Signalen 59
R. Sollie-Sleijster
20-01-18
Vrijheid in Spanje onder druk door transgenderwet
RD 8/1/18
De voorgestelde transgenderwet in Spanje roept op tot vergaand respect voor homo’s en transgenders en zorgt voor veel onrust onder christenen. Zij moeten bewijzen dat ze niet homofoob zijn. Dit is de omgekeerde bewijslast, zo zegt Jaumes Llenas, secretaris van de Spaanse Evangelische Alliantie in Barcelona. Llenas spreekt voor evangelischen en protestanten, die samen minder dan één procent van de Spaanse bevolking vormen.
Deze (door links) voorgestelde wet strijdt tegen alle vrijheid van denken en spreken. Je moet namelijk bewijzen dat je iets nièt hebt gezegd of gedaan wat schadelijk is t.o.v. homo’s of transgenders. Llenos: maar hoe kun je bewijzen dat je iets niet hebt gezegd? Dat is toch onmogelijk? Het is de omgekeerde wereld: je bent bij voorbaat schuldig, tenzij je bewijst onschuldig te zijn.
Llenos, voormalig hoogleraar arbeids- en belastingrecht aan de Universiteit van Barcelona, vervolgt:
De diversiteit van de samenleving bepaalt de kwaliteit van de democratie.
Democratie is niet gebouwd op de vooronderstelling dat iedereen gelijk denkt, maar dat mensen die verschillend denken deel uitmaken van dezelfde samenleving.
Zonder vrijheid van meningsuiting is er geen sprake van dialoog in onze maatschappij.
Wij vinden dat je alle mensen moet respecteren, ook lhbt’ers. Maar de overheid neigt er toe nu naar bepaalde zaken op te leggen. Het doet hem denken aan de inquisitie 400 jaar geleden. Die dreigt hiermee terug te komen.
Hier ziet Llenas een totalitaire tendens, want niet de rechter, maar een burgerlijke instelling controleert of iemand zich schuldig maakt aan homofobie of discriminatie van transgenders.
Hoe kan het dat zo’n kleine minderheid haar standpunt aan een meerderheid oplegt?
Llenos: Deze groep is klein, maar heeft de steun van de regering, en de genderideologie is een mainstreamideologie geworden, niet alleen in Spanje, maar ook in andere delen van Europa. De groep doet nog steeds alsof ze gemarginaliseerd is, maar is dat allang niet meer.
We vragen aanpassing van de wet, zodat die voor alle gemarginaliseerde groepen geldt. Maar we zien uitstel van beantwoording, de regering is druk met andere zaken zoals de Catalaanse kwestie.
Is de overheid er verlegen mee?
Llenos is bang dat dit niet het geval is. De maatschappij is ervan overtuigd dat de wet moet worden aangenomen. Jongeren uit een wat conservatiever en kleiner deel van de rooms-katholieke kerk hebben wel gedemonstreerd met de leus via luidsprekers: ‘Laat je stem horen’. Zij lieten een bus rijden waarop stond dat jongens en meisjes verschillend zijn en jongens een penis hebben. Maar de bus werd bekogeld en de banden doorgeprikt. Llenos kiest niet voor deze benadering, zijn achterban wil strijden voor fundamentele rechten voor de hele samenleving en hij hoopt dat de omgekeerde bewijslast uit de wet wordt gehaald en dat boetes uitschrijven een zaak van de rechter is en niet van een burgerlijke dienst.
Spanje is een land geworden waar iedereen zijn eigen waarheid heeft. Na dictator Franco (70er jaren) kwam de vanouds zeer traditionele samenleving ineens in het postmodernisme terecht. Men deed vroeger alles wat de kerk voorschreef, maar nu is het een land waarin men juist niet naar de kerk wil luisteren. De vereenzelviging van staat en kerk onder Franco mondde erin uit dat men daarna met de dictatuur ook de religie verwierp.
Llenos vindt dat we ondanks alles positief moeten zijn. God zond Zijn Zoon voor de zieken, niet voor de gezonde mensen. Er zijn veel zieken in de samenleving, dus is er goed nieuws. God nodigt slechte mensen. Als kerken zijn we eerder conservatief dan missionair. We moeten niet onze eigen belangen verdedigen, maar die van de mensen in de samenleving. We zijn namens God voor hen verantwoordelijk. We zijn niet alleen pastors van de kerk, maar ook van de samenleving.
Preken: het hoge Woord moet eruit – Kapstok of uitgangspunt
Nader Bekeken – december 2017
Ds. Perry Storm laat in zijn Persrevue ds. C.H. Hoogendoorn (hervormde gemeente Katwijk) aan het woord. In het kader van 500 jaar Reformatie pleit ds. Hoogendoorn er dringend voor om de preek echt op de gekozen Bijbeltekst te baseren en die tekst niet als kapstok te gebruiken. Het principe van het sola Scriptura was het uitgangspunt van de Reformatie, en dit uitgangspunt stootte de paus van zijn troon en zette de Schrift er op.
Waarnemingen
Wat de predikant tegenwoordig ziet is dat er aarzeling is om het Woord klip en klaar na te spreken. Niet de tekst staat centraal, maar vanuit de hele perikoop worden zaken aangestipt of ‘een aantal opmerkingen naar aanleiding van het Bijbelgedeelte gemaakt’.
Of men spreekt van ‘een aantal lessen die de Bijbel ons geeft’. Tenenkrommend, aldus de predikant.
Preken of praatjes
De prediking is verkondiging van wat God van ons vindt en met ons leven voorheeft. Het Woord boet in aan directheid, omdat de voorganger de verkondiging laat domineren door wat hij als persoon ervaart. Dit om dichter bij de hoorder te komen. Maar, zo vraagt de predikant zich af, is de voorganger soms innerlijk onzeker, of wil hij zelf uiteindelijk niet voor waar houden wat het Woord zonder omwegen tegen de mens zegt en van hem vraagt?
Preken moeten geen praatjes worden. Al die verhaaltjes en praatjes (voor de kinderen?) vullen geen gaatjes en al helemaal niet de ‘afgrondelijke krater’ van onze zonde. Laten de voorgangers langer studeren, zodat de preekstoel geen praatstoel wordt. De predikant moet op zondag niet hoog boven de tekst cirkelen, maar de gemeente de tekst verklaren en Christus voor ogen schilderen. De dienstknecht hoort in de goede zin van het woord een letterknecht te zijn, in dienst van het Woord en niet andersom. We moeten niet op onze knieën voor de kerkmens, maar voor de heilige God.
Bekering nodig
Zeker gaat het hier ook om hermeneutische vragen en de praktische toepassing levert niet zelden haken en ogen op. Maar dat scherm wordt vaak te vlot opgetrokken. Geloven de voorgangers zelf dat de Bijbel het Woord van God is? Zijn we diep doordrongen van de ernstige waarschuwing om geen dingen toe te voegen aan of af te doen van het Woord? Predikanten moeten dagelijks bekeerd worden tot God en Zijn Woord. De predikant is immers ‘Gods mond’ (Calvijn). Prediking is verzoening en het hanteren van de sleutels van het hemelrijk (HC zondag 31). Met sleutels moet je niet spelen. De kerkdienst is het uur van de waarheid. Gaan we de kerk uit met of zonder Christus? Een kwestie van (eeuwig) leven of dood. En laat er in de gemeente veel gebed zijn voor de prediking, zodat die vóór alles eerlijk zal zijn. Dan komt – onder Gods zegen – op zondag het hoge Woord eruit.
Oude of nieuwe hermeneutiek
Nader Bekeken – december 2017
(Het volledige artikel is ook op de site: zie Oude of nieuwe hermeneutiek in de rubriek Rond de Schrift, of click hier).
Dr. Pieter Boonstra (GKv predikant en hoofdredacteur van Nader Bekeken) zoekt de verschillen tussen oude en nieuwe hermeneutiek te ontrafelen. Dit te midden van de verwarring die hierover binnen de GKv heerst. Voorbeelden van die verwarring vinden we rondom de synodebesluiten over M/V en de eenwording met de NGK. Zijn we als GKv nu wel of niet veranderd? De meningen verschillen sterk. Is er nu wel of niet sprake van een nieuwe hermeneutiek? Wat is er aan de hand in de GKv?
Om hier helderheid over te krijgen omschrijft de predikant de begrippen en geeft een analyse.
‘Oude’ of ‘klassieke’ hermeneutiek:
Hermeneutiek was een hulpmiddel voor de exegese. Is de uitleg juist òf is er sprake van inlegkunde of verdraaiing ? De belangrijkste regels van deze hermeneutiek zijn:
'Moderne’ hermeneutiek
Tegenwoordig wordt onder hermeneutiek iets heel anders verstaan. Hermeneutiek gaat niet meer over de uitleg van de Schrift, maar over verstaansprocessen, onderdeel van de filosofie dus.
Op zich niet verkeerd, maar realiseer je dat filosofen ook Godloochenaars kunnen zijn. Kritisch lezen daarom. Deze ‘moderne’ hermeneutiek gaat meer over het verstaan van onze werkelijkheid.
‘Nieuwe’ hermeneutiek
Verwarrend is dat vervolgens wordt gesproken over ‘nieuwe’ hermeneutiek. Theologen nemen bepaalde inzichten over van de ‘moderne’ hermeneutiek en willen met die inzichten teruggaan naar het lezen van de Bijbel. Dat blijkt met name uit de gedachte dat wij als mensen historisch bepaald zijn. We zijn kinderen van onze tijd. Met onze (beperkte) blik kijken wij naar oude teksten en we zien dan een kloof. Die tekst uit lang vervlogen tijd wordt nietszeggend voor ons, ‘dode’ tekst.
Gods wil
Dat klinkt aannemelijk, maar toch is dit uitgangspunt onjuist. Paulus schrijft dat alles wat vroeger werd opgeschreven, is opgeschreven om ons te onderwijzen (Rom. 15:4). De Bijbel is geen gewoon boek, maar Gods Woord. De schrijvers werden door de Heilige Geest geïnspireerd om te schrijven over wat soms ver boven hun eigen tijd uitging. Hun boodschap is ook voor ons bestemd. God maakt ons door hen Zijn wil bekend, onafhankelijk van wat wij denken en weten, of in onze tijd gepast vinden.
Aanname als uitgangspunt
Het uitgangspunt van de nieuwe hermeneutiek kun je niet toepassen op ons bijbellezen.
Boonstra wijst op een notitie van deputaten eenheid van GKv en NGK, waarin staat ‘Deze (culturele) kloof maakt dat rechtstreekse toepassing van concrete bijbelse voorschriften in onze tijd lang niet altijd mogelijk is of grote vragen oplevert’. De aanname van deze kloof wordt tot uitgangspunt, wat verkeerd is. Het leidt bovendien tot twee verkeerde consequenties:
De kloof maakt het volgens de nieuwe hermeneutiek nodig dat oude teksten worden overgezet naar onze tijd en situatie. De bijbelse voorschriften over huwelijk en seksualiteit, man en vrouw, enzovoort, moeten naar onze tijd worden overgezet en kunnen vandaag zo niet meer worden toegepast.
Wij begrijpen door die kloof veel dingen niet meer en dus is het nodig de tekst zo te ‘vertalen’ dat we die wel begrijpen, of dat die aansluit bij wat we nù weten.
IJkpunt
Zo wordt het ijkpunt verlegd. Wij bepalen zèlf wel wat de tekst ons te zeggen heeft. Het is ‘een onjuiste en verziekte stelling’ (J. van Bruggen). Je degradeert de Bijbel (Gods wil) en promoveert je eigen tijd en cultuur tot bepalende factor om de Bijbel te lezen. Zo wordt de mens op de troon gezet en Gods Woord ‘monddood’ gemaakt. De tekst wordt nietszeggend. Paulus’ gebod of verbod wordt krachteloos gemaakt. Dit gebeurt dan met een beroep op de Geest en op het samen biddend Gods wil zoeken.
Maar de Geest werkt wel, ook in onze tijd, maar nooit tegen het Woord in. En ook, samen biddend Gods wil zoeken stelt ons nooit op één lijn met de bijbelschrijvers.
Omkering
De synode 2017 heeft de regel van de oude hermeneutiek omgekeerd en veranderd in:
bij onduidelijkheden spreekt de tekst niet meer tot ons.
Nieuwe hermeneutiek dus, de oude is overboord gegooid en de nieuwe is omarmd.
Met als consequentie: als ik het niet begrijp, dan is wat Paulus zegt, nietszeggend voor mij.
De ernstige conclusie van ds. Boonstra is dat het antwoord op de vraag naar wat er in de GKv toch aan de hand is, is dat deze kerken zijn besmet door het virus van de nieuwe hermeneutiek.
Een zeer ernstige situatie, want het virus woekert voort. Eénmaal ermee besmet tast het je vermogen om kritisch te denken aan. Alle waarschuwingen worden in de wind geslagen als ‘oud’ en dus niet meer interessant. Je denkt dat je verder bent en dat dat goed is. Tegen alle kritiek in.
De predikant vraagt zich af òf er nog een open en eerlijk gesprek mogelijk is en of de ‘virusinfectie’ nog te bestrijden valt. Of niet…