ander artikel op de site schreven we over de brochure, uitgegeven door 'Woord en Wereld': 'Naar de kerk: waar en waarom', waarin ds. Hendriks leerzame bijdragen schrijft met als belangrijkste vragen: waar kunnen wij de kerk vinden en waarom komen we daar als Gods volk samen? In één van zijn bijdragen schrijft hij over de Tien Geboden in onze kerkdienst en pleit ervoor de voorlezing van de Wet niet aan te passen of zeker niet af te schaffen.
Hij merkt op dat er in onze tijd steeds meer vraagtekens gezet worden bij het voorlezen van de Tien Geboden, We zouden niet meer onder de wet, maar onder de genade zijn. Hendriks geeft een uiteenzetting over hoe de Tien Geboden in de orde van dienst op zondagmorgen terechtkwamen: in de latere middeleeuwen ontwikkelde zich steeds meer een aparte preekdienst met een sterk catechetisch karakter, zo verschenen ook de Tien Geboden. Hier vinden we het begin van het voorlezen van de Wet in de morgendienst. Later worden de Tien Geboden gelezen om de gemeente een spiegel voor te houden om haar schuld voor de Here te laten zien en haar tot boetvaardigheid te brengen. Bij Calvijn was de wet regel der dankbaarheid én kenbron voor onze ellende.
Dr. Hendriks behandelt de vraag hoe de gereformeerde kerken er toe kwamen juist de Tien Geboden een plaats te geven in de dienst op zondagmorgen. De Tien Geboden hebben een eigen plaats in het geheel van Gods verbondsopenbaring. De Bijbel spreekt van 'de tien woorden' of 'de woorden van het verbond'. Ze zijn door de Here zelf op twee stenen tafelen gegrift, geschreven door de 'vinger van God'. Dit geeft wel aan hoe bijzonder de Tien Geboden zijn. Ze werden bewaard in de ark, Gods aardse troonzetel. De Tien Geboden vormden de kern van alle inzettingen die spraken van Gods verbond, en worden dan ook als 'het verbond' getypeerd. De gereformeerde kerken hebben vanwege dit bijzondere karakter de Tien Geboden altijd een plaats gegeven in de erediensten. Zij overstijgen dat wat met de komst van Christus in de mozaïsche wetten verouderd is. Zij zijn blijvend geldig, zo valt te leren uit het Nieuwe Testament, o.a. door de uitleg die de Here ervan geeft in de Bergrede.
De Here Jezus heeft Gods wet vervuld, Hij heeft ons de diepte van de wet geleerd. God eist ons hart op. Hij is volmaakt gehoorzaam geweest en heeft voor ons de wet volbracht. Bij het horen van de Tien Geboden klinkt deze vervulling mee. In de Tien Geboden
"toont de HERE ons de gouden standaard van zijn verbond en helpt ons zo onze schuld te beseffen en te hunkeren naar zijn vergeving. Wij kunnen de spiegel van Gods wet niet missen om rijk te blijven met wat we elke zondag in de kerk mogen horen. Slechts wie zich ziek weet, beseft hoezeer hij de grote Heelmeester, Jezus Christus, nodig heeft. De zonde mag bij ons niet uit beeld raken. Want dan verliezen we vroeg of laat het evangelie! In een tijd waarin christenen vaak met van alles en nog wat moeite hebben, behalve met hun zonden, en het schuldbesef gering lijkt, is het urgent dat de Tien Geboden hun plaats houden in de zondagmorgendienst om ons klein voor de HERE te maken en ons te leiden naar het belijden van onze schuld en het gebed om vergeving".
Dr Hendriks pleit ervoor de Tien Geboden te lezen na de prediking, zo komen ze naar ons toe als regel voor ons dankbare leven.
"Het vernieuwende werk van de Heilige Geest is erop gericht dat wij weer gehoorzaam worden en de wil van de Vader doen. Die wil van de Vader wordt de gemeente verkondigd, wanneer ze tegen het eind van de dienst de Tien Geboden hoort. De liturgie van de kerkdienst loopt dan ten einde. Maar de liturgie van het dagelijks leven staat voor de deur. Wij moeten nu onszelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst stellen (Rom. 12:1)".
Aan het eind van zijn artikel pleit dr. Hendriks voor het lezen van de Tien Geboden op de zondagmorgen: "Deze dienst is de eerste op de dag waarop de HERE zijn volk wil ontmoeten. De tweede kerkdienst is een vervolg op de eerste en heeft dan ook van oudsher een ander karakter gehad".
Ook wil hij de lezing van de wet niet vervangen door het lezen van Schriftgedeelten uit het Nieuwe Testament:
"De Tien Woorden zijn echt de verbondsoorkonde, die geldigheid heeft behouden en naar ons toekomt als 'de wet van Christus'. Wanneer de kerkdienst staat in het kader van het verbond waarin de HERE met zijn volk wil omgaan, past het de oorkonde van dat verbond te horen, die zegt wie God voor zijn volk wil zijn en hoe Hij beslag legt op het leven van dat volk".
Dr. Hendriks pleit ervoor de Tien Geboden ongewijzigd voor te lezen:
"We hebben in de Tien Woorden te doen met een oorkonde die nota bene God zelf geschreven heeft. Concretiseringen kunnen aan bod komen in de catechismusprediking".