Printen

GS Meppel – Impressie 08 / GKv/NGK fusie Kampen 2

 

D.J. Bolt

23-12-17

 

We willen opnieuw enige aandacht besteden aan de Kamper dag van fusie tussen GKv en NGK. Want behalve die combi-synodevergadering waarover we in het vorige artikel schreven waren er ook ander activiteiten: 7 toespraakjes van bekende Nederlanders, een meditatie, workshops, en 's avonds een kerkdienst met viering Avondmaal. Nu focussen we ons m.n. op die toespraakjes die toch samen bijna de dubbele lengte van een preek hadden. Wat wilden deze sprekers de verzamelde Nederlands- en vrijgemaakt-gereformeerden meegeven?

 

Brochure

 

Voor we ons met de inhoud van de oraties bezig gaan houden vragen we ons eerst af waar het ook al weer om ging in de zestiger jaren, toen vele leden van de GKv braken met hun kerk. Nu hebben we daarover al eerder het een en ander opgemerkt naar aanleiding van het symposium 'Een steen op de maag' (ook in de NGK Nieuwe Kerk in Kampen(!)[1]. Dat gaan we nu niet herhalen.

We doen iets anders. We halen eerst op wat een van de zeven sprekers, ds. Pieter Niemeijer, GKv predikant te Rijnsburg, ons eerder wist te vertellen over de kern van het conflict: Hij schreef in 2002 de polemische brochure Bewaard en voortgegaan, '1926' en 'jaren zestig': om de helderheid van de Schrift en de binding aan de belijdenis[2].

 

Ds. Niemeijer, prominent GKv-lid - het programma meldt 'preses synode Amersfoort-Centrum 2005 en Harderwijk 2011', - confronteert zich in dit boekje met (o.a.) de driedelige bundel Vuur en Vlam van jonge historici uit vrijgemaakte kring. De predikant wraakt het vertekend beeld dat deze boeken onder redactie van dr. R. Kuiper (nu rector van de TUK(!)) en W. Bouwman (hervormd geworden) van de geschiedenis van de GKv schetsen. Hij mist de confessionele norm waaraan christen-historici het verleden behoren af te meten (82, 83). Geschiedenis dient te worden bestudeerd in geloof en bij het licht van het Woord. Maar, constateert de schrijver, de bundel is blijven steken in persoonlijke conflicten en heeft geen of weinig oog voor de trouw en onverdiende gunst én toorn van God!

Niemeijer sluit aan bij een woord van Groen van Prinsterer: Het moge paradox schijnen, maar het is waar: onpartijdig kan slechts hij zijn, die partij kiest. Inderdaad, onpartijdig betekent: je moet iedereen recht doen en geen zwart-wit schema hanteren, én partij kiezen: de geesten moeten bij het licht van het Woord beproefd worden of ze uit God zijn (1Joh. 4:1).

 

Het ging toen niet om niks. Ook al zou je niets weten van de achtergronden van de kerkscheuring, er braken wel ongeveer 30.000 personen met de vrijgemaakte kerken. Dan gaat het waarachtig toch om meer dan wat lelijke woorden en gedragingen over en weer. Laten we enkele fundamentele zaken die ds. Niemeijer aanroert, naar voren halen.

 

Kern

 

Voor het begrijpen van de achtergronden van de woelige jaren '60 is het nodig ook iets te weten over de ontwikkeling van de synodaal-gereformeerde kerken waarmee in de Vrijmaking van 1944 om de leer en het kerkrecht was gebroken.

Weliswaar hadden de synodalen in 1959 hun leeruitspraken met de zgn. Vervangingsformule 'terzijde gesteld' echter deze weer wel in 'geconcentreerde vorm' gehandhaafd. Het bleek dus een wassen neus: de leeruitspraken zouden 'zegenrijk en samenbindend'(!) hebben gewerkt, volgens de synode... En de tuchtmaatregelen tegen de hoogleraren K. Schilder en S. Greijdanus – en kerkenraden -  werden niet teruggenomen. Geen enkele reformatie dus.
Tegelijk brak de vrijzinnigheid in deze kerken zich met geweld een baan. Genesis 1-3 werd een mythe geacht en de evolutietheorie omarmd (de proff. G.P. Hartveld, H.M. Kuitert, A.G. Honig jr., J. Lever): Adam zou nooit hebben bestaan en de zondeval is onzin.

De betrouwbaarheid van de Schrift wordt ter discussie gesteld. In het kielzog van de 'val' van Genesis 1-3 is ook de zon- en maanstilstand in Jozua 10 onhoudbaar. En Jona in de vis? De val van Jericho? De wonderen in het Nieuwe Testament? De opstanding van Christus? Verzoening door Christus' voldoening? Het gaat maar door[3].
De twijfel en het ongeloof aan alle onderdelen van de Schrift groeit. Het kwam allemaal niet tegelijk maar het begin was voor degenen die hun ogen open hadden en de geesten beproefden, onmiskenbaar. Dr. G. Puchinger, vrijgemaakt maar synodaal geworden in die jaren, schrijft dat 'gereformeerden in zijn (synodale) kerken tussen de puinhopen ronddwalen'!
Prof. Schilder had het al veel eerder profetisch waargenomen:

 

'Van een reformatie heb ik ginds sinds 1944 niets gezien; wel veel doorgaande deformatie (). Bovendien, al waren alle besluiten van 42-46 'ingeslikt', we zitten nog met een kerkelijke gemeenschap, die sinds 1944 meer en meer naar links is op geschoven en die week in week uit het loon ontvangt van haar onbeleden zonden.' (1949!)[4]

 

Schilder was van mening dat er met al het kerkelijke gemanipuleer en gekonkel een enorme aanslag op de Vrijmaking werd gepleegd. We laten het bij deze korte duiding, zie de literatuurlijst voor meer.


Tegen deze zwarte achtergrond moeten de pogingen van individuele en groepen vrijgemaakte kerkleden om te verenigen met deze synodale kerken worden beschouwd. En het verzet daartegen van gereformeerde voorgangers en kerkelijke vergaderingen, beoordeeld.  Uit de veelheid van onderwerpen en gebeurtenissen in de GKv nemen we een selectie die ds. Niemeijer analyseert, toelicht en beoordeelt.

 

 

Noord-Holland

 

De situatie in Noord-Holland was schokkend, schrijft Niemeijer. De vrijgemaakte kerken daar waren

'… een haard van independentisme en onschriftuurlijke verdraagzaamheid: zij die zich op belijdenis en kerkorde beriepen, kregen in Noord-Holland met hun bezwaren tegen kérkeraadshandelen geen voet aan de grond. Belijdenis en kerkorde waren niet bin­dend en waren geen norm waarop je je beroepen kon.'

Juist op dié punten kwam de breuk in de jaren zestig, oordeelt Niemeijer, namelijk:

'…hoe moet je staan tegenover dwaalleer inzake

En juist déze punten (tolerantie en in­dependentisme) hebben in het vigerende Akkoord Van Kerkelijk Samenleven Van De Nederlands Gereformeerde Kerken (AKS) een wettige en beschermde plaats gekregen.

 

'Ambtsdragers zijn in de Nederlands Gereformeerde Kerken nog altijd niet op straffe van schorsing en afzetting gebonden aan de leer van de drie for­mulieren van eenheid. Een predikant kan zich zelfs met een be­roep op artikel 17 van het AKS vrijwaren van een kerkverbande­lijke beoordeling. Hij hoeft zich slechts te verklaren 'ten genoegen van zijn kerkenraad'. Met een beroep op dit artikel kan hij zich de luizen in de pels van het kerkverband van het lijf houden! Kerkverbandelijk optreden tegen afwijkende gevoelens wordt dan niet maar bemoeilijkt, maar zelfs onmogelijk gemaakt, p85.

 

Waarom, zo verzucht de predikant, krijgt deze blijvende neerslag van buitenverbands gedachtengoed am­per aandacht?

 

Ds. A. van der Ziel

 

In zijn brochure besteed ds. Niemeijer substantiële aandacht aan de 'kwestie' ds. A. van der Ziel die zo'n tot op vandaag merkbare impact heeft gehad.

Van der Ziel, predikant van GKv Groningen-Zuid, wilde verenigen met de synodalen en ging daarvoor op eigen houtje (samen met geestverwanten) samensprekingen met Groningse synodale kerkenraden aan. Tegen het Schriftuurlijk-gemotiveerde beleid van zijn kerkenraad in.

Van der Ziel bleek hardnekkig weigeren zijn gedrag te veranderen. Er bleef ten slotte geen andere mogelijkheid hem te schorsen en na gebleken onbekeerlijkheid af te zetten.

Waarom is zó met deze predikant gehandeld? Er zijn veel verhalen en misduidingen in omloop. Ds. Niemeijer noemt er een aantal en weerlegt dat gedocumenteerd:

 

'Ds. Van der Ziel is niet geschorst vanwege zijn visie op de Vrijmaking zelf. Men ontzegde hem het recht op zijn opvattin­gen niet. Men hield hem ook niet tegen om met zijn bezwaren de kerkelijke weg te gaan, integendeel. Wat men wel veroordeelde was dat hij aan zijn gevoelen praktisch uiting gaf: "niet vanwege zijn beoordeling van de kerkelijke situatie - waarin de kerkenraad hem lankmoedig droeg, - maar vanwege zijn gedragingen als ambtsdrager vanuit deze beoordeling" zaaide hij in kerkenraad en gemeente verwarring."
In de kerken geldt art. 31 KO: De uitspraak die bij meerderheid van stemmen gedaan is, zal als bin­dend worden aanvaard, tenzij bewezen wordt dat zij in strijd is met het Woord van God of met de kerkorde. Tot het leveren van dat bewijs was ds. Van der Ziel niet bereid, maar hij overtrad het genomen besluit wel.'

 

Kern is dat Van der Ziel op een uiterst belangrijk punt, namelijk het terugvoeren van de gemeente naar de synodale kerken

 

'het kerkenraadsbeleid trotseerde zonder dat in de kerkelijke weg aan te vechten. Op die manier beijverde hij zich niet om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede (Ef. 4:3), maar bezondigde hij zich aan 'tegenleiding'. () Met zijn op­treden dreef ds. Van der Ziel zelf publiek een wig in de gemeente en zette hij de zaak op scherp in Groningen-Zuid. Toen moest er ook gehandeld worden, p91.

 

Het ging volgens ds. Niemeijer om 'woordbreuk' en 'scheurma­king'! kwam de leiding van de kudde die Christus kocht met zijn bloed, in gevaar.[5] Kan de situatie in de kerk ernstiger zijn?

 

Ds. Van der Ziel volhardde in zijn zonde, scheurde de kerk van Groningen-Zuid en stichtte de Tehuisgemeente. Maar uiteindelijk volvoerde hij zijn eigenlijke voornemen en werd, samen met zijn collega ds. L.L. van der Vliet en vele anderen synodaal …

 

Schoep en de scheur

 

Deze kerkelijke strijd bleef niet beperkt tot Groningen-Zuid. De vrijgemaakte ds. B.J.F. Schoep schreef samen met anderen de beruchte Open Brief, 1966. Deze brief was bedoeld ter bemoediging van de Tehuis-gemeente en haar dominee. Maar niet alleen dát maar ook werd de gereformeerde belijdenis en de binding eraan ter discussie gesteld. Het gevolg was dat de synode van Amersfoort-West hem niet als gereformeerde afgevaardigde kon aanvaarden. Voor zover het kerkverband al niet in beroering was betekende dit een extra plons in de kerkvijver. De bladen Contact en Opbouw schreeuwden moord en brand. Want werd hiermee niet hun 'gewone' overtuiging m.b.t. de Vrijmaking en de ware kerk hardhandig tot zwijgen gebracht? En niet alleen Schoep maar ook alle andere (24) ondertekenaars lichtvaardig als tuchtwaardig gebrandmerkt?

We laten ds. Niemeijer weer aan het woord:

 

Het ging in de weigering van ds. Schoep niet om kerkelijke censuur over een predikant (de synode verklaarde uitdrukkelijk geen stap op de weg van de art. 79 en 80 KO te hebben gezet) maar om toezicht op de samenstelling van de synode. Leden van een synode "moeten mee beslissen in zaken van de leer, en derhalve zaken, die het fundament van de kerk en het kerkelijk leven raken. De kerken hebben er recht op, dat zij die ter synode zitting nemen ook waarlijk betrouwbare rechters zijn in dergelijke zaken. (…) De generale synode van Amersfoort-West heeft meer dan één zaak, de belijdenis of de binding' aan de belijdenis rakende, op haar agenda. Dit illustreert te duidelijker de noodzaak, dat zij zich schaarde in de rij van meerdere vergaderingen die in vroeger eeuwen of jaren de zaken van het fundament d kerk met uiterste nauwlettendheid hebben behandeld, door ook te letten op de samenstelling van de vergaderingen"[6], p92.

 

En de tuchtwaardigheid van andere ondertekenaars dan?:

 

Hoe met dit besluit van de synode ten aanzien van één van haar leden vervolgens in de plaatselijke kerken is omgegaan in de richting van voorgangers en of er schorsingen hebben plaatsgevonden puur en alleen vanwege ondertekening van de Open Brief, onttrekt zich aan mijn waarneming. Vaak speelde immers al heel wat, ten gevolge van de gespannen kerkelijke situatie, p92.

 

De Open Brief was maar geen aardige pastoraal bewogen brief ter bemoediging van hen die in de knel waren gekomen, maar eerder een revolutionaire strijdbrief om de kerken tot een beslissende keuze te forceren. Niemeijer:

 

De Open Brief was een publiek document met een onomwonden boodschap en een duidelijk appèl. De kerken werden publiek voor de keuze geplaatst ten aanzien van hun koers. Ze werden gewaarschuwd voor een religieus gevaarlijke ideologie. Ze moesten geen voet aan kerkelijk Judaïsme geven. Er werd de kerken uitdrukkelijk gevraagd positie te kiezen!, p92.


De Open Brief wilde een publieke koersbepaling. Die hebben ze desgevraagd gekregen op basis van Schrift en confessie. Zo Niemeijer:

 

Want de brief stelde de inhoud en het katholiek of algemeen karakter van de gereformeerde belijdenis discutabel. Daarmee werd zij als hoofdsom van de waarachtige en volkomen leer der zaligheid in twijfel getrokken[7]. Het katholieke en fun­damentele karakter van de leer van de Schrift zoals die samenge­vat en beleden wordt in de drie formulieren van eenheid, werd door Schoep niet erkend. Welke garantie hadden de kerken dat hij als synodelid op gereformeerde wijze de aan de synodé voorgeleg­de zaken zou helpen behandelen?, p93.

 

Ds. Niemeijer ziet in deze brief fundamentele gevaren. Er werkt een confessioneel indifferentisme, een onverschilligheid in door t.a.v. de belijdenis. Dat komt o.a. daarin tot uiting dat niet meer mag worden gesproken over de Vrijmaking in termen van art. 28 NGB. Doe je dat wel dan ben je aanhanger van een 'religieus zeer gevaarlijk Vrijmakingsgeloof'. Het ging om de concrete geldigheid van de belijdenis in het kerkelijk leven van elke dag.

Dat heeft natuurlijk grote gevolgen voor het bestaansrecht van de kerk. Niemeijer is daar glashelder in:

 

Wie zich vrijmaakt, maar intussen de synodale kerk als kerk van Christus blijft zien, handelt volgens artikel 28 NGB in strijd met Gods bevel en maakt zich schuldig aan een schisma­tieke daad. Hij stapt over op een denominatie-denken dat de doodsteek is voor een gezond en confessioneel kerkbesef. Zouden de kerken een dergelijke aanval op hun belijdenis en bestaans­recht hebben kunnen laten lopen bij één van de synodeléden? De vraag stellen is haar beantwoorden!, p93.

 

Er zijn veel meer zaken die een grote rol hebben gespeeld:

We laten het hierbij. Ook voor deze en andere hoofdpunten verwijzen we naar de reeks artikelen Steile nekharen en kromme tenen over het eerder genoemde symposium in Kampen in de rubriek 'Uit het verleden'.

De kerkstrijd in de jaren '60 was hevig en veel omvattend. Ongetwijfeld is die niet altijd geheel zuiver gevoerd door hen die 'gewoon' gereformeerd wilden blijven. Tegelijk is het terecht als Niemeijer opmerkt:

 

Hun die gereformeerd bleven in de jaren zestig, wordt nogal eens verweten dat ze zo 'exclusivistisch' waren. Je móest het met ze eens zijn. Ruimte voor een ander geluid duldden ze niet. Tot van de kansel toe werden hun standpunten gedreven. Het was voor kerkleden met andere opvattingen gewoon niet uit te hou­den in de kerk.

Deze indruk bestaat niet alleen buiten onze ker­ken, maar ook daarbinnen.()

Aan de kant van synodes en kerkelijke vergaderin­gen was er hardheid en onverschrokkenheid, aan de kant van de latere Nederlands gereformeerden verdriet en pijn.

 

We zullen zien dat dit beeld op 11 november daar in Kampen er gretig opnieuw werd ingetimmerd, zoals we nog nader willen laten zien. Maar we verwachten dat met het bovenstaande verhaal van Niemeijer het Kamper beeld voor de onbevooroordeelde gereformeerde lezer geheel is gekanteld.

 

Niemeijer concludeert tenslotte:

 

…hoe fel de discussies en uitlatingen over 'de kerk' wellicht ook geweest zijn, uiteindelijk voltrok zich de breuk in de jaren zestig op het punt van de concrete geldigheid van en de eerlijke binding aan de confessie.

 

Wordt vervolgd

 

NOTEN

[1] Voor het eerste artikel van zeven in de serie Steile nekharen en kromme tenen, click hier.

[2] Opgenomen in de reeks cahiers Woord & Wereld, nr. 53.

[3] Literatuur uit de synodale kerkenn zelf:
1965 - M.J. Arntzen: De crisis in de Gereformeerde Kerken

1966 - M.P. van Dijk: naar een nieuwe vrijzinnigheid

1968 - H.M. Kuitert: Verstaat gij wat gij leest?

1968 - G.C. Berkouwer/A.S. van der Woude: De Bijbel in het geding

1971 - H. Wiersinga: De verzoening in de theologische discussie

1971 - J. Schelhaas Hzn.: De Heilige Schrift in de Cahiers voor de gemeente

1973 - M.J. Arntzen: Ootmoed of Hoogmoed

1981 - Kerkinformatie 113: God met ons...over de aard van het Schriftgezag

1981 - A.M. Lindeboom: Moet dat zo doorgaan? Enkele kritische notities over het kerkelijk leven in de Gereformeerde Kerken.

1984 - A.M. Lindeboom: Om de grondslagen van het christendom

1987 - A.M. Lindeboom: De theologen gingen voorop
1987 - J. Plomp: Een kerk in beweging

Uiteraard is er nog veel meer informatie, ook uit later tijd. Maar de informatie in deze boeken moet een ieder overtuigen hoe grondeloos de val van de synodale kerken is geweest. En die was in de zestiger jaren al heel duidelijk waarneembaar voor ieder die zijn geestelijke ogen er niet (bewust voor) gesloten hield.

[4] Dr. W.G. de Vries, De vrijmaking in het vuur, p55.

[5] In de Acta van Rotterdam-Delfsha­ven en Amersfoort-West is het hele verhaal uitgebreid te vin­den.

 

[6] Acta Amersfoort-West, p168.

[7] Acta Amersfoort-West, art. 16.