Printen

Vastberaden nee 2

 

Redactie een in waarheid

26-03-16

 

Deputaten ACOBB (Deputaten voor Adresvoering, Contacten Overheid en Binnenlandse Betrekkingen, zie Update A) van De Gereformeerde Kerken (DGK) hebben vandaag een brief verzonden aan de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN). In de brief reageren de deputaten op het schrijven van de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) dd. 12 maart 2016 aan de volgende synode van DGK waarin zij aangeven niet verder te spreken met DGK.

 

De nieuwe brief is te vinden op de site van DGK (www.gereformeerde-kerken-hersteld.nl), en is behalve aan GKN ook aan alle DGK-kerkenraden gestuurd alsmede aan het blad De Bazuin. Gezien het grote belang van en de intensieve belangstelling voor de samenspreking van beide kerken publiceren wij deze brief buiten onze normale publicatiefrequentie om ook hier.

 

Update A: Het deputaatschap ACOBB gaat alleen over binnenlandse en niet buitenlandse kerkelijke betrekkingen zoals eerder abusievelijk werd vermeld. Buitenlandse betrekkingen worden onderhouden door het deputaatschap BBK.

 


 

Brief DGK aan GKN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deputaten ACOBB van De Gereformeerde Kerken in Nederland,

p/a B. Lourens,

Henri Dunantstraat 81,

7721HR Dalfsen

b.lourens01@gmail.com

 

Aan de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken Nederland,

p/a J.F. De Leeuw,

Prinsesselaan 11

3851XM Ermelo

 

Dalfsen, 22 maart 2016

 

Geachte broeders,

 

Door middel van dit schrijven willen wij, deputaten ACOBB, reageren op uw brief aan de komende synode van DGK, die zal samenkomen DV voorjaar 2018. U richt zich niet tot ons, als deputaten. Daaruit zouden wij de conclusie kunnen trekken dat wij naar u er het zwijgen toe kunnen doen. Maar mede tegen de achtergrond van ons gesprek d.d. 28 januari jl., menen wij dat in uw brief toch echt tekort wordt gedaan aan onze intenties en aan de bedoeling van hetgeen in de Acta is verwoord in het door u gewraakte besluit 2. Mogelijk is er sprake geweest van een misverstaan. Daarom brengen we graag het volgende onder uw aandacht.

 

In ons gesprek werd van de kant van uw afgevaardigden de verrassing geuit over de uitnodiging die uitging van de synode Groningen 2014 om te komen tot een gesprek. Die verrassing kwam voort uit wat u had gelezen in de Acta, waarin gesproken wordt over dwaalleer, schismatieke kerken en scheurkerken.

In een reactie daarop is van onze kant gezegd (wij citeren):

 

Wij weten ook dat er nu heel veel besproken moet worden. Daar moeten we, en dat is uitdrukkelijk gesteld, met de broeders van de GKN samen over praten. En zal goed zijn dat er broeders samenkomen die een agenda zullen samenstellen. Want er liggen bij u pijnpunten en ook bij DGK zijn er punten en dat zal op een of andere manier besproken moeten worden. Maar dat doet geen afbreuk aan het feit dat er tijdens een kerkelijke vergadering unaniem besloten is:

wij zien een kerkverband dat op hetzelfde fundament wil staan. We hebben toch dezelfde achtergrond en diepe drijfveer.We zullen moeten zoeken naar eenheid. Dat is door Christus geboden.

Er valt heel veel te bespreken. We zouden graag zien dat er van weerskanten dezelfde beweging komt. Het kan toch niet waar zijn dat kerkverbanden die zo dicht bij elkaar staan, niet willen samengaan”.

 

Over de pijnpunten die er zijn is er van uw kant aangegeven “dat het beter zou zijn om elkaar te beoordelen over waar we nu staan, om dan niet meteen over scheuringen en schisma’s te spreken”.

Dat is ook door ons benadrukt (citaat):

 

je moet elkaar ook vinden op die basis. In de formuleringen van het synodebesluit zie je wat de perceptie is binnen kerkverband van DGK van de geschiedenis tot op heden. U hebt een bepaalde kijk op de geschiedenis en u zegt wat daar gebeurd is, dat kan niet. Zo ligt dat ook bij DGK. Wat er gebeurd is heeft dan die benaming en wij hopen, de synode hoopt dat uit gesprekken mag blijken dat je op dit punt met elkaar verder kunt. Dat je op hetzelfde fundament staat en we hebben hetzelfde belijden en dat je niet naast elkaar mag optrekken”.

 

In het verdere gesprek hebt u aangegeven:

 

in de acta lezen we geen vragen, maar lezen we oordelen. Commissie V heeft het voorbereid en heeft rapport gedaan. Daar wordt de vraag gesteld aan DGK zelf: “is er bij u wel de wil om tot eenheid te komen met GKN en of er bereidheid is tot zelfbeproeving”. Het antwoord lezen we niet in de acta. Er wordt gevraagd of er binnen de GKN iets veranderd is, en niet of er binnen DGK iets veranderd is, nu er een uitnodiging van DGK ligt. Er worden geen vragen gesteld en u heeft ook in de uitnodiging niet aangegeven welke vragen zijn er. In de acta worden allerlei zaken opgesomd die besproken moeten worden, onder andere de genoemde dwaling van prof. Douma en de opvatting van Kohlbrugge, maar er zijn geen vragen.

Als zulke oordelen al klaar liggen wat zijn dan werkelijk uw intenties?”

 

Hierop is van onze zijde geantwoord:

 

“Het antwoord van uw vragen ligt in het besluit. Het besluit om na te gaan om te komen tot eenheid met GKN.

Hoe komt zo iets ter sprake. Op de synode is er veel besproken en is er ook nagegaan of er bij ons inderdaad de intentie is. En er werden precies die vragen gesteld die u nu citeert. Die bespreking resulteerde in dit besluit.

 

Wij willen dit hier nader omschrijven. In de Acta van de GS Groningen 2014 van DGK worden zaken genoemd die wij in een gesprek, voorbereid door een gezamenlijke agendacommissie, van onze kant willen inbrengen.

De agendapunten zijn dus gesprekspunten, en geen oordelen en geen voorwaarden voor een gesprek van de kant van DGK.

U zegt in uw brief daarentegen: “De agendapunten die u aandraagt spreken grotendeels enmerendeels van een intentie om boven de Schrift uit te binden aan uw interpretatie van de K.O., uw handelwijze in het verleden en uw kerkelijke traditie tot op heden.” Wij kunnen wat u ons hierin verwijt, totaal niet plaatsen. Bent u niet met ons van oordeel dat het onontkoombaar is om elkaar op een aantal, voor u en ons belangrijke punten te bevragen? Dat is juist toch ook met de bedoeling om van elkaar te mogen vaststellen of wij op hetzelfde fundament staan?

En als er dan gesproken wordt over het fundament, dan zal toch ook de toepassing in de praktijk ter sprake komen? Zowel van uw kant als van onze kant? Door onze synode zijn inderdaad enkele agendapunten genoemd. En of die alle relevant zijn, kan toch in een gezamenlijk gesprek aan de orde komen?

 

Het is overigens beslist niet zo dat wij van mening zouden zijn dat alle agendapunten “tot op het bot” moeten worden onderzocht. Zo is dat in ons gesprek beslist niet naar voren gebracht. En de geciteerde zin is ook niet terug te vinden in de notulen van die vergadering.

Eén van onze deputaten wilde met die woorden juist de positieve intentie van DGK benadrukken. Namelijk dat wij graag het gesprek willen aangaan. En dat wij ook bereid zijn om ons te laten bevragen over de dingen die in onze Acta staan. Ook is daarbij de hoop uitgesproken dat de GKN commissie deze intentie overbrengt naar de (toen nog) Landelijke Vergadering van de GKN. Hij gaf aan dat er bij ons de hoop is, dat er over en weer de wil is en het verlangen om het gesprek aan te gaan. “En als het moet, dan spreken we door over de dingen, tot op het bot, zou ik haast zeggen.”

 

Broeders, onze oprechte en hartelijke hoop is dat u zich alsnog wilt bezinnen op het genomen besluit van uw vorige synode en uw verzonden brief aan de komende generale synode van DGK, DV voorjaar 2018. Onze synode heeft besloten (besluit 1, art 4.02) om “op het niveau van het kerkverband na te gaan of er een mogelijkheid bestaat om tot eenheid met de GKN te komen, waarbij het uitgangspunt dient te zijn de waarheid van Gods Woord en de rechtspraak waar deze op grond van Gods Woord is uitgeoefend.” Ons gebed is dat we op korte termijn alsnog met u een open gesprek kunnen aangaan over de pijnpunten die er over en weer liggen.

 

Namens de deputaten ACOBB van De Gereformeerde Kerken in Nederland,

 

Ds. M.A. Sneep (voorzitter)

B. Lourens, secretaris