Misvatting
N. van Dijk
30-04-16
In het Nederlands Dagblad (9 januari 2016) was het verslag van een toespraak van Janneke de Leede (lid van het Stichtingsbestuur van het Nederlands Dagblad) te lezen. Zij constateert dat veel mensen zich niet meer aansluiten bij een kerk, maar toch niet onverschillig zijn. “Gelukkig is er ruimte bij God voor wie niet (meer) gelooft”.
Zij noemt Therese van Lisieux (uitgeroepen tot de eerste vrouwelijke kerklerares van de Rooms-Katholieke Kerk) en haar boek ‘De geschiedenis van een ziel’ dat geroemd wordt vanwege de uitzonderlijke spiritualiteit en diepgang.
De Leede vraagt zich af hoe het komt dat ze wereldwijd mensen nog steeds diep weet te raken. In het boek ‘Geduld met God’ schrijft Thomas Halik over Therese, die het “kleine geloof verdedigde tegenover het grote onwankelbare en zelfverzekerde geloof”.
Therese belandde in een geloofscrisis
“en erkende dat ze haar geloof en al haar zekerheid kwijt was. Ze stierf zonder geloof. Ze was alleen nog in staat om lief te hebben en voelde een grote solidariteit met niet-gelovigen. En juist daarom heeft ze volgens Halik een plek in het hart van de kerk”.
Halik probeert een brug te slaan tussen geloof en twijfel, tussen gelovigen en atheïsten. Twijfel en het niet ervaren van God zijn volgens Halik geen randverschijnselen maar liggen misschien wel heel dicht bij het hart van het geloof. Juist naar mensen die anders zijn gaan geloven of niet meer geloven is Jezus altijd op zoek. Er zijn veel mensen die zich niet meer kunnen of willen aansluiten bij een kerk, maar die niet onverschillig zijn. De Leede heeft een zwak voor twijfelaars en voelt zich door hen vaak aan het denken gezet over haar eigen geloof. Meer dan door “religieus zelfverzekerde” mensen.
Als kind was zij opgegroeid
“in een wereld die was ingedeeld in twee soorten mensen: mensen die in God geloofden en mensen die dat niet deden. De eerste groep hoort erbij en gaat naar de hemel, de tweede niet. Als er iets is waarin ik veranderd ben dan is het die beoordeling van mensen. Het stuit me nu zelfs enorm tegen de borst als de scheidslijn op die manier wordt getrokken”.
Zij citeert de theoloog Paul Tillich:
“De scheidslijn loopt niet tussen hen die zichzelf als gelovigen beschouwen en hen die zichzelf als niet-gelovigen beschouwen, maar tussen hen die onverschillig blijven voor God en hen die existentieel geraakt zijn door de vraag naar God. Dit kunnen hartstochtelijke zoekers naar God zijn of mensen die naar geloof hongeren maar geen plek vinden in wat ze tot dusverre aan religie zijn tegengekomen”.
De Leede citeert Halik:
“Waar het geloof sterft, brandt nog de liefde, dus kan de eindoverwinning niet aan de duisternis zijn. Is het onze liefde of Zijn liefde? Er is maar één liefde. Waar liefde is, daar is God”.
Er kwam een reactie.
In een artikel ‘Misvatting over geloof’ weerlegde de emeritus predikant in de PKN Aad van den Bos het standpunt van De Leede dat twijfel en geloof dicht bij elkaar liggen, zo niet bij elkaar horen. En hoewel de predikant oproept om open te praten over twijfel aan God en hij ook ruimte wil geven om er in christelijke kring over door te spreken, gaat hij beslist niet mee in de opvatting dat geloof en ongeloof niet beslissend zijn voor (zoals De Leede formuleert) ‘naar de hemel gaan of niet’. Van den Bos noemt dit een misvatting die de ernst weghaalt uit gesprekken over wat Bijbels geloof is.
“In de Bijbel is er een wereld van verschil tussen geloof en twijfel, om over de afstand tussen geloof in God en atheïsme maar te zwijgen. Bijbels geloof is vertrouwen in en gehoorzaamheid aan God. De apostelen hebben nooit gezegd dat je ongelovig, twijfelend aan God ook wel het komende koninkrijk van God kunt binnengaan”.
Ds. Van den Bos roept dan ook op hierover in christelijke kring eerlijk te praten om
“misverstanden te bestrijden in plaats van te bevestigen. Noch bijvoorbeeld in de Psalmen, noch bij Jezus aan het kruis is er twijfel aan God te bespeuren. Wel klinkt daar de smartelijke vraag waarom God er niet bij is”.
Ook constateert de predikant bij De Leede een misverstand over wat er in de Bijbel met liefde wordt bedoeld.
“Dat blijkt als ze (helaas weer niet als enige in kerkelijke kring) lovend spreekt over wat Herman Finkers tegen het einde van zijn oudejaarsconference heeft gezegd: Waar liefde is, daar is God. Ze meent, samen met de schrijver Thomas Halik, dat Therese van Lisieux dan wel haar geloof in God is kwijtgeraakt, maar de liefde toch heeft behouden.
In de Bijbel zijn geloof en liefde echter onafscheidelijk met elkaar verbonden. Alleen waar God is, is liefde. Wie het geloof in God verliest, verliest ook de liefde voor Hem en de naaste die Hij van ons vraagt”.